HST 4 Algemene oncologie

Algemene oncologie
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Algemene oncologie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ZZB.2SA
Week 1
Algemene oncologie
4
Week 2
Dementie
13
Week 3
M. Parkinson
12
Week 4
Infectieziekten
2
Week 5
Aandoeningen luchtwegen
7
Week 6
Aandoeningen spijsvertering
8
Week 7
Aandoeningen urinewegen
9
Week 8
Slaapstoornissen
5
Week 9
Multimorbiditeit

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Je kunt uitleggen 
  • Hoe de celgroei in het lichaam kan ontsporen.
  • Wat de eigenschappen zijn van goed en kwaadaardige tumoren.
  • Op welke manier kankercellen zich kunnen verspreiden in het lichaam.
  • Welke onderzoeken nodig kunnen zijn om de diagnose kanker te stellen.
  • Op welke manieren kanker kan worden voorkomen of in een vroeg stadium opgespoord kan worden.





Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terug naar de basis...
Hoe ziet een cel er ook alweer uit?
Opdracht: 
  1. Teken in tweetallen een cel 
  2. Benoem wat er in de cel zit met de functie (denk aan celmembraan, cytoplasma, celkern, celorganellen, chromosomen)
timer
7:00

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Celwand
Andere naam = celmembraan​

  • grens binnen/buiten cel 
  • uitwisseling stoffen met omgeving

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cytoplasma
Cytoplasma = werkplaats van een cel​
Water 70% + vet, eiwit, koolhydraat, vitamine, ​zuurstof, mineralen​

In het cytoplasma zitten celonderdelen = organellen
Voeren celstofwisseling uit. 
Elk organel eigen taak




Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Celkern
De meeste cellen hebben een celkern = informatie voor leven


Vloeistof + kernlichaampjes + chromosomen

Slide 7 - Tekstslide

Elke lichaamscel bezit een kern behalve de rode bloedcel.
Ook cellen met meerdere kernen zoals spiercellen en cellen van skelet
Chromosomen
Bevatten DNA​

Erfelijke eigenschappen​

23 paren (= 46 chromosomen)​
=> 22 normaal​
=> 1 ‘geslachtschromosoom’​

Vrouw = XX​
Man = XY​





Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terug naar de basis...
Hoe deelt een cel?

Opdracht
  1. Leg de celdeling in juiste volgorde. 
  2. Beschrijf per plaatje in je eigen woorden wat er gebeurd
timer
7:00

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is oncologie?

Slide 10 - Woordweb

De wetenschap die de gezwellen bestudeert, heet de oncologie.
Zoek een plaatje op internet wat jij associeert met oncologie

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ontstaan gezwellen?

Slide 12 - Woordweb

Cellen kunnen onder invloed van inwendige en uitwendige prikkels veranderen. Zelfs zo dat ze de bestaande regels van groei en functie niet meer volgen. Er ontstaat dan een ongeremde deling van cellen. 
Celdeling, waar gaat het mis?
  • Chromosomen zijn tijdens het delingsproces erg gevoelig voor beschadiging. 
  • Bij beschadiging ontstaat een cel met heel andere eigenschappen. 
  • De mate van beschadiging is bepalend voor de groeikenmerken, namelijk goedaardig of kwaadaardig.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke risicofactoren
vergroten de kans
om een gezwel te krijgen?

Slide 14 - Woordweb

erfelijke factoren. 
virussen. 
chemische stoffen. 
straling. 
voedingsgewoonten. 
Overgewicht 
roken. 
alcohol. 
hormonen als oestrogeen, progesteron en testosteron. 
Goedaardige tumor​
  • Goedaardig = Benigne​
  • Expansieve groei (​de gevormde cellen dringen omliggende weefsel niet binnen)
  • Zaait niet uit​
  • Bijna nooit dodelijk




Slide 15 - Tekstslide

Kunnen wel klachten geven (naast slokdarm problemen met slikken/in hersenen omliggende weefsel in verdrukking)
Naamgeving
Goedaardige gezwellen:​
Latijnse weefselnaam +oom 

een wrat op de huid
een poliep in de darm
een vleesboom in de baarmoeder.
een knobbel van vetweefsel (lipoom)



Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kwaadaardige tumor
  • Kwaadaardig = Maligne​
  • Infiltratieve groei​
  • Zaait wel uit = metastasen ​
  • Zonder behandeling uiteindelijk dodelijk



Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Naamgeving kwaadaardige tumoren​
Van dekweefsel (huid / slijmvliezen / klierweefsel) = 
Latijnse weefselnaam + carcinoom

Van steunweefsel (bindweefsel / spier / botten) = 
Latijnse weefselnaam + sarcoom






Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
  1. Zet de namen op de volgende sheet onder het juiste kopje:
  2. Zet vervolgens erachter waar het zich bevind

Benigne  (goedaardig)                                  Maligne (kwaadaardig)

  

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  1. adenocarcinoom
  2. basaalcelcarcinoom
  3. fibroom
  4. fibrosarcoom
  5. myosarcoom
  6. lipoom
  7. lymfosarcoom
  8. osteoom
  9. meningeoom













10. chondrosarcoom
11. adenoom
12. neurinoom
13. plaveiselcelcarcinoom
14. chondroom
15. myoom
16. osteosarcoom

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groei kwaadaardige gezwellen

  1. Infiltratie. Agressieve doorgroei in omliggende weefsels en organen. De functies van verschillende weefsels raken verstoord;
  2. Hematogene metastasering. Groeit door in de bloedvaten die rondom het weefsel liggen.  In andere organen groeien deze cellen weer uit tot dochtergezwellen;
  3. Lymfogene metastasering. Via de lymfe die door het weefsel stroomt, bereiken de kwaadaardige cellen de lymfebanen. De kwaadaardige cellen blijven steken in de eerstvolgende lymfeklieren. 


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Preventie
Opdracht:
  1. Maak 2 tallen
  2. Ga op zoek naar/bedenk 8 verschijnselen, onderzoeken of preventieve manieren die je zelf kan zien waarbij je kanker vroeg kunt opsporen. 
  3. Schrijf deze uit en vertel in je eigen woorden waarom deze manier kan helpen kanker vroeg op te sporen
timer
10:00

Slide 22 - Tekstslide

-elk zweer die niet snel geneest (mond)
-elke langdurige blijvende heesheid, hoest (mogelijk met bloed in opgehoest slijm) en slikklachten;
-elke onverklaarbare verandering in een voorheen normaal ontlastingspatroon, bloedverlies en/of slijm;
-elke zwelling of elk knobbeltje dat pijnloos is, in bijvoorbeeld borst, zaadballen, hals, oksel, lies, 
-nieuwe of duidelijk veranderende huid, moedervlekken of wrat in vorm, omvang, kleur en/of die gaan jeuken of bloeden;
-elk ongewoon vaginaal bloedverlies of abnormale afscheiding tussen twee menstruaties;
-elke verandering bij het plassen zoals moeilijker kunnen plassen, vaker moeten plassen, pijn bij het plassen of bloed in de urine;
-elke blijvende klacht van maag of darmen;
-elk gewichtsverlies zonder directe aanleiding.
-bevolkingsonderzoek (borstkanker, uitstrijkje, 
Preventie maatregelen:

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Preventie maatregelen
-elk zweer die niet snel geneest (mond)
-elke langdurige blijvende heesheid, hoest (mogelijk met bloed) en slikklachten;
-elke onverklaarbare verandering in een ontlastingspatroon, bloedverlies en/of slijm;
-elke zwelling of knobbeltje dat pijnloos is, in bv borst, zaadballen, hals, oksel, lies,
-nieuwe of duidelijk veranderende huid, moedervlekken of wrat in vorm, omvang, kleur en/of die gaan jeuken of bloeden;
-elk ongewoon vaginaal bloedverlies of abnormale afscheiding tussen twee menstruaties;
-elke verandering bij plassen zoals moeilijker of vaker plassen, pijn bij plassen of bloed in urine;
-elke blijvende klacht van maag of darmen;
-elk gewichtsverlies zonder directe aanleiding.
-bevolkingsonderzoek (borstkanker, uitstrijkje, darmonderzoek)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diagnostiek
  • Biopt​
  • Bloedonderzoek ​
  • Beeldvormend onderzoek ​(CT, MRI, röntgen, echografie, PET scan)

 
- Is het kanker? ​           - Is het goedaardig of kwaadaardig? ​
- Welk type is het? ​     - Hoe ernstig is het? 

Onderzoek en behandeling zijn volgens protocol obv wetenschappelijk onderzoek. 






Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling
curatieve behandeling
adjuvante behandeling
neo-adjuvante behandeling
palliatieve behandeling

Zoek op wat deze behandelingen inhouden.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling
  1. curatieve behandeling: gericht op genezing, (bv operatief)
  2. adjuvante behandeling: een toegevoegde behandeling die wordt uitgevoerd na een curatieve behandeling, (bv chemo na operatie)
  3. neo-adjuvante behandeling: een toegevoegde behandeling die wordt uitgevoerd voor een curatieve behandeling, (bv bestraling voorafgaand aan een operatie)
  4. palliatieve behandeling: gericht op het afremmen van de tumorgroei of verminderen van de klachten.


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thieme meulenhoff
Pathologie, hoofdstuk 4 'gezwelleer'. 
Opdrachten maken

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies