In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
§9.1 Twee soorten groei - les 1
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel
Formule bij een lineair verband opstellen.
Formule bij een exponentieël verband opstellen.
Slide 2 - Tekstslide
Lineaire groei
Slide 3 - Woordweb
Lineaire groei
Algemene formule:N=at+b
a=richtingscoeficiënt
b=snijpunt met y-as
Grafiek is een rechte lijn
Een hoeveelheid neemt per tijdseenheid met hetzelfde getal toe of af.
Slide 4 - Tekstslide
Exponentiële groei
Slide 5 - Woordweb
Exponentieële groei
Algemene formule N=
b=beginhoeveelheid
g=groeifactor per tijdseenheid
Een hoeveelheid wordt per tijdseenheid met hetzelfde getal (groeifactor) vermenigvuldigd
b⋅gt
Slide 6 - Tekstslide
Oefenopgave
LINEAIRE GROEI
Een hoeveelheid N groeit lineair toe. Op t=5 is N=688 en op t=12 is N=800.
Stel de formule op van N.
N=at+b
Stap 1 RC berekenen
Stap 2 Beginwaarde berekenen
Stap 3 Formule van N opstellen
Slide 7 - Tekstslide
Oefenopgave
LINEAIRE GROEI
Een hoeveelheid N groeit lineair toe. Op t=5 is N=688 en op t=12 is N=800.
Stel de formule op van N.
N=at+b
Slide 8 - Tekstslide
Oefenopgave
EXPONENTIEËLE GROEI
In een flatgebouw neemt het aantal kakkerlakken elke week met 8% toe. Op 1 mei 2010 waren er 850 kakkerlakken. Stel de formule van de groei van het aantal kakkerlakken. Neem de tijd t in weken met t=0 op 1 mei 2010.
N=
Stap 1 Groeifactor berekenen
Stap 2 Beginwaarde bepalen
Stap 3 Formule van N opstellen
b⋅gt
Slide 9 - Tekstslide
Oefenopgave
EXPONENTIEËLE GROEI
In een flatgebouw neemt het aantal kakkerlakken elke week met 8% toe. Op 1 mei 2010 waren er 850 kakkerlakken. Stel de formule van de groei van het aantal kakkerlakken. Neem de tijd t in weken met t=0 op 1 mei 2010.
N=
b⋅gt
Slide 10 - Tekstslide
Een hoeveelheid B groeit lineair toe. Op q=9 is B=450 en op q=11 is B=490. Stel de formule op van B
Slide 11 - Open vraag
Een hoeveelheid B groeit lineair toe.
Op q=9 is B=450 en op q=11 is B=490.
Stel de formule op van B
Een hoeveelheid B groeit lineair toe.
Op q=9 is B=450 en op q=11 is B=490.
Stel de formule op van B
Tekst
Slide 12 - Tekstslide
Marieke zet op 1 januari 2017 een bedrag van 3500 euro op haar spaarrekening tegen een rente van 1,2% per jaar. Stel de formule op van het bedrag B in euro's dat na t jaar op haar rekening staat.
Slide 13 - Open vraag
Marieke zet op 1 januari 2017 een bedrag van 3500 euro op haar spaarrekening tegen een rente van 1,2% per jaar. Stel de formule op van het bedrag B in euro's dat na t jaar op haar rekening staat.