Tv 2

Doelen
Aan het einde van taalverzorging 2 kan ik: 
- Punten, vraagtekens, uitroeptekens en komma's op juiste wijze in een zin plaatsen. 
- Elke zin + alle namen van mensen/steden/gebieden etc. laten beginnen met een hoofdletter.
- Meervoudsvormen van zelfstandige naamwoorden herkennen
- Het voltooid deelwoord op de juiste manier spellen.
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Doelen
Aan het einde van taalverzorging 2 kan ik: 
- Punten, vraagtekens, uitroeptekens en komma's op juiste wijze in een zin plaatsen. 
- Elke zin + alle namen van mensen/steden/gebieden etc. laten beginnen met een hoofdletter.
- Meervoudsvormen van zelfstandige naamwoorden herkennen
- Het voltooid deelwoord op de juiste manier spellen.

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Doelen
Opdracht: Leestekens
Theorie: Hoofdletters en leestekens (blz. 80)
Aan de slag
Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Vul de leestekens in:
1. zaterdag gaan we schaatsen op de kunstijsbaan in amsterdam

2. heb je zin om mee te gaan
3. we vertrekken om 10.00 uur
 maar je mag vanaf 9.00 uur bij mij komen
4. vergeet niet je schaatsen mee te nemen



Slide 3 - Tekstslide

De goede antwoorden
1. Zaterdag gaan we schaatsen op de kunstijsbaan in Amsterdam.
2. Heb je zin om mee te gaan? 
3. We vertrekken om 10:00 uur, maar je mag vanaf 09:00 bij mij komen
4. Vergeet niet je schaatsen mee te nemen! / .

Slide 4 - Tekstslide

Theorie: Hoofdletters en leestekens
Blz. 80

''Elke zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt, een vraagteken als het een vraag is of een uitroepteken als het een zin met veel nadruk is.''

Slide 5 - Tekstslide

Hoofdletters
- Aan het begin van een zin: De uitzending begint om acht uur.

- Als de zin met 's begint verschuift de hoofdletter: 's Morgens ben ik vrolijk. 

- Bij namen: Jan Wouters, Breda, Nederlandse

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag
Wat? Maken opdrachten 1, 2, 3 en 4
Hoe? Overleg op fluistertoon of met muziek
Hulp? Vraag elkaar, vraag mij en lees in je boek
Tijd? +- 15 minuten
Uitkomst? Je bent bezig met het eerste doel 
Klaar? Lekker gewerkt! Doe iets voor jezelf of een ander vak 

Slide 7 - Tekstslide

Doelen
Aan het einde van taalverzorging 2 kan ik: 
- Punten, vraagtekens, uitroeptekens en komma's op juiste wijze in een zin plaatsen. 
- Elke zin + alle namen van mensen/steden/gebieden etc. laten beginnen met een hoofdletter.
- Onderscheid in spelling maken tussen tt en vt. 
- Het voltooid deelwoord op de juiste manier spellen.

Slide 8 - Tekstslide

Vandaag
Doelen
Korte herhaling ''Hoofdletters en leestekens''
''Het voltooid deelwoord''
Aan de slag
Afsluiting

Slide 9 - Tekstslide

Doelen
Aan het einde van taalverzorging 2 kan ik: 
- Punten, vraagtekens, uitroeptekens en komma's op juiste wijze in een zin plaatsen. 
- Elke zin + alle namen van mensen/steden/gebieden etc. laten beginnen met een hoofdletter.
- Onderscheid in spelling maken tussen tt en vt. 
- Het voltooid deelwoord op de juiste manier spellen.

Slide 10 - Tekstslide

Wanneer schrijf je een hoofdletter?

Slide 11 - Open vraag

Hoofdletters
- Aan het begin van een zin: De uitzending begint om acht uur.

- Als de zin met 's begint verschuift de hoofdletter: 's Morgens ben ik vrolijk. 

- Bij namen: Jan Wouters, Breda, Nederlandse

Slide 12 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
- Je hebt geleerd hoe je de persoonsvorm uit een zin haalt.
- Soms staat er naast de persoonsvorm, nog een werkwoord in de zin, bijvoorbeeld een voltooid deelwoord.

- Voltooide deelwoorden beginnen altijd met ont-, ver-, ge-, be.

Slide 13 - Tekstslide

Voltooid deelwoord d/t?
Dit heeft mij zeven euro gekos....

Maak het woord langer, wat hoor je? 
Dit heeft mij zeven euro gekoste/gekosde

Dit heeft mij zeven euro gekost.

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
Wat? Maken opdrachten 2, 3, 4 & 5.
Hoe? Muziek mag, overleg op fluistertoon
Hulp? Vraag elkaar, vraag mij & gebruik je boek
Tijd? +- 20 minuten
Uitkomst? Je werkt aan het tweede doel van de doelen.
Klaar? Kijk de opdrachten na met een nakijkboek.

Slide 15 - Tekstslide

Doelen
Aan het einde van taalverzorging 2 kan ik: 
- Punten, vraagtekens, uitroeptekens en komma's op juiste wijze in een zin plaatsen. 
- Elke zin + alle namen van mensen/steden/gebieden etc. laten beginnen met een hoofdletter.
- Onderscheid in spelling maken tussen tt en vt. 
- Het voltooid deelwoord op de juiste manier spellen.

Slide 16 - Tekstslide

Vandaag
- Korte herhaling: Zelfstandige naamwoorden
- Theorie: Meervouden op -en en -s
- Aan de slag
-----------------------------------------------------------------------
Bibliotheek

Slide 17 - Tekstslide

Doelen
Aan het einde van Taalverzorging 2 deel A kan ik: 

- Zinnen schrijven met hoofdletters, punten, komma's, uitroep-/vraagtekens.
- Zelfstandige naamwoorden verkleinen
- Het meervoud van zelfstandige naamwoorden op de juiste manier schrijven.

