Thema 2 B5 Celkern

Thema 2
 
Organen en cellen


B6
Celdeling

Zorg dat je over één minuut klaar zit...
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 2
 
Organen en cellen


B6
Celdeling

Zorg dat je over één minuut klaar zit...

Slide 1 - Tekstslide

0

Slide 2 - Video

0

Slide 3 - Video

Wat gaan we doen?
  • Herhaling B4
  • Leerdoelen B5
  • Uitleg B5 Chromosomen, DNA, genen
  • Zelfstandig aan de opdrachten werken + nakijken opdrachten
  • Flitskaarten oefenen en Test Jezelf maken
  • Lesafsluiter B5

Slide 4 - Tekstslide

Sleep het juiste  woord naar de juiste cijfer
1
2
3
4
kernplasma
celmembraan
kernmembraan
cytoplasma

Slide 5 - Sleepvraag

Welke celorganellen kunnen wel in een plantaardige cel voorkomen maar niet in een dierlijke cel
A
grote vacuole, celkern, plastiden
B
celwand, plastiden en een grote vacuole
C
celwand, celkern en celmembraan
D
celkern, plastiden en cytoplasma

Slide 6 - Quizvraag

Geef hieronder antwoord op de
vragen in de afbeelding. Klik op
de afbeelding!

Slide 7 - Open vraag

Zijn in cel A plastiden aanwezig?
A
nee
B
ja, een kleurstofkorrel
C
ja, een bladgroenkorrel
D
ja, een zetmeelkorrel

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Chromosomen
  • Lange, dunne draden in celkern
  • Regelen alles wat er in cel gebeurt.
  • Alleen zichtbaar wanneer cel deelt, korter en dikker
  • Lichaamscellen mens 46 chromosomen

Slide 10 - Tekstslide

Bouw DNA
  • Twee strengen met daaraan miljoenen basen
  • Vier basen: A, C, G, T
  • DNA bestaat uit basenparen: A-T en C-G
 

Slide 11 - Tekstslide

Je hebt één streng van een stuk DNA. Op deze streng zitten de basen ATGGCCTTTA. Welke basen zitten op de streng die er tegenaan past?

Slide 12 - Open vraag

Functie
  • informatie voor erfelijke eigenschappen opgeslagen in de volgorde van basenparen
  • vergelijken met taal: 'periode' betekent iets anders dan 'eierdop'
  • je erft de informatie van je ouders
  • ook omgeving en leefwijze heeft invloed op je erfelijke eigenschappen 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Genen
  • elke celkern in elke lichaamscel bevat alle erfelijke informatie van een organisme
  • basenparen die nodig zijn voor een of meer eigenschappen vormen gen
  • een cel gebruikt alleen de genen die hij nodig heeft
  • welke genen actief zijn, hangt af van plaats van de cel in lichaam

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk B5
  • Maak nu eerst opdracht 1 t/m 6 op je Ipad of in je boek
  • Kijk de opdrachten 1 t/m 6 na en verbeter de fouten of vul aan!
  • Maak daarna de opdrachten 7 t/m 9 (+10)
  • Kijk ook deze opdrachten goed na!
  • Oefen de flitskaarten en maak de Test Jezelf van B5

Klaar? 
Neem de Samenhang (blz. 121) door en maak opdracht 11

Slide 16 - Tekstslide

Lesafsluiter B5
2.5.9 Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen.

2.5.10 Je kunt de bouw en functie van DNA beschrijven.

Slide 17 - Tekstslide

Wat staat in de juiste volgorde van groot naar klein?
A
celkern, chromosoom, DNA
B
celkern, DNA, chromosoom
C
DNA, chromosoom, celkern

Slide 18 - Quizvraag

Hoe noem je de lange dunne draden in een celkern?

Slide 19 - Open vraag

Hoeveel chromosomen heeft een celkern bij de mens?
A
2
B
23
C
46
D
48

Slide 20 - Quizvraag

Welke base staat tegenover een C in het DNA?
A
A
B
T
C
G
D
C

Slide 21 - Quizvraag

Hoe noem je stuk chromosoom met de basenparen die je nodig hebt voor één of meer eigenschappen?

Slide 22 - Open vraag

Lastig?
Neem de volgende video nog eens door

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video