Tv 2 Deel A

Vandaag
Komende periode
Doelen 
Oefening ''Hoofdletters en leestekens'' 
Theorie: ''Hoofdletters en leestekens''
Aan de slag
Afsluiting
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
Komende periode
Doelen 
Oefening ''Hoofdletters en leestekens'' 
Theorie: ''Hoofdletters en leestekens''
Aan de slag
Afsluiting

Slide 1 - Tekstslide

Taalverzorging 2 
Taalverzorging 2 wordt getoetst doormiddel van twee toetsen (Deel A en B) 

Twee cijfers / Gemiddelde van twee cijfers --> Cijfer in magister


Slide 2 - Tekstslide

Doelen
Aan het einde van taalverzorging 2 kan ik:
- Punten, vraagtekens, uitroeptekens en komma's op juiste wijze in een zin plaatsen.
- Elke zin + alle namen van mensen/steden/gebieden etc. laten beginnen met een hoofdletter.
- Meervoudsvormen van zelfstandige naamwoorden herkennen
- Het voltooid deelwoord op de juiste manier spellen.

Slide 3 - Tekstslide

Hoofdletters en leestekens
1. wij hebben gister niet kunnen shoppen in amsterdam omdat onze auto pech had.
2. waarom staan flamingo's zo vaak op één been
3. vergeet je jas niet mee te nemen
4. jan en joseph gingen kijken naar een wedstrijd van hun favoriete club psv

Slide 4 - Tekstslide

Hoofdletters en leestekens
1. Wij hebben gister niet kunnen shoppen in Amsterdam, omdat onze auto pech had
2. Waarom staan flamingo's zo vaak op één been?
3. Vergeet je jas niet mee te nemen !/.
4. Jan en Joseph gingen kijken bij een wedstrijd van hun favoriete club: PSV.

Slide 5 - Tekstslide

Hoofdletters en leestekens
''Elke zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt, een vraagteken als het een vraag is of een uitroepteken als het een zin met veel nadruk is.''

Slide 6 - Tekstslide

Hoofdletters
Hoofdletters schrijf je:

- Aan het begin van een zin. 
- Als de zin begint met 's, verschuift de hoofdletter. ('s Morgens liep ik naar school.).
- Bij namen van mensen, steden gebieden etc. 

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag
Wat? Maken opdrachten 1 t/m 4
Hoe? Overleg op fluistertoon, muziek mag
Hulp? Vraag elkaar, vraag mij of kijk in je boek
Tijd? +- 20 minuten
Uitkomst? Je werkt aan je doelen voor TV 2
Klaar? Kijk de opdrachten na met het nakijkboek.

Slide 8 - Tekstslide

Doelen
Aan het einde van taalverzorging 2 kan ik:
- Punten, vraagtekens, uitroeptekens en komma's op juiste wijze in een zin plaatsen.
- Elke zin + alle namen van mensen/steden/gebieden etc. laten beginnen met een hoofdletter.
- Meervoudsvormen van zelfstandige naamwoorden herkennen
- Het voltooid deelwoord op de juiste manier spellen.

Slide 9 - Tekstslide

Vandaag
Toets lezen H1, 2 & 3 bespreken

Slide 10 - Tekstslide

Vandaag
Doelen
Opdracht: Verkleinwoorden
Theorie: Verkleinwoorden
Aan de slag
Afsluiting

Slide 11 - Tekstslide

Doelen
Aan het einde van taalverzorging 2 kan ik:
- Punten, vraagtekens, uitroeptekens en komma's op juiste wijze in een zin plaatsen.
- Elke zin + alle namen van mensen/steden/gebieden etc. laten beginnen met een hoofdletter.
- Meervoudsvormen van zelfstandige naamwoorden herkennen
- Het voltooid deelwoord op de juiste manier spellen.

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht: Verkleinwoorden
Op het bord komen straks verkleinwoorden
Deze woorden schrijf je op en verklein je (Voor jezelf of in tweetallen)
Bank --> Bankje
Tafel --> Tafeltje 

Slide 13 - Tekstslide

Verkleinwoorden
Ketting
Boom
Auto
Stem
Ring
Stoel

Slide 14 - Tekstslide

Antwoorden
Ketting --> Kettinkje
Boom --> Boompje
Auto --> Autootje
Stem --> Stemmetje
Ring --> Ringetje
Stoel --> Stoeltje 

Slide 15 - Tekstslide

Theorie: Verkleinwoorden
Je kunt een zelfstandig naamwoord verkleinen. Vaak doe je een achterzetsel achter het zelfstandig naamwoord.
- Je
- Pje
- Tje
- Etje

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag
Wat? Maken opdrachten 1 t/m 4 vanaf blz. 116
Hoe? Overleg op fluistertoon, muziek bij zelfstandig werken
Hulp? Vraag elkaar, vraag mij en kijk in je boek
Tijd? +-20 minuten
Uitkomst? We werken aan doel 3 van TV 2
Klaar? Kijk de opdrachten na met het nakijkboek.

Slide 17 - Tekstslide

Vandaag
- Doelen
- Opstart: Voltooid deelwoord
- Theorie: Voltooid deelwoord
- Aan de slag 
- Afsluiting

Slide 18 - Tekstslide

Doelen
Aan het einde van taalverzorging 2 kan ik:
- Punten, vraagtekens, uitroeptekens en komma's op juiste wijze in een zin plaatsen.
- Elke zin + alle namen van mensen/steden/gebieden etc. laten beginnen met een hoofdletter.
- Meervoudsvormen van zelfstandige naamwoorden herkennen
- Het voltooid deelwoord op de juiste manier spellen.

Slide 19 - Tekstslide

Oefening Voltooid deelwoord
1. Klikken --> Ik heb ............
2. Rijden --> Ik heb ...........
3. Krabben --> Ik heb ............
4. Vechten --> Ik heb ..............
5. Vallen --> Ik ben .............

Slide 20 - Tekstslide

Antwoorden
1. Klikken --> Ik heb geklikt.
2. Rijden --> Ik heb gereden.
3. Krabben --> Ik heb gekrabd.
4. Vechten --> Ik heb gevochten.
5. Vallen --> Ik ben gevallen.

Slide 21 - Tekstslide

Theorie: Voltooid deelwoord
- Naast de persoonsvorm, kunnen er andere werkwoorden in de zin staan, bijvoorbeeld een voltooid deelwoord.
- Voltooide deelwoorden beginnen vaak met ge-, ver-, ont- of be-
- Als je wilt weten of het voltooid deelwoord eindigt op een ''D'' of "T'', maak je het langer.
Voltooide deelwoorden schrijf je nooit met -DT

Slide 22 - Tekstslide

Aanpak VT/VTDW
1. Is het werkwoord sterk of zwak?
2. Sterke werkwoorden veranderen van klank.

2. Zwakke werkwoorden gebruiken 'T eX KoFSCHiP.
3. Neem het hele werkwoord en haal -en eraf.
4. Zit de laatste letter in 'T eX KoFSCHiP?
5. Verleden tijd schrijf je dan met een ''T''

Slide 23 - Tekstslide

Vandaag
Cijfers Taalverzorging deel B

- Aan de slag met Taalverzorging deel A

Slide 24 - Tekstslide

Cijfers taalverzorging deel B
Je cijfer is één van de twee cijfers voor taalverzorging. 

11 - je cijfer = wat je moet halen om een 5.5 gemiddeld te hebben.

Het gemiddelde cijfer komt in Magister.

Slide 25 - Tekstslide

Taalverzorging deel A
Je bent deze twee weken zelf verantwoordelijk voor welke onderdelen je oefent.

