wk 3 i uur Romeinse samenleving

Paragraaf 2 
De Romeinse samenleving 
ROMEINSE SAMENLEVING
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 2 
De Romeinse samenleving 
ROMEINSE SAMENLEVING

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  1. Lesdoelen (2 min)
  2. uitleg romeinse samenleving
  3. Afsluiting 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Na deze les weet je 
  • uit welke welke sociale lagen de Romeinse samenleving bestond.
  • hoe Romeinen leefden
  • en welk vermaak ze hadden

Slide 3 - Tekstslide

Hoe kon het Romeinse Rijk zo groot worden?
A
Door de handel
B
Door een sterk leger
C
Door de macht van de rijke families
D
Omdat een keizer aan de macht stond

Slide 4 - Quizvraag

Vier sociale lagen
  • In het Romeinse Rijk waren de verschillen tussen arm en rijk groot.                          
  1. Rijke belangrijke mensen, zoals een legeraanvoerder of iemand in het bestuur. 
  2. Handelaren en ambachtslieden. Zij woonden in steden.

  3. Arme mensen zonder vast werk. Boeren die op zoek zijn naar werk in de steden.
  4. Slaven. Zij waren in bezit van hun meester.
Vijf sociale lagen
In het Romeinse Rijk waren de verschillen tussen arm en rijk groot.              
  1. Rijke belangrijke mensen, zoals een legeraanvoerder of iemand in het bestuur. 
  2. Handelaren en ambachtslieden. Zij woonden in steden.
  3. Boeren die op het platteland woonden. 
  4. Arme mensen zonder vast werk. 
  5. Tot slaaf gemaakten. Zij waren in bezit van hun meester.

Slide 5 - Tekstslide

Leven op het platteland
- Romeinse Rijk: Landbouwstedelijke samenleving-->meeste mensen op platteland
- Oorlogen--> boerderij niet goed onderhouden. 
- Boeren moeten hun grond verkopen aan grootgrondbezitters
- Boerenfamilies trokken naar de stad op zoek naar werk

Slide 6 - Tekstslide


Grootgrondbezitters (rijke Romeinen/Nobiles)



  • Wonen in villa's.
  • Slaven verbouwden graan, druiven en olijven.

Slide 7 - Tekstslide


Proletariërs (arme Romeinen)

  • Romeinen die vrijwel niets hebben(proles=kind)
  • Gedwongen naar de stad te gaan


De huizen van proletariërs hadden geen eigen toiletten. Je moest dan naar dit soort openbare toiletten in Rome: gezellig met z'n allen roddelen terwijl je je behoeften doet. Echt schoon was het allemaal niet: uit onderzoek werd duidelijk dat het enorme bron van parasieten en infecties.
Privé-toiletten kwamen pas later, en alleen voor mensen die dat konden betalen. 

Slide 8 - Tekstslide


Slaven


  • Slavernij was heel normaal. 
  • Slaaf worden: gebied waar je woonde werd veroverd, of omdat je je schulden niet kon betalen. 
  • Veel slaven in Rome: 1 miljoen inwoners waren ongeveer 400.000 slaven!
Twee jonge slaven. De linker draagt water en handdoeken; de rechter een mand met bloemen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Patriciërs
  • =Oude adellijke families
  • Mag senator en consul worden.


Plebejers
  • =De rest vh Romeinse volk
  • Mag stemmen in volksvergadering maar weinig macht.

Slide 11 - Tekstslide

Romeinse samenleving:
Patriciërs en plebejers (1)
  • Patriciërs (afgeleid van patre, dat 'vader' betekent) waren de rijkste families uit Rome en zaten vaak in de senaat of werden consul.

  • Plebejers (de plebs) waren het gewone volk. Zij mochten stemmen in een volksvergadering.

Slide 12 - Tekstslide

Hoe woonden de Romeinen?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Dit is een villa rustica, een soort boerderij. Naast dit type villa, bestond er ook de villa urbana. 
Het meeste werk rondom de villa werd gedaan door slaven.
Veel villa's hadden uitgebreide badruimten met vloerverwarming
Er waren appartementen voor de villicus (de toezichthouder) en de actor (de boekhouder) en ook slaapvertrekken voor de slaven.
Een villa rustica bestond vaak uit verschillende gebouwen, zoals het woonhuis, de stallen en de voorraadschuren.

Slide 15 - Tekstslide

Insulae = flat

Slide 16 - Tekstslide








Dit is insula, een flatgebouw in Rome. De woningen werden gehuurd door de armere Romeinen. De meeste insulae waren 4 of 5 verdiepingen hoog. De bouwkwaliteit was niet best: bijna dagelijks waren er branden en instortingen.
De kamers bovenin een insula waren de slechtste kamers: hier woonden de proletariërs.
Hoewel er in sommige gebouwen stromend water was, moesten de bewoners van een insula het water vaak uit een fontein op straat halen.
Hoewel de meeste kamers in een insula klein en donker waren, was er wel verschil: de grotere kamers waren voor mensen met iets meer geld.
De meeste insulae hadden geen toiletten of keukens. Moest je naar de wc, dan ging je naar een openbaar toilet. En wilde je wat eten, dan ging je naar een thermopolium, een soort snackbar.

Slide 17 - Tekstslide

Vermaak in het Romeinse Rijk

Slide 18 - Tekstslide

Rijkdom en armoede
  • Gratis vermaak voor de Romeinen!
  • Graan + vermaak = 'Brood en spelen'
  •  Autoriteiten
  • Volk rustig houden/populariteit

Slide 19 - Tekstslide

  • Keizers zorgde voor vermaak, maar ook voor voedsel;
  • Romeinen bouwde viaducten voor vers water.

Slide 20 - Tekstslide

Colosseum
In het Colosseum werden gladiatorengevechten gehouden.
Een gladiator moest vechten tegen een ander ter vermaak van de Romeinen.
Dit was heel populair bij de Romeinen.
Slaven of vrijwillig.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

De Gladiatoren

Slide 23 - Tekstslide

Gladiatoren
  • Gladiatorengevechten waren het populairst.
  • De zwaardvechters waren meestal krijgsgevangen.
  • Ze kregen een opleiding en verbleven in een gladiatorenschool.
  • Winnaars kregen geld en een lauwerkrans.
  • Sommige gladiatoren werden rijk en beroemd




Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Hoe leefde je als romein?
  • Meeste Romeinen woonden in soort flatgebouwen
  • Ze aten vaak bij een eethuis en dronken daar wijn
  • Ook kwamen ze vaak in een badhuis om zich te wassen. Hier kwam je ook als vrienden samen.

Slide 26 - Tekstslide

Romeinen gingen graag naar het badhuis

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Tekstslide

Cloacina
Cloacina, de beschermgodin van het riool had een eigen tempeltje in Rome.
Dat betekent dat het riool erg belangrijk was voor de romeinen

Slide 30 - Tekstslide

Leerdoel
Na deze les weet je 
  • uit welke welke sociale lagen de Romeinse samenleving bestond.
  • hoe Romeinen leefden
  • en welk vermaak ze hadden

Slide 31 - Tekstslide

Voor mij zijn de leerdoelen behaald
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll