4.4: De verspreiding van het christendom over Europa

Hoofdstuk 4: Geloof en geweld
4.4: De verspreiding van het Christendom over Europa



1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4: Geloof en geweld
4.4: De verspreiding van het Christendom over Europa



Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
10 min Opdracht bespreken
5 min Leerdoelen
20 min Instructie 
30 min Opdrachten maken 
10 min Orientatie bespreken

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je begrijpt wat kerkvaders zijn
  2. Je kunt uitleggen hoe kloosters in de middeleeuwen ontstonden
  3. Je kunt uitleggen waarom Bonifatius in Dokkum werd vermoord

Slide 3 - Tekstslide

Wat was het leenstelsel?
A
Een stelsel waarbij een leenheer land uitleende aan horigen
B
Een stelsel waarbij de koning zijn land onder de geestelijkheid verdeelde
C
Een stelsel waarbij een leenman zijn land aan een leenheer uitleende
D
Een stelsel waarbij een koning zijn land uitleende aan zijn ridders

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een nadeel van het leenstelsel?
A
Het geleende land werd door de leenman als eigendom gezien
B
De koning had te weinig land om uit te lenen
C
Er waren te weinig leenmannen
D
Na Karel de grote verdween het leenstelsel

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het hofstelsel?
A
Bescherming in ruil voor pacht en herendiensten
B
Raad en daad
C
Geld lenen van het hof
D
Ander woord voor leenstelsel

Slide 6 - Quizvraag

In het hofstelsel:
A
geeft de heer bescherming aan de horige
B
moesten horigen herendiensten verrichten
C
geeft de horige een deel van de opbrengst van het land aan de heer
D
helpt de heer de horige op het land tijdens de oogsttijd

Slide 7 - Quizvraag

Domeinen waren zelfvoorzienend
(= alles wat nodig was, werd op het domein gemaakt)
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een domein?
A
het gebied van een horige
B
het gebied van een koning
C
het gebied van een halfvrije boer
D
het gebied van een edelman of klooster

Slide 9 - Quizvraag

Hoe functioneerden zelfvoorzienende domeinen?
A
Ze importeerden alles wat ze nodig hadden
B
Ze produceerden hun eigen goederen en voedsel
C
Ze hadden geen behoefte aan handel
D
Ze waren afhankelijk van buurlanden

Slide 10 - Quizvraag

Een apostel is:
A
een heilige
B
een boodschapper van God
C
een leerling van Jezus
D
de zoon van God

Slide 11 - Quizvraag

Hoe zat het ook alweer met horigheid en hofstelsel?
Horigen...
A
waren vazallen van de koning
B
waren leenmannen van een edelman
C
waren slaven die het land bewerkten
D
leverden vrijheid in, in ruil voor bescherming

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een reden dat steden krompen na de val van het West-Romeinse Rijk?
A
Invasies van buurvolkeren veroorzaakten economische blokkades.
B
De bevolking verhuisde naar landelijke gebieden voor veiligheid.
C
Verminderde handel en instabiliteit leidden tot afname van bevolking.
D
De stedelijke infrastructuur was te verouderd om te onderhouden.

Slide 13 - Quizvraag

Wat was de plicht van een horigen in de Middeleeuwen?
A
Het leiden van religieuze ceremonies
B
Het bouwen van kastelen
C
Het bewerken van het land van de heer
D
Het handelen in specerijen

Slide 14 - Quizvraag

Wat hield de horigheid in de Middeleeuwen in?
A
Het gebonden zijn aan het land van de heer
B
Het reizen als handelaar
C
Het leiden van een eigen leger
D
Het dienen als koninklijke adviseur

Slide 15 - Quizvraag

4.4: De verspreiding van het Christendom
Omdat in het begin de leer van het christelijke geloof nog niet vast lag, hadden kerkvaders  veel invloed op de leer van het geloof. Sommigen christenen vonden dat de wereld zo zondig was, dat zij zich terug trokken in kloosters. Hier gingen ze bidden en boeken overschrijven. De Fransen speelden een belangrijke rol in de verspreiding van het christendom. De Frankische koning Clovis werd gekroond en de Franken zorgden voor de bekering van de Friezen en de Saksen. 

Slide 16 - Tekstslide

Kerkvaders
  • Augustinus: Goed dat Rome is geplunderd, het draait om het leven na de dood
  • Bij goed leven wordt je beloond met de hemel, in 'stad van God'
  • Bijbel het heilige boek, maar nog niet alles lag vast! 
  • Kerkvaders dachten hierover na en legden ideeën vast in boeken

Slide 17 - Tekstslide

Leven in het klooster
  • Monniken en nonnen
  • Belofte van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid aan de abt
  • Onderdak reizigers, verzorgen zieken, overschrijven boeken (kerkvaders en uit de Oudheid)
  • Kloosters werden domeinen met leenmannen en rijkdom
  • Hoge geestelijken leven als adel

Slide 18 - Tekstslide

Bekering van de Franken
  • Koning Clovis laat zich dopen samen met zijn edelen (496 n. Chr.)
  • Katholiek o.l.v. paus in Rome
  • Clovis kreeg hierdoor steun van bisschoppen en oorspronkelijke bevolking van Frankrijk
  • Missionarissen bouwen kerken op heilige plekken voor Germanen
  • Overgang makkelijk maken!

Slide 19 - Tekstslide

Germaanse/Noorse Goden
  • Wodan (Odin) -> Oppergod, kennis & wijsheid
  • Donar (Thor) -> donder
  • Frîia (Freyja) -> liefde en vruchtbaarheid
  • Njord (Njörd) -> zeemanschap en zeilkunst

Slide 20 - Tekstslide

Frankische band met de kerk
  • Samenwerking kerk en staat
  • Velen Franken volgen (onder dwang) Clovis als christen
  • Friezen worden pas bekeerd na verovering door Franken, moord op Bonifatius
  • Karel de Grote dwingt Saksen na verovering christen te worden
  • Heidens geloof = bijgeloof

Slide 21 - Tekstslide

Bedenk een politieke reden waarom Clovis zich liet bekeren tot het christendom.

Slide 22 - Open vraag

Koningen doneerden veel land en spullen aan kloosters. Bedenk een reden waarom zij dit deden.

Slide 23 - Open vraag

Wat is de rol van een kerkvader?
A
Het leiden van muzikale uitvoeringen tijdens de eredienst.
B
Het ontwikkelen van theologische leerstellingen en geschriften.
C
Het organiseren van liefdadigheidsevenementen in de gemeenschap.
D
Het uitvoeren van administratieve taken binnen de kerk.

Slide 24 - Quizvraag

Wat was een belangrijke taak van een monnik in een klooster?
A
Het leiden van militaire expedities
B
Het uitvoeren van politieke taken
C
Het kopiëren van religieuze geschriften
D
Het handelen in goederen

Slide 25 - Quizvraag

Aan de slag!
  • Invullen leerdoelen
  • Maken opdrachten 53 t/m 60

Slide 26 - Tekstslide