- Hoofdletters en leestekens
- Verkleinwoorden
- Meervoudsvormen -s en -en

Slide 26 - Tekstslide

Taalverzorging deel A
TV H4: Verkleinwoorden (blz. 116) Theorie lezen / opdrachten 1 t/m 6 / nakijken opdrachten 1 t/m 6.
TV H6: Meervouden (blz. 168) Theorie lezen / opdrachten 1 t/m 6 / nakijken opdrachten 1 t/m 6.
TV H2: Hoofdletters en leestekens (blz. 60) / theorie lezen / opdrachten 1 t/m 6 / nakijken opdrachten 1 t/m 6

Slide 27 - Tekstslide

Vandaag
- Toets taalverzorging deel A
- Theorie: Meervoudsvormen -en en -s
- Aan de slag 
- Theorie: Verkleinwoorden
- Aan de slag

Slide 28 - Tekstslide

Toets taalverzorging deel A
Volgende week

Leren: 
- Hoofdletters en leestekens: Blz. 60 + opdrachten
- Verkleinwoorden: Blz. 116 + opdrachten
- Meervouden op -s, -en en -ën: Blz. 168 + opdrachten

Slide 29 - Tekstslide

Meervouden -s, -en en ën
Zelfstandige naamwoorden hebben enkel- en meervoud. 
Soms zet je -s achter het woord.
Soms zet je 's achter het woord.
Soms zet je -en achter het woord.
Soms zet je -ën achter het woord. 

Leer de opdrachten goed, kijk ze goed na. 

Slide 30 - Tekstslide

Aan de slag
Wat? Maken opdrachten (zie magister) 
Hoe? Voor jezelf of in tweetallen (fluistertoon)
Hulp? Vraag elkaar, vraag mij en kijk in je boek
Tijd? +- 20 minuten
Uitkomst? Je werkt aan de doelen voor Taalverzorging deel A
Klaar? Kijk de opdrachten goed na en schrijf de goede antwoorden ook in je schrift.

Slide 31 - Tekstslide

Verkleinwoorden
Je kunt een zelfstandig naamwoord verkleinen. 

Zelfstandige naamwoorden: 
- Kan je aanraken.
- Je kan er de, het en een voor zetten.
- Mensen, dieren, dingen of planten.

Slide 32 - Tekstslide

Verkleinwoorden
Je zet vaak -je achter het zelfstandige naamwoord, soms is er meer nodig:
- Tje
-Pje
- Kje 
etc. 
Leer de opdrachten goed, op de toets krijg je deze woorden.

Slide 33 - Tekstslide

Aan de slag
Wat? Maken opdrachten (zie magister) 
Hoe? Voor jezelf of in tweetallen (fluistertoon)
Hulp? Vraag elkaar, vraag mij en kijk in je boek
Tijd? +- 20 minuten
Uitkomst? Je werkt aan de doelen voor Taalverzorging deel A
Klaar? Kijk de opdrachten goed na en schrijf de goede antwoorden ook in je schrift.

Slide 34 - Tekstslide

Vandaag
Proeftoets
Proeftoets bespreken

Slide 35 - Tekstslide

Proeftoets
Wat? Je maakt de proeftoets van TV-A
Hoe? Overleg op fluistertoon 
Hulp? Vraag elkaar, vraag mij en kijk in je boek
Tijd? +- 20
Uitkomst? Je krijgt de antwoorden als je klaar bent met je oefentoets
Klaar? Gebruik de tijd om te leren

Slide 36 - Tekstslide

Vandaag
- Gemaakte foto's vorige les
- Oefentoets
- Oefentoets bespreken

Slide 37 - Tekstslide

Gemaakte foto's
Je hebt tien zelfstandige naamwoorden op de foto gezet. 

Schrijf deze zelfstandige naamwoorden in je schrift, schrijf ze daarna in de verkleinvorm en daarna in het meervoud

Slide 38 - Tekstslide

Oefentoets
Wat? Je maakt de gehele oefentoets.
Hoe? Boek mag, muziek mag, overleg op fluistertoon
Hulp? Vraag elkaar, vraag mij of kijk in je boek
Tijd? +- 30 minuten
Uitkomst? We kijken de opdrachten na
Klaar? Doe iets voor jezelf

Slide 39 - Tekstslide