les 7, 8 en 9 H3.3 molair volume

H3 Organische Verbindingen
NOVA 4VWO
les 7  H3.3 molair volume
                     
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H3 Organische Verbindingen
NOVA 4VWO
les 7  H3.3 molair volume
                     

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het eind van deze les
kun je de chemische hoeveelheid van een gas omrekenen naar het volume met behulp van het molair volume

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

startopdracht
groep 1
Bereken het volume in L van 1 mol CO2 bij T=273K
groep 2
Bereken het volume in L van 1 mol NH3 bij T=273K
timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom heeft de massa/de grootte van een molecuul bij gassen geen invloed op het volume??

Slide 4 - Tekstslide

analoog voorbeeld:
vul een lokaal met pingpongballen of met skippyballen
EIS: de onderlinge afstand van het hart van de ballen moet 3 meter zijn
Passen er dan meer, minder of evenveel pingpongballen in het lokaal als skippyballen?
(evenveel)
leg uit: hoe komt dat?
de onderlinge afstand bepaalt hoeveel ballen er in het lokaal passen, niet de grootte van de ballen zelf
Bij een gas is de onderlinge afstand tussen moleculen groter dan de grootte van de moleculen zelf, dus alle gassen hebben eenzelfde volume bij gelijke temperatuur en druk

Slide 5 - Tekstslide

bespreken/vragen:
welke invloed heeft de temperatuur op het volume van een gas?
(bij hogere T groter V)
kun je dat uitleggen op microniveau?
(bij hogere T bewegen deeltjes sneller en neemt de onderlinge afstand toe)
conclusie: alle gassen hebben altijd hetzelfde volume (bij 1 mol) BIJ DEZELFDE T
(en ook bij dezelfde p, want samenpersen verkleint de afstand tussen de moleculen - maar bij scheikunde geldt altijd p = p0)
Molair volume (Vm)
  • alléén voor rekenen aan gassen
  • eenheid: liter per mol
  • afhankelijk van temperatuur (Binas tabel 7):  
  • 273 K (ideaal gas) = 22,4 L/mol
  • 278 K (standaardomstandigheden) = 24,5 L/mol

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

alléén voor gassen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LET OP: Welke tabellen mag je gebruiken bij rekenen aan gassen bij 298K?
Binas 12 dichtheid gassen
T = 273 K
niet bruikbaar
Binas 40 dichtheid
T = 298 K
wel bruikbaar voor elementen(g)
Binas 7 
Vm = 22,5 l/mol
T = 298 K

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

eigen werk
Doorlezen H3.3 Molair volume

Leren blauwe begrippen
Leren formule + figuur 6
Goed bestuderen voorbeeldopdracht 1
Maken + nakijken opgaven 4 en 5 


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Proef 3 (blz 181) Hoeveel ruimte neemt een mol gas in?

  • Jas en bril nodig
  • boek en pen op tafel, verder leeg 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Proef 3 (blz 181) Hoeveel ruimte neemt een mol gas in?
Voer de proef uit en maak de opdrachten.  T = 19,5 graden Celcius
Proef A: 10 mL zoutzuur in plaats van 25 mL 
                  meet de lengte v/h magnesiumlint, 1,0 cm = 20 mg

Uitvoering Proef B: 
  • doe ongeveer 50 mL kraanwater in erlenmeyer
  • breek 1/2 tablet in tweeën
  • doe 1/4 tablet in het water en wacht tot het is uitgeborreld.
  • weeg de overgebleven 1/4 tablet en weeg de erlenmeyer met inhoud, noteer massa in tabel.
  • Maak de gasopvangopstelling klaar.
  • Doe 1/4 tablet bij de erlenmeyer en vang het gas dat ontstaat op. 
  • Reactie afgelopen? Noteer massa van de erlenmeyer en het volume van het gas in tabel. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Proef 3A Hoeveel ruimte neemt een mol waterstof in? (blz 181)

1 Gegeven: 1,0 cm = 20 mg
   vb: 26 mg Mg -> 22 mL gas

2 MMg = 24,31 g/mol
n = m/M = 26 * 10-3 / 24,31 = 1,07 * 10-3 mol Mg
3  molverhouding Mg : H2 = 1 : 1
    dus ook 1,07 * 10-3 mol H2 (g)

4 Vm = V/n = 22*10-3 L / 1,07 * 10-3 mol 
                                                                 = 21 L/mol

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Proef 3B Hoeveel ruimte neemt een mol koolstofdioxide in? (blz 183)

5 m(1/4 bruistablet) = 0,863 g
   m(erlenmeyer met 50 mL water) = 96,443 g
   m(erlenmeyer na de reactie) = 97,166 g
   Vgas = 76 mL

6 dus m(CO2) = 0,863 + 96,443 - 97,166 = 
                               97,306 - 97,166 = 0,14 g
7 MCO2 = 44,01 g/mol
  n = m/M = 0,14/ 44,01 =  = 3,18 * 10-3 mol CO2
 

4 Vm = V/n = 22*10-3 L / 1,07 * 10-3 mol 
                                                                 = 21 L/mol









8 Vm = V/n = 76*10-3 L / 3,18 * 10-3 mol
                                                                 = 24 L/mol
50 mL water + 1/4 bruistablet

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

eigen werk H3.3 Brandstoffen en molair vorlume
Maken en nakijken: opgave 6 + 7 


Vragen over opgaven die je al gemaakt zou moeten hebben: 1 t/m 5

Nakijken practicum
timer
0:25

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies