De oudere volwassene

De oudere volwassene
Iedereen wil oud worden, maar niemand wil oud zijn.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Welzijn PropedeuseHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

De oudere volwassene
Iedereen wil oud worden, maar niemand wil oud zijn.

Slide 1 - Tekstslide

  • Welkom bij de laatste serie lessen van Welzijn propedeuse. 
  • De komende weken lessen over: doelgroepen, namelijk ouderen en chronisch zieken en mensen met een beperking en gezonndheidszorg in Nederland. 
  • Het is handig als jullie naast de laptop ook je mobieltje, tablet bij de hand houden. Je kan ook via split screen beide schermen volgen. 
  • Als er vragen zijn, steek dan je vinger op in teams. Camera aan, geluid uit.
Wanneer ben je oud?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is leeftijd?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Rögels, vier soorten leeftijd:
  1. fysieke of biologische ouderdom (lichamelijke verandering)
  2. chronologische ouderdom (datum)
  3. psychologische leeftijd (je bent zo oud als dat je je voelt)
  4. sociologische leeftijd (AOW/pensioen/gedrag/gebruiken)

Slide 4 - Tekstslide

Vragen om te bespreken:
  1. Kalenderleeftijd: wie is er op 29 februari jarig? Wie kent iemand die op schrikkeldag jarig is? Hoe oud ben je dan volgens de kalenderleeftijd?
  2. Psychologische leeftijd: wat geeft jou een oud of juist een jong gevoel? Kun je een jonge oudere zijn en een oude jongere?
  3. Biologische leeftijd: op welke leeftijd kwam je in de puberteit? Welke verschillen zag je met jouw klasgenoten?
  4. Sociale leeftijd: wat vind je echt niet meer kunnen als je 18, 30, 60 bent? Tot welke leeftijd kan iemand deze jeans dragen?
  5. Zie voor meer uitleg ook de verplichte literatuur.
Conclusie: leeftijd is een relatief begrip, het is maar vanuit welk perspectief je naar leeftijd en veroudering kijkt. 

De generatietheorie
  • (over)grootouders, ouders, kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen.
  • Kinderen van 'onze' tijd. 
  • Maatschappelijke generatie
  • Formatieve periode (gevoelige periode van opgroeien) 

Slide 5 - Tekstslide

  • Niet hetzelfde als generaties: opa, moeder, zoon, kleinkind
  • Tijdens je de jeugdjaren neem je als het ware de ‘tijdgeest’ in je op en je voegt hier iets aan toe op basis van de onbevangen ‘jeugdige’ blik die je hebt als jongere. (zie ook boek ‘mensenwerk’)

Slide 6 - Tekstslide

  • Elke periode heeft zo zijn eigen idee over bijvoorbeeld opvoeden, man-vrouw verhoudingen en prioriteiten in het leven. 
  • Ook historische gebeurtenissen zijn belangrijk. De Tweede Wereldoorlog, het studentenprotest in de jaren ’60 of de economische recessie van de jaren ’70 hebben een stempel gedrukt op mensen.
  • Ook socio-culturele fenomenen hebben hun impact: de muziek van de jaren ’60 maakte een onuitwisbare indruk op de jongeren van toen, de computer en sociale media beïnvloeden de jongeren van nu.
Opdracht op de volgende sheet zie je een overzicht van de generaties: tot welke generatie behoor je en herken je jezelf hierin?
Wat zijn de ‘grote’ maatschappelijke historische gebeurtenissen die jullie hebben gevormd?
De vormende fase is de opvoeding in het gezin en op school, de formatieve fase is de vorming door de invloeden van de tijdgeest, de maatschappij, belangrijke gebeurtenissen.