Slide 18 - Tekstslide

Korte herhaling
De afgelopen les hebben we het gehad over het zelfstandig naamwoord  
Opdracht: In en om het lokaal kan je genoeg zelfstandige naamwoorden vinden. Zoek er vijf.  Deze schrijf je op in je schrift. 
Probeer zelfstandige naamwoorden te vinden die niemand anders heeft.
timer
5:00

Slide 19 - Tekstslide

Vervolgopdracht
Geef je schrift door aan je buurman/-vrouw. 

Je schrijft de woorden die je hebt gekregen in het meervoud.

De kast --> De kasten 
Het raam --> De ramen

Slide 20 - Tekstslide

Theorie: Meervouden op -en & -s
Meervouden op -en: 
Zet - en achter het woord.

Tent --> Tenten
Product --> Producten.

Soms moet je ook iets anders doen: Lees blz. 224

Slide 21 - Tekstslide

Theorie: Meervouden op -en & -s
Meervouden op -s:
Zet -s achter het woord

Vakantie --> Vakanties
Station --> Stations

Soms moet je een 's toevoegen, lees blz. 224

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag
Wat? Maken opdrachten 1 t/m 5 vanaf blz. 224
Hoe? Overleg op fluistertoon, muziek mag
Hulp? Vraag elkaar vraag mij en kijk in je boek
Tijd? +- 20 minuten
Uitkomst? Je werkt aan de doelen van TV 2 deel A
Klaar? Kijk de opdrachten na met het nakijkboek, daarna krijg je van mij een proeftoets

Slide 23 - Tekstslide

Vandaag
Doelen
Oefentoets bespreken
-----------------------------------------------------------------------
Keuzemenu
Aan de slag 

Slide 24 - Tekstslide

Doelen

Slide 25 - Tekstslide

Vandaag
Doelen
Oefenen voor de toets
Afsluiting


Slide 26 - Tekstslide

Doelen
Aan het einde van Taalverzorging 2 deel A kan ik:

- Zinnen schrijven met hoofdletters, punten, komma's, uitroep-/vraagtekens.
- Zelfstandige naamwoorden verkleinen
- Het meervoud van zelfstandige naamwoorden op de juiste manier schrijven.

Slide 27 - Tekstslide

Oefenen
Je kan op de volgende manieren oefenen: 
- Laptop extra oefeningen maken via ''Leermiddelen''
- Laptop extra oefeningen maken via Cambiumned

- Leerwerkboek: Samenvatting maken van de theorie
- Leerwerkboek: Theorie lezen en opdrachten nakijken

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Vandaag
Doelen
Denken, delen & uitwisselen
 Aan de slag met de theorie
Vragen?
-----------------------------------------------------------------------
Toets Taalverzorging deel A 

Slide 30 - Tekstslide

Doelen
Aan het einde van Taalverzorging 2 deel A kan ik:

- Zinnen schrijven met hoofdletters, punten, komma's, uitroep-/vraagtekens.
- Zelfstandige naamwoorden verkleinen
- Het meervoud van zelfstandige naamwoorden op de juiste manier schrijven.

Slide 31 - Tekstslide

Denken, delen & uitwisselen
Denken: Voor jezelf, zonder overleg

Delen: In tweetallen, overleg op fluistertoon

Uitwisselen: In tweetallen, volume laag

Slide 32 - Tekstslide

Denken
Wat? Je leest de theorie door: Hoofdletters en leestekens (blz. 80) + Verkleinwoorden (blz. 156) + Meervoud op -en en -s (blz. 224)

- Als je de theorie door hebt gelezen, schrijf je voor jezelf minimaal drie toetsvragen in je schrift. Welke vragen zou je op de toets verwachten? 
timer
7:30

Slide 33 - Tekstslide

Delen
Wat? Je geeft je schrift door aan je buurman/-vrouw. 
Je buurman/-vrouw gaat deze vragen beantwoorden. 

Hoe? Je maakt de opdrachten voor jezelf, als je iets niet kan lezen of niet snapt vraag je dat op fluistertoon
Je mag je boek hierbij gebruiken.
timer
5:00

Slide 34 - Tekstslide

Uitwisselen
Wat? Je bespreekt de antwoorden met elkaar, waarom is een antwoord wel/niet goed? 

Hoe? Volume is laag, je bespreekt je antwoorden alleen met de persoon die de vragen opgeschreven heeft.
timer
5:00

Slide 35 - Tekstslide

timer
1:00

Slide 36 - Tekstslide

30 seconds (maar dan anders)
- Per team stapt één persoon naar voren (elke ronde is dat een ander iemand).
- Je moet binnen 30 seconden ervoor zorgen dat jouw team raadt wat voor begrip er op jouw kaartje staat.
- Is jouw team niet aan de beurt? Dan ben je stil.
- De begrippen horen bij de toetsstof voor Taalverzorging deel A.

Slide 37 - Tekstslide

Spelregels
Je krijgt geen punt als: 
- Je een deel van het begrip noemt.
- Je vertaalt
- ''Het begint met de zoveelste letter van het alfabet''
- ''Het rijmt op''

Slide 38 - Tekstslide

Spelregels
Je kan twee punten per ronde verdienen

- Het eerste punt verdien je door het woord op het kaartje te raden. 
- Het tweede punt verdien je als je kan vertellen waarom dit woord hoort bij de theorie.

Slide 39 - Tekstslide