Trede 3 - Leerdoel 1 - ontkenning

Aujourd'hui
Réviser: werkwoorden op -er
Uitleg: de ontkenning

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Aujourd'hui
Réviser: werkwoorden op -er
Uitleg: de ontkenning

Slide 1 - Tekstslide

Werkwoorden
 op -er
De meeste werkwoorden eindigen in het Frans op -er


Slide 2 - Tekstslide

Werkwoorden op -er gebruiken
Stap 1: haal -er weg.




Slide 3 - Tekstslide

Werkwoorden op -er gebruiken
Stap 1: haal er weg.



Stap 2: achter de stam komt een uitgang

Slide 4 - Tekstslide

Werkwoorden op -er gebruiken
Uitgangen:
je                            + e
tu                           + es
il / elle / on         + e
nous                     + ons
vous                      + ez
ils / elles              + ent
voorbeeld: donner (geven)

je donne
tu donnes
il / elle / on donne
nous donnons
vous donnez
ils / elles donnent

Slide 5 - Tekstslide

Jij woont
tu (habiter)
A
tu habite
B
tu habites
C
tu habitent
D
tu habitez

Slide 6 - Quizvraag

Ik praat
Je (parler)

A
je parle
B
je parles
C
je parlons
D
je parlez

Slide 7 - Quizvraag

Wij wonen
Nous (habiter)
A
Nous habite
B
Nous habitons
C
Nous habitez
D
Nous habitent

Slide 8 - Quizvraag

Zij kopen:
ils (acheter)

Slide 9 - Open vraag

Zij is dol op
elle (adorer)

Slide 10 - Open vraag

De ontkenning

Slide 11 - Tekstslide

La négation (de ontkenning)
In het Nederlands: niet / geen

Slide 12 - Tekstslide

La négation (de ontkenning)
In het Frans bestaat de ontkenning uit twee woorden:
ne & pas

Slide 13 - Tekstslide

La négation (de ontkenning)
In het Frans bestaat de ontkenning uit twee woorden:
ne & pas

Ne staat vóór de persoonsvormpas komt erachter 
Elle dessine    --->     Elle ne dessine pas 

Slide 14 - Tekstslide

La négation (de ontkenning)
In het Frans bestaat de ontkenning uit twee woorden:
ne  & pas

Ne staat vóór de persoonsvorm & pas komt erachter 
Elle dessine ---> Elle ne dessine pas 

Let op! Ne verandert in n' voor een klinker / h

Slide 15 - Tekstslide

La négation (de ontkenning)
Let op! Ne verandert in n' voor een klinker / h

Elle dessine                 --->      Elle ne dessine pas 

Il aime le fromage     --->      Il n'aime pas le fromage

Slide 16 - Tekstslide

Elle ne regarde pas la télé.
NE / N'
PAS
Persoonsvorm
(1e werkwoord in de zin)
Onderwerp
Rest van de zin

Slide 17 - Tekstslide

un, une & des na een ontkenning
un, une & des veranderen na een ontkenning in de / d'

Bijvoorbeeld: Noah a un frère -> Noah n'a pas de frère

Dit gebeurt niet als de persoonsvorm van être is

Bijvoorbeeld: Henk est une fille -> Henk n'est pas une fille

Slide 18 - Tekstslide

Maak ontkennend:
Bruno est à l'école
A
Bruno est n'à pas l'école
B
Bruno est à ne l'école pas
C
Bruno n'est à l'école pas
D
Bruno n'est pas à l'école

Slide 19 - Quizvraag

Maak ontkennend:
il cherche la boulangerie

Slide 20 - Open vraag

Maak ontkennend:
je déteste le fromage

Slide 21 - Open vraag

Maak ontkennend:
Henkie est malade

Slide 22 - Open vraag

Vertel wat je vandaag geleerd hebt.

Slide 23 - Open vraag