De oudere volwassene

De oudere volwassene
Iedereen wil oud worden, maar niemand wil oud zijn.
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Welzijn PropedeuseHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

De oudere volwassene
Iedereen wil oud worden, maar niemand wil oud zijn.

Slide 1 - Tekstslide

  • Welkom bij de laatste serie lessen van Welzijn propedeuse. 
  • De komende weken lessen over: doelgroepen, namelijk ouderen en chronisch zieken en mensen met een beperking en gezonndheidszorg in Nederland. 
  • Het is handig als jullie naast de laptop ook je mobieltje, tablet bij de hand houden. Je kan ook via split screen beide schermen volgen. 
  • Als er vragen zijn, steek dan je vinger op in teams. Camera aan, geluid uit.
Programma
- Welkom
- Doelen (wat behandelen we wel en wat niet in deze les)
- Inleiding
- Uitleg aan de hand van de doelen.
- Evalueren en afsluiten


Slide 2 - Tekstslide

  • Wat we niet in de les behandelen, vind je terug in de elo. 
  • Ik ga ervan uit dat je de stof voorbereid voorafgaand aan de les
  • Stel gerust vragen ter verduidelijking.
Doelen van de workshop
Je kent:
  • De leeftijden van Rögels
  • De generatietheorie en de formatieve periode
  • 3e en 4e levensfase (zie literatuur levensfasen in hoofdstuk 3)
  • Primary en secondary aging
  • Lichamelijke, geestelijke en sociale verouderingsprocessen.
  • Concepten als: vergrijzing, multiple pathologie, rouw (verwerking)
  • Ontwikkelingstaken van ouderen volgens Erikson
  • Rouwverwerkingsprocessen (niet in deze les, maar uitleg in de elo)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zoek een afbeelding die voor jou staat voor ouderdom.

Slide 4 - Open vraag

Inleidende opdracht

Slide 5 - Video

Inleidende film over veroudering manen en vrouwen. Nature: aangeboren kenmerken benoemen, Nurture, opvoeding en sociale factoren benoemen. 
Rögels, vier soorten leeftijd:
  1. fysieke of biologische ouderdom (lichamelijke verandering)
  2. chronologische ouderdom (datum)
  3. psychologische leeftijd (je bent zo oud als dat je je voelt)
  4. sociologische leeftijd (AOW/pensioen/gedrag/gebruiken)

Slide 6 - Tekstslide

Vragen om te bespreken:
  1. Kalenderleeftijd: wie is er op 29 februari jarig? Wie kent iemand die op schrikkeldag jarig is? Hoe oud ben je dan volgens de kalenderleeftijd?
  2. Psychologische leeftijd: wat geeft jou een oud of juist een jong gevoel? Kun je een jonge oudere zijn en een oude jongere?
  3. Biologische leeftijd: op welke leeftijd kwam je in de puberteit? Welke verschillen zag je met jouw klasgenoten?
  4. Sociale leeftijd: wat vind je echt niet meer kunnen als je 18, 30, 60 bent? Tot welke leeftijd kan iemand deze jeans dragen?
  5. Zie voor meer uitleg ook de verplichte literatuur.
Conclusie: leeftijd is een relatief begrip, het is maar vanuit welk perspectief je naar leeftijd en veroudering kijkt. 

0

Slide 7 - Video

Bekijk dit filmpje. Hierna volgt een toepassingsvraag over de leeftijden van Rögels en vraag ik iemand om dit toe te lichten.
Welk selectiecriterium is hier bepalend voor de indeling van de teams?
Biologische leeftijd
Kalenderleeftijd
Sociale leeftijd
Psychologische leeftijd

Slide 8 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

De generatietheorie
  • (over)grootouders, ouders, kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen.
  • Kinderen van 'onze' tijd. 
  • Maatschappelijke generatie
  • Formatieve periode (gevoelige periode van opgroeien) 

Slide 9 - Tekstslide

  • Niet hetzelfde als generaties: opa, moeder, zoon, kleinkind
  • Tijdens je de jeugdjaren neem je als het ware de ‘tijdgeest’ in je op en je voegt hier iets aan toe op basis van de onbevangen ‘jeugdige’ blik die je hebt als jongere. (zie ook boek ‘mensenwerk’)

