B5: De celkern

B5: De celkern
  • Terugblik cellen
  • Uitleg chromosomen
  • Uitleg DNA
  • Uitleg genen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

B5: De celkern
  • Terugblik cellen
  • Uitleg chromosomen
  • Uitleg DNA
  • Uitleg genen

Slide 1 - Tekstslide

Na deze les:
  • Kun je de kenmerken van chromosomen noemen.
  • Kun je de bouw en functie van DNA beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

plantencel vs. dierencel

Slide 3 - Tekstslide

Welke drie celorganellen kom je wel tegen in een plantencel maar niet in een dierencel?

Slide 4 - Open vraag

B1: De celkern
De celkern is het regelcentrum van de cel. 
In de celkern ligt alle informatie die nodig is om de cel aan te sturen. Deze informatie erf je van je ouders.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Chromosomen
Lange, dunne draden in de celkern.
Regelen wat er in de cel gebeurt .
Door de microscoop alleen te zien als de cel zich deelt/ splitst.

Slide 7 - Tekstslide

Lichaamscellen
Je lichaam is opgebouwd uit cellen:
Huidcellen
Spiercellen
Levercellen
etc.

Slide 8 - Tekstslide

Lichaamscellen
Een mens heeft in elke cel van zijn lichaam 46 chromosomen en die liggen in 23 paren.
Er is dus altijd een even aantal chromosomen nodig!

Slide 9 - Tekstslide

Wat zegt het aantal chromosomen? 

Slide 10 - Tekstslide

DNA
Chromosomen bestaan voor een groot deel uit DNA.
DNA is opgebouwd uit basen.
Deze 4 basen worden aangegeven met letters en vormen altijd dezelfde paren: A met T en C met G.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

DNA
DNA bepaald dus een groot deel van onze eigenschappen. De informatie voor deze eigenschappen wordt bepaald door de volgorde van de basenparen. Met de 4 leters van de basen A en T, C en G kun je veel verschillende combinaties maken.

Slide 14 - Tekstslide

Informatie in je DNA erf je van je ouders: erfelijke eigenschappen

Slide 15 - Tekstslide

Genen
Voor 1 erfelijke eigenschap zijn duizenden basenparen nodig.
Basenparen die samen nodig zijn voor 1 (of meer) eigenschappen vormen een gen. Die basenparen kunnen naast elkaar liggen maar meestal zijn ze verdeeld over het DNA

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk
Lezen 2.5 vanaf blz 116
en maken Opdracht 1 t/m 9 
(6 niet) 
timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide