Week 3- les 2 - (De vroege middeleeuwen-Leenstelstel)

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t, havo, vwo
• Leerjaar 1

    Tijdvak 3: Monniken & Ridders 

Week 2 - les 2 

(T/H/V)

Programma

1.  Leerdoelen week 2 (5 min) 

2. Herhaling: Test jezelf! (10 min) 

3. Het Hofstelsel (10 min) 

4. Tijd voor Geschiedenis (20 min) 

      T:           3.3.1 

       H/V:     6.3.1 + 6.3.2

6. Test jezelf! Leerdoelen week 3 (5 min) 

Leerdoelen week 2 - les 1 (t/H/V)

- Je kunt uitleggen waarom het voor missionarissen belangrijk was om koningen christen te maken.

- Je kunt uitleggen waarom het combineren van een natuurgodsdienst met het christendom een manier was om mensen te bekeren.

ALEEN HAVO/VWO!

- Je kunt de agrarische samenleving beschrijven aan de hand van het hofstelsel en het verschijnsel horigheid.

- Je kunt het drieslagstelsel uitleggen.

Wat betekend het woord standensamenleving?

1. Een samenleving waarin de bevolking in lagen is verdeeld
2. Een samenleving van alleen maar mensen van adel (van stand)
3. Een maatschappie bekijken vanuit een bepaalde positie

Welke tijden horen bij tijdvak 3? (leerdoel 1)

1. het jaar 0 tot 1000
2. het jaar 500 na Chr. tot na Chr. 1000
3. het jaar 500 v.Chr. tot 1000 na Chr.
4. het jaar 500 v.chr. tot 500 na Chr.

1

2

3

1

2

3

Adel

Boeren

Geestelijkheid

Juist of onjuist: De adel hield zich vooral bezig met oorlog voeren en besturen van gebieden (leerdoel 2)

1. Juist
2. Onjuist

Einde van het West-Romeinse Rijk

1. 313
2. 391
3. 476
4. 33

Juist of onjuist: De geestelijkheid hield zich bezig met het regelen van kerkdiensten en het verspreiden van het Christendom. (leerdoel 2)

1. Juist
2. Onjuist

Wat was geen gevolg van het instorten van het West-Romeise Rijk?

1. De Romeinse wegen werden niet meer onderhouden, zodat het lastig werd om te reizen.
2. Er bleven weinig mensen over die konden lezen en schrijven.
3. Geld was er niet meer en daarom ontstond er ruilhandel.
4. Veel mensen trokken naar Rome om daar te gaan wonen omdat het daar nog veilig was.

Filmpje

VMBO-T

Verspreiding van het christendom in het rijk van Karel de Grote

3.3.1

Christendom werd het officiele geloof in het Romeinse Rijk.

Hierdoor werden:

• Veel meer mensen in Europa christen.
• Mensen gingen dit geloof actief verspreiden.

3.3.1

Na de val van het Romeinse Rijk:

• Missionarissen  

" Geestelijken die het christendom 

verspreidden in opdracht van de paus." 

•  Willibrord en Bonifatius 

3.3.1

Karel de Grote wil in zijn land dat iedereen Christen was.

• Ten eerste zou zijn rijk meer een eenheid worden als iedereen hetzelfde geloof had.
• Ten tweede gaf één christenrijk Karel meer macht en aanzien. Hij werd in 800 dan ook door de paus tot keizer gekroond. 

Link

Havo

Het leven van de heer op een domein

6.3.1

3.3.1

Na de val van het Romeinse Rijk:

• Missionarissen  

" Geestelijken die het christendom 

verspreidden in opdracht van de paus." 

•  Willibrord en Bonifatius 

• Het land van de (achter)leenman is een domein 
• Het landhuis van de heer is een vroonhof
• Later werden dit soms kasteel

Op het Hof:

• Horigen: Boeren die afhankelijk werden van hun heer, 
• verplicht op het domein blijven wonen. 
• Herendiensten: Taken die horigen moeten doen voor de heer.
• Horigen mochten de akkers bewerken, wel pacht betalen.  Het systeem van heren en horigen die samenleefden op een domein heet het hofstelsel.
  

Aan de slag! 

Leerdoelen week 2 - les 1 (t/H/V)

- Je kunt uitleggen waarom het voor missionarissen belangrijk was om koningen christen te maken.

- Je kunt uitleggen waarom het combineren van een natuurgodsdienst met het christendom een manier was om mensen te bekeren.

ALEEN HAVO/VWO!

- Je kunt de agrarische samenleving beschrijven aan de hand van het hofstelsel en het verschijnsel horigheid.

- Je kunt het drieslagstelsel uitleggen.