Slide 10 - Tekstslide

  • Elke periode heeft zo zijn eigen idee over bijvoorbeeld opvoeden, man-vrouw verhoudingen en prioriteiten in het leven. 
  • Ook historische gebeurtenissen zijn belangrijk. De Tweede Wereldoorlog, het studentenprotest in de jaren ’60 of de economische recessie van de jaren ’70 hebben een stempel gedrukt op mensen.
  • Ook socio-culturele fenomenen hebben hun impact: de muziek van de jaren ’60 maakte een onuitwisbare indruk op de jongeren van toen, de computer en sociale media beïnvloeden de jongeren van nu.
Opdracht op de volgende sheet zie je een overzicht van de generaties: tot welke generatie behoor je en herken je jezelf hierin?
Wat zijn de ‘grote’ maatschappelijke historische gebeurtenissen die jullie hebben gevormd?
De vormende fase is de opvoeding in het gezin en op school, de formatieve fase is de vorming door de invloeden van de tijdgeest, de maatschappij, belangrijke gebeurtenissen.

Slide 11 - Tekstslide

wat je moet weten is wat de formatieve periode betekent. 
wat je moet weten is voorbeelden geven van generaties en wanneer deze ongeveer waren.
primary and secondary aging
- primary: normale veroudering als geleidelijk proces.
- secondary aging: versnelde veroudering door een ziekte, ongeval, leefstijl (je echte leeftijd.nl)

Slide 12 - Tekstslide

We gaan verder met het concept veroudering. Veroudering begint vanaf je geboorte. Veroudering is een continu proces naar volwassenwording en verder. De natuurlijke geleidelijke verouderingsprocessen noemen we primary aging. Denk aan topsporters die naarmate ze ouder worden minder gaan presteren of aan veertigers die een leesbril nodig hebben. 
Soms kan veroudering versneld worden door aandoeningen, ongevallen of ziektes. Parkinson, Alzheimer kunnen de fysieke en mentale achteruitgang van een persoon in een stroomversnelling brengen. Ook kan een ongeval, zoals een gebroken heup zorgen voor versnelde achteruitgang. Maar denk ook aan leefstijlfactoren zoals roken, drinken, ongezond eten. 

Slide 13 - Tekstslide

als je naar dit overzicht kijkt dan zie je dat er veel fysieke veranderingen plaatsvinden tussen geboorte en overlijden. De hartslag van een baby is 150. bij een volwassene of oudere rond de 70. De bloeddruk neemt toe gedurende het leven, omdat bloedvaten minder elastisch worden. Zo zie je nog andere veranderingen die plaatsvinden. Op de volgende sheet volgt een testje van jullie gehoor. het gehoorbereid verandert namelijk ook gedurende het leven. Kinderen hebben een hoger bereik dan ouderen ongeacht het volume. Luister zelf. 

Slide 14 - Video

ik laat jullie zo een geluid horen. noteer voor jezelf vanaf welke frequentie je het geluid begint te horen en noteer de frequentie vanaf wanneer je het geluid niet meer hoort. Het geluid begint heel laag met een bromtoon en eindigt hoog. 

Slide 15 - Tekstslide

meest kenmerkend van veroudering is de biologische veroudering. Cellen sterven af of worden niet meer voldoende hersteld en weefsels kunnen beschadigd raken. Denk aan bijvoorbeeld doofheid, slecht zien, stijvere gewrichten of vergeetachtigheid. Het oudere lichaam kan zich minder makkelijk aanpassen aan deze veranderingen. 

Slide 16 - Tekstslide

Osteoporose: brozer worden van de botten door verlies van kalk en mineralen.
Artrose is verlies van kraakbeen, waardoor gewrichten niet meer soepel kunnen bewegen. Dit kan dan pijnlijk zijn. Denk bijvoorbeeld aan knieklachten die veel voorkomen van ouderen. 

Slide 17 - Tekstslide

De huid verandert door dunner te worden; ook neemt de elasticiteit af. Gevolg: rimpels en een drogere huid. De zon kan deze huidveroudering versnellen; net als roken. leefstijlfactoren kunnen dus zorgen voor secundary aging van de huid. Goed smeren dus en stoppen met roken. 

Slide 18 - Tekstslide

Cognitief hebben ouderen als voordeel dat ze een rijkere geschiedenis hebben dan jongeren. Ouderen zijn daardoor in staat meer nuances aan te brengen en gebeurtenissen in perspectief te plaatsen. Ouderen hebben doorgaan een rijk lange termijn geheugen. Het korte termijn geheugen kan minder worden. We hebben het hier dan niet over dementie of iets dergelijks. Dat soort aandoeningen versnellen juist de veroudering. 
toch geldt ook hier: use it or loose it of zoals wij dat zeggen rust roest. Het gebruik van de hersenen helpt ze om in conditie te blijven. vooral het aanleren van een nieuwe taal of een muziekinstrument stimuleert de aanmaak van nieuwe verbindingen in de hersenen. 

Slide 19 - Tekstslide

als we het hebben over vergrijzing dan hebben we het over het sociologische, maatschappelijke aspect van veroudering. het gaat niet om het krijgen van grijs haar, maar om een samenleving die steeds meer ouderen krijgt. De levensverwachting neemt toe (mensen worden steeds ouder) en het geboortecijfer blijft achter (mensen krijgen minder kinderen). Hierdoor neemt het aandeel ouderen in de samenleving toe. Wat voor gevolgen heeft dit denk je voor onze samenleving?

we kennen ook het begrip dubbele vergijzing. dit betekent dat niet alleen het aandeel 65+ toeneemt, maar dat ook het aandeel 80+ toeneemt. We krijgen dus ook steeds meer oudere ouderen in onze samenleving. 

Slide 20 - Tekstslide

in deze bevolkings Pyramide zie je hoe de samenstelling per leeftijd is veranderd in de afgelopen jaren. Wat je ziet is dat de groep ouderen relatief stijgt ten opzichte van de jongere generaties. Het lijkt erop dat deze vergrijzing doorzet tot ongeveer 2050.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

kort herhalen; in de volgende sheet ga ik in op Erikson en de oudere mens. 
Erikson en ouderen
  • Erikson beschrijft de persoonlijkheidsontwikkeling.
  • De taak die ouderen hebben volgens Erikson is het komen tot ego-integriteit. Het aanvaarden van het leven zoals het is geleefd en komen tot zingeving
  • Lukt dit niet, dan ontstaan gevoelens van wanhoop of verbittering.
  • Lukt dit wel, dan ontstaat er ruimte voor wijsheid, acceptatie en zingeving aan het leven.

Slide 23 - Tekstslide

Erikson is al eerder voorbij gekomen in de lessen van Nicole. Erikson was ontwikkelingspsycholoog en hield zich bezig met de persoonlijkheidsontwikkeling. Erikson stelt dat elke levensfase taken en opdrachten kent die de persoon moet volbrengen om te komen tot optimale ontwikkeling. Ook in de laatste levensfase is dit van belang. Erikson noemt deze taak bij ouderen het komen tot ego-integriteit, het aanvaarden van het leven, het kunnen accepteren van de tekorten en de fouten en het kunnen waarderen van al het mooie. zo ontstaat er rust, aanvaarding, wijsheid en zingeving. Als dit niet goed verloopt wordt de oudere wanhopig, somber of verbitterd. Hoe zou een verzorgende in een verzorgingshuis de oudere kunnen begeleiding hierbij?
kijken naar de verplichte literatuur.

Slide 24 - Tekstslide

Ik ga even met jullie naar de elo. In de elo vind je de verplichte literatuur. De doelen zijn bepalend voor het leren van de stof en in deze les stip ik een aantal van deze doelen aan. In de volgende sheets stel ik een aantal oefenvragen over de stof van vandaag. 
Wat is het verschil tussen vergrijzing en veroudering?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Rögels onderscheidt vier soorten leeftijd. Welke vier soorten zijn dit? (1pt)

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen primary en secondary aging?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie en afsluiting
  • Vragen
  • Voorbereiden volgende week
  • Neem vragen mee naar de les. 
  • Dank voor jullie inzet en aandacht! 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies