Thème 3 deel 2: faire + ontkenning

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

AU PROGRAMME
- FAIRE = doen, maken

- ONTKENNING ne ... pas of n' ... pas

Slide 2 - Tekstslide

Tijd voor een nieuw werkwoord: FAIRE
FAIRE heeft twee betekenissen
1. doen
2. maken

Het hangt af van de zin hoe je het in het Nederlands vertaalt. 


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je/j'
fais
faites
fait
fais
font
faisons

Slide 5 - Sleepvraag

FAIRE : Combineer blauw met rood
wij 
doen
zij doet
jij doet
ik doe
jullie 
doen
zij doen



nous faisons



je fais



ils font



tu fais



elle fait



vous faites

Slide 6 - Sleepvraag

FAIRE : Combineer blauw met rood
wij 
maken
zij maakt
jij maakt
ik maak
jullie 
maken
zij maken



nous faisons



je fais



ils font



tu fais



elle fait



vous faites

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Tekstslide

Aujourd'hui on va parler de la négation = de ontkenning

ne ...... pas
aujourd'hui on va parler de

la négation
= de ontkenning

Slide 9 - Tekstslide

De ontkenning bestaat in het Frans uit  de volgende onderdelen:


ne .......... pas

en je vertaalt hem met niet of geen

Slide 10 - Tekstslide

comment ça marche?

regardez la vidéo

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

encore quelques exemples

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

ne + persoonsvorm + pas

Let op bij klinkers!!
j'ai seize ans
je n'ai pas seize ans

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de ontkennende zin van
je regarde la télé?
timer
0:15
A
Je regarde ne la télé pas
B
Je ne regarde pas la télé
C
Ne je pas regarde la télé
D
je ne regarde la télé pas

Slide 16 - Quizvraag

timer
1:00
ce
n'
est
pas

Slide 17 - Sleepvraag

Maak de zin ontkennend:
Vous êtes en France
timer
0:10
A
Vous ne êtes pas en France
B
Vous êtes en ne France pas
C
Vous n'êtes pas en France
D
Vous n'êtes en France pas

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Maak de zin ontkennend:
Tu aimes les maths?
met: ne ..... pas

Slide 20 - Open vraag

Maak de zin ontkennend:
Nous habitons près de l'école.
met: ne ..... pas

Slide 21 - Open vraag

zet in de ontkenning met 'ne ..pas'.
Je sais.

Slide 22 - Open vraag

zet in de ontkenning met n' ..pas
Je veux danser.

Slide 23 - Open vraag

zet in de ontkenning met 'ne ..pas'.
C'est cool.

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Link