H4 Woordenschat Pleonasme en Tautologie

Wat hebben we vorige week gedaan?

Kennismaking
Spelling (afkortingen)
Foutief beknopte bijzin controleren



1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat hebben we vorige week gedaan?

Kennismaking
Spelling (afkortingen)
Foutief beknopte bijzin controleren



Slide 1 - Tekstslide

Stijlfiguren hoofdstuk 4:
Pleonasme
Tautologie

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Pleonasme
Bij een pleonasme wordt een eigenschap van iets dubbel uitgedrukt. Een pleonasme bestaat uit twee woordsoorten, vaak een bijvoeglijk naamwoord en een zelfstandig naamwoord. Het bijvoeglijk naamwoord drukt een eigenschap uit die al besloten ligt in het zelfstandig naamwoord. Denk bijvoorbeeld aan witte sneeuw. Sneeuw is altijd wit, dus dit bijvoeglijk naamwoord is dubbelop.

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeelden pleonasme:
Groen gras
Ronde bal
Mondeling gesprek
Hoekig vierkant
Houten boomstam

Slide 5 - Tekstslide

Veelvoorkomende uitdrukkingen, die eigenlijk pleonasmen zijn:


Grote reus
Gratis cadeau
Nog eens herhalen
Weer hervatten
Vieze stank

Slide 6 - Tekstslide

Wanneer fout?
Een pleonasme kan gebruikt worden om zinnen aantrekkelijker te maken en om zaken te benadrukken. Denk bijvoorbeeld aan gedichten. In zakelijke teksten wordt een pleonasme als stijlfout gezien. Dus daar is het niet goed om van een 'ronde cirkel' of een' dood lijk' te spreken.

Slide 7 - Tekstslide

Tautologie
Een tautologie is een combinatie van woorden die hetzelfde uitdrukken. Het zijn twee woorden van dezelfde woordsoort, bijvoorbeeld twee bijvoeglijk naamwoorden, twee zelfstandige naamwoorden of twee bijwoorden. Tussen de woorden in staat meestal een voegwoord, zoals en of of. Je kunt hierbij denken aan verheugd en blij. Deze woorden betekenen hetzelfde en één van de twee kun je prima weglaten.

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeelden tautologie:
Veel voorkomende, geaccepteerde tautologieën:
Never nooit (niet)
Pracht en praal
Vast en zeker
één en hetzelfde
Leugen en bedrog

Slide 9 - Tekstslide

Verschillen:
Het verschil zit hem dus in de woordsoorten. Bij een pleonasme is er sprake van twee verschillende woordsoorten, waarbij het ene woord iets uitdrukt wat al in het andere woord besloten ligt. Bij een tautologie wordt hetzelfde gezegd met twee verschillende woorden van dezelfde woordsoort.

Slide 10 - Tekstslide

Stijlfouten:
Vormen van pleonasme en tautologie kunnen gebruikt worden om iets te benadrukken, maar ze kunnen in sommige situaties ook als stijfout gezien worden.

Slide 11 - Tekstslide

Tautologieën die vaak als fouten worden gezien:
Ik doe het zo, want dat doe ik immers altijd. (want en immers betekenen hetzelfde)
We wisten dit reeds weken al. (reeds en al betekenen hetzelfde)
Tot dusver hebben we dit niet eerder gezien. (tot dusver en niet eerder betekenen hetzelfde)

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag met de opdrachten van H4 woordenschat

Slide 13 - Tekstslide

Gebruik deze les om opdrachten (af) te maken van H4:



Spelling (woorden korter schrijven)
Formuleren (beknopte bijzin controleren)
Woordenschat (stijlfiguren)

Slide 14 - Tekstslide

Voor donderdag
Je opdrachten zijn af! Ik zal het ook in magister zetten.

We gaan donderdag aan de slag met H4 Grammatica "tussenwerpsel"

Slide 15 - Tekstslide