Slide 7 - Tekstslide

wat je moet weten is wat de formatieve periode betekent. 
wat je moet weten is voorbeelden geven van generaties en wanneer deze ongeveer waren.
primary and secondary aging
- primary: normale veroudering als geleidelijk proces.
- secondary aging: versnelde veroudering door een ziekte, ongeval, leefstijl (je echte leeftijd.nl)

Slide 8 - Tekstslide

We gaan verder met het concept veroudering. Veroudering begint vanaf je geboorte. Veroudering is een continu proces naar volwassenwording en verder. De natuurlijke geleidelijke verouderingsprocessen noemen we primary aging. Denk aan topsporters die naarmate ze ouder worden minder gaan presteren of aan veertigers die een leesbril nodig hebben. 
Soms kan veroudering versneld worden door aandoeningen, ongevallen of ziektes. Parkinson, Alzheimer kunnen de fysieke en mentale achteruitgang van een persoon in een stroomversnelling brengen. Ook kan een ongeval, zoals een gebroken heup zorgen voor versnelde achteruitgang. Maar denk ook aan leefstijlfactoren zoals roken, drinken, ongezond eten. 

Wat voor lichamelijke veranderingen horen bij veroudering?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

meest kenmerkend van veroudering is de biologische veroudering. Cellen sterven af of worden niet meer voldoende hersteld en weefsels kunnen beschadigd raken. Denk aan bijvoorbeeld doofheid, slecht zien, stijvere gewrichten of vergeetachtigheid. Het oudere lichaam kan zich minder makkelijk aanpassen aan deze veranderingen. 

Slide 11 - Tekstslide

Osteoporose: brozer worden van de botten door verlies van kalk en mineralen.
Artrose is verlies van kraakbeen, waardoor gewrichten niet meer soepel kunnen bewegen. Dit kan dan pijnlijk zijn. Denk bijvoorbeeld aan knieklachten die veel voorkomen van ouderen. 

Slide 12 - Tekstslide

De huid verandert door dunner te worden; ook neemt de elasticiteit af. Gevolg: rimpels en een drogere huid. De zon kan deze huidveroudering versnellen; net als roken. leefstijlfactoren kunnen dus zorgen voor secundary aging van de huid. Goed smeren dus en stoppen met roken. 

Slide 13 - Tekstslide

Cognitief hebben ouderen als voordeel dat ze een rijkere geschiedenis hebben dan jongeren. Ouderen zijn daardoor in staat meer nuances aan te brengen en gebeurtenissen in perspectief te plaatsen. Ouderen hebben doorgaan een rijk lange termijn geheugen. Het korte termijn geheugen kan minder worden. We hebben het hier dan niet over dementie of iets dergelijks. Dat soort aandoeningen versnellen juist de veroudering. 
toch geldt ook hier: use it or loose it of zoals wij dat zeggen rust roest. Het gebruik van de hersenen helpt ze om in conditie te blijven. vooral het aanleren van een nieuwe taal of een muziekinstrument stimuleert de aanmaak van nieuwe verbindingen in de hersenen. 

Slide 14 - Tekstslide

als we het hebben over vergrijzing dan hebben we het over het sociologische, maatschappelijke aspect van veroudering. het gaat niet om het krijgen van grijs haar, maar om een samenleving die steeds meer ouderen krijgt. De levensverwachting neemt toe (mensen worden steeds ouder) en het geboortecijfer blijft achter (mensen krijgen minder kinderen). Hierdoor neemt het aandeel ouderen in de samenleving toe. Wat voor gevolgen heeft dit denk je voor onze samenleving?

we kennen ook het begrip dubbele vergijzing. dit betekent dat niet alleen het aandeel 65+ toeneemt, maar dat ook het aandeel 80+ toeneemt. We krijgen dus ook steeds meer oudere ouderen in onze samenleving. 

Slide 15 - Tekstslide

in deze bevolkings Pyramide zie je hoe de samenstelling per leeftijd is veranderd in de afgelopen jaren. Wat je ziet is dat de groep ouderen relatief stijgt ten opzichte van de jongere generaties. Het lijkt erop dat deze vergrijzing doorzet tot ongeveer 2050.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen vergrijzing en veroudering?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Rögels onderscheidt vier soorten leeftijd. Welke vier soorten zijn dit? (1pt)

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen primary en secondary aging?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie en afsluiting

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies