In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Waar hoort welk afval?
Nuttige toepassing
Verbranden
Storten
Slide 2 - Sleepvraag
Wie heeft er gelijk?
Limei en Lieke bespreken op welke manier drinkwater wordt gemaakt.
Lieke zegt: Drinkwater wordt gemaakt uit oppervlaktewater. Aan dit water worden bacteriën toegevoegd om het te reinigen.
Limei zegt: Drinkwater wordt gemaakt uit grondwater. Dit wordt gefilterd en gezeefd en daarna wordt het behandeld met ultraviolette straling.
A
Alleen Lieke heeft gelijk
B
Alleen Limei heeft gelijk
C
Beide hebben gelijk
D
Beide hebben ongelijk
Slide 3 - Quizvraag
Is de energiebron van fossiele afkomst of niet?
Fossiele brandstof
Niet fossiele brandstof
Aardgas
Aardolie
Steenkool
Houtskool
Hout
Kernenergie
Wind
Slide 4 - Sleepvraag
Wie heeft er gelijk?
Over fossiele brandstoffen worden enkele uitspraken gedaan.
Stavia zegt: “Bij de verbranding van fossiele brandstoffen komt stikstofoxide vrij. Hierdoor wordt het op aarde steeds warmer.”
Marlinde zegt: “De afvalgassen die bij de verbranding vrijkomen, kunnen op warme windstille dagen zorgen voor smog.”
A
Alleen Stavia heeft gelijk
B
Alleen Marlinde heeft gelijk
C
Beide hebben gelijk
D
Beide hebben ongelijk
Slide 5 - Quizvraag
Verschillende stoffen spelen een rol bij de verzuring. Bekijk de afbeelding hiernaast. Welke stoffen moeten ingevuld worden op plaats 1 en welke op plaats 2?
A
1: Zwaveldioxide en stikstofoxide
2: Zwavelzuur en salpeterzuur
B
1: Zwaveldioxide en salpeterzuur
2: Ammoniak
C
1: Zwavelzuur en salpeterzuur
2: Stikstofoxide
D
1: Zwavelzuur en ammoniak
2: Stikstofoxide
Slide 6 - Quizvraag
Het broeikaseffect is ...
A
Onzin, bestaat niet echt!
B
Heeeel slecht!
C
Fijn voor tuinders!
D
Top! Lekker warm!
Slide 7 - Quizvraag
Bij verbranding van bijvoorbeeld benzine in een auto ontstaat koolstofdioxide. Welk nadeel levert de uitstoot van te veel koolstofdioxide op langere termijn op?
A
Een toename van de hoeveelheid koolstofdioxide veroorzaakt accumulatie in de voedselketen.
B
Een toename van de hoeveelheid koolstofdioxide veroorzaakt overbemesting van de bodem.
C
Een toename van de hoeveelheid koolstofdioxide versterkt het broeikaseffect.
Slide 8 - Quizvraag
Welke van de volgende verschijnselen zijn de oorzaak van het versterkte broeikaseffect? Let op: meerdere antwoorden zijn juist.
De hoeveelheid koolstofdioxide in de lucht stijgt.
Het waterpeil van de Noordzee is gestegen.
In Nederland regent het steeds vaker.
Steeds meer mensen op aarde gebruiken energie.
1
2
4
3
Slide 9 - Sleepvraag
Wat is het versterkte broeikaseffect?
A
De laag broeikasgassen wordt dikker, waardoor het steeds warmer wordt
B
Het gat in de ozonlaag wordt groter
C
Het wordt kouder op aarde
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Video
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
PAPIER en KARTON
RESTAFVAL
PMD
GFT
Slide 14 - Sleepvraag
PAPIER en KARTON
RESTAFVAL
PMD
GFT
Slide 15 - Sleepvraag
Slide 16 - Video
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
'Gewone' landbouw
Biologische landbouw
Mest van dieren
Kunstmest
Plaagdieren chemisch bestrijden
Plaagdieren met natuurlijke vijand bestrijden
Dieren hebben meer ruimte
Dieren hebben minder ruimte
Duurder vlees
Goedkoper vlees
Slide 21 - Sleepvraag
Wat is de meest duurzame keuze?
Keuze 1: groente in blik kopen en daarna het blik bij het plastic afval gooien.
Keuze 2: zelf een groentezakje meenemen naar de supermarkt en daar losse groente kopen.
A
Keuze 1
B
Keuze 2
C
Keuze 1 en 2 zijn even duurzaam
D
Geen van beide keuzes is duurzaam
Slide 22 - Quizvraag
Wat is de meest duurzame keuze?
Keuze 1: gangbare melk
Keuze 2: biologische melk
Keuze 3: plantaardige melk (bijvoorbeeld soja melk)
A
Keuze 1
B
Keuze 2
C
Keuze 3
D
Keuze 2 en 3 zijn even duurzaam
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Wat is geen vorm van duurzame energie?
A
Zonne energie
B
Wind energie
C
Energie uit biomassa
D
Energie uit fossiele brandstoffen
Slide 26 - Quizvraag
Zonne-energie is eenduurzame energiebron. "Duurzaam" betekent:
A
Raakt op
B
Meerdere keren te gebruiken
C
Raakt nooit op
D
Er komt steeds minder van
Slide 27 - Quizvraag
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Is windenergie een duurzame energiebron?
A
Ja
B
Nee
Slide 31 - Quizvraag
Minder of geen vlees eten
A
Milieubewust
B
Niet milieubewust
Slide 32 - Quizvraag
Slide 33 - Tekstslide
Wat is de duurzame keuze?
duurzame keuze
of
of
of
of
Slide 34 - Sleepvraag
Wat is de duurzame keuze?
Duurzame keuze
of
of
of
Slide 35 - Sleepvraag
Hieronder staan een paar voorbeelden van dingen die je anders kunt doen. Wat is een voorbeeld van welke vorm van duurzaam leven?