Recap ch 2 1HV

Aujourd'hui
  • Herhalen:
- werkwoorden op -er
- getallen t/m 69
  • Maken: 
- Phrases Clés: ex. 29
- Ontkenning: ex. 30 - 33
Les buts: 
- je kunt iets kopen
- je kunt de ontkenning gebruiken
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Aujourd'hui
  • Herhalen:
- werkwoorden op -er
- getallen t/m 69
  • Maken: 
- Phrases Clés: ex. 29
- Ontkenning: ex. 30 - 33
Les buts: 
- je kunt iets kopen
- je kunt de ontkenning gebruiken

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling: werkwoorden op -er
  • Stam: hele werkwoord - -er eraf halen
  • Uitgang:
je                         + e
tu                        + es
il / elle / on      + e
nous                  + ons
vous                   + ez
ils / elles           + ent
Voorbeeld: 

je donne
tu donnes
il / elle / on donne
nous donnons
vous donnez
ils / elles donnent

Slide 2 - Tekstslide

J'(habiter)
A
J'habites
B
J'habitons
C
J'habite
D
J'habitez

Slide 3 - Quizvraag

Elle (aimer)
A
elle aime
B
elle aimes
C
elle aimons
D
elle aiment

Slide 4 - Quizvraag

Tu (parler)

Slide 5 - Open vraag

Nous (acheter)

Slide 6 - Open vraag

Les nombres

Slide 7 - Tekstslide

Maak 5 zinnen met :C’est, met il y a met j’aime, met j’ai en met je suis

Slide 8 - Open vraag

€45,45
A
quarante-cinq euros quarante-cinq
B
cinquante-quatre euros cinquante-quatre
C
trente-cinq euros trente-cinq
D
soixante-quatre euros soixante quatre

Slide 9 - Quizvraag

soixante-sept
A
57
B
67
C
47
D
37

Slide 10 - Quizvraag

seize
A
13
B
14
C
15
D
16

Slide 11 - Quizvraag

De ontkenning

Slide 12 - Tekstslide

La négation (de ontkenning)
In het Nederlands: niet / geen

Slide 13 - Tekstslide

Welke zin staat in de ontkenning?
(let dus op het woordje 'ne' en 'pas'
A
Je regarde la télé
B
Tu ne joues pas la guitare
C
Ils parlent français
D
Il écoute la musique

Slide 14 - Quizvraag

La négation (de ontkenning)
In het Frans bestaat de ontkenning uit twee woorden:
ne & pas

Je ne regarde pas la carte
Il ne parle pas

Slide 15 - Tekstslide

La négation (de ontkenning)
In het Frans bestaat de ontkenning uit twee woorden:
ne & pas

Ne staat vóór de persoonsvorm & pas komt erachter 
Je ne trouve pas le livre

Slide 16 - Tekstslide

Klinkerbotsing
Ne verandert in n' voor een werkwoord dat begint met een klinker (a, e, i, o, u) of een stomme h.

Je n'aime pas
Tu n'habites pas
Il n'oublie pas

Slide 17 - Tekstslide

Il ne regarde pas la télé.
NE / N'
PAS
Persoonsvorm
(1e werkwoord in de zin)
Onderwerp
Rest van de zin

Slide 18 - Tekstslide

Wat is hier de persoonsvorm?
il cherche la boulangerie

Slide 19 - Open vraag

Maak ontkennend:
il cherche la boulangerie

Slide 20 - Open vraag

Maak ontkennend:
je déteste le fromage

Slide 21 - Open vraag

tu as 12 ans

Slide 22 - Open vraag

Ik geef mezelf dit cijfer voor MEEDOEN in deze les
010

Slide 23 - Poll