Herhalingsopdracht.H1. en H2
1 / 18
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Op welk continent ligt Iran
A
Europa
B
Het Midden-Oosten
C
Azië
D
Afrika
Slide 2 - Quizvraag
Kaart met steden, rivieren, zeeën, bergen, wegen en spoorlijnen.
A
Dit is voorbeeld van een thematische kaart.
B
Dit is een voorbeeld van een overzichtskaart.
Slide 3 - Quizvraag
Waar ligt Iran?
1
2
3
4
A
bij 1
B
bij 2
C
bij 3
D
bij 4
Slide 4 - Quizvraag
Wat voor soort kaart zie je op de afbeelding?
A
Thematische kaart
B
Topografische kaart
C
Overzichtskaart
Slide 5 - Quizvraag
Als de schaal op een kaart 1:30.000.000 is, hoeveel kilometer is 1 cm op de kaart?
A
3 km
B
30 km
C
300 km
D
3000 km
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
inwoners: 17.000.000
Oppervlakte land: 43.000 km2
Wat is de bevolkingsdichtheid van dit land?
Oppervlakte land: 43.000 km2
Wat is de bevolkingsdichtheid van dit land?
A
395 mensen p km2
B
25 mensen p km2
C
800 mensen p. km2
Slide 8 - Quizvraag
In welk deel van Nederland is de bevolkingsdichtheid het grootst?
A
Noorden
B
Oosten
C
Westen
D
Zuiden
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Sleep de namen van de 8 klimaten naar de juiste plek:
landklimaat
tropisch regenwoudklimaat
savanneklimaat
gematigd zeeklimaat
steppeklimaat
toendraklimaat
poolklimaat
woestijnklimaat
Slide 11 - Sleepvraag
Sleep de onderstaande woorden naar de juiste plek in de afbeelding:
Loofboomgordel
Rotsgordel
Eeuwige sneeuw
Alpenweide
Naaldboomgordel
Slide 12 - Sleepvraag
Als je vanaf de evenaar in de richting van de Noordpool of de Zuidpool gaat, wordt het steeds kouder. Waardoor wordt dit veroorzaakt?
A
Doordat de aarde precies in 1 jaar om de zon draait en schuin staat.
B
Doordat de zonnestralen in de richting van de Noordpool en de Zuidpool steeds schuiner invallen.
C
Doordat de aarde in 24 uur om haar eigen as draait.
D
Doordat de polen veel hoger liggen dan de evenaar.
Slide 13 - Quizvraag
Hoe kun je verklaren dat er op de polen (= noordpool en zuidpool) altijd ijs ligt?
A
Hoe hoger je komt, hoe kouder het wordt op aarde.
B
De zonnestralen vallen schuin in.
C
Op de polen schijnt maar heel weinig de zon.
D
Er komen veel gletsjers samen op de polen.
Slide 14 - Quizvraag
Sleep de plaatjes van de natuurlijke begroeiing naar de juiste klimaatgrafiek:
Slide 15 - Sleepvraag
Welk klimaat herken je op de afbeelding?
A
Steppeklimaat
B
Landklimaat
C
Savanneklimaat
D
Woestijnklimaat
Slide 16 - Quizvraag
Bekijk de afbeelding. Je gaat met een skilift van 1000 meter hoogte naar 3000 meter hoogte. Als je op 1000 meter instapt, wijst in Chamonix de thermometer 10 graden aan.
Je stapt uit op 3000 meter hoogte.
Hoeveel graden geeft de thermometer dan aan?
Je stapt uit op 3000 meter hoogte.
Hoeveel graden geeft de thermometer dan aan?
A
0 graden
B
-2 graden
C
2 graden
D
-8 graden
Slide 17 - Quizvraag
Welk klimaat past bij deze grafiek?
A
Landklimaat
B
Poolklimaat
C
zeeklimaat
D
tropisch klimaat
