Les 23 Verslaving

Les 23 Verslaving
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1,4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Les 23 Verslaving

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je weet wat verslaving is en hoe je het kunt herkennen
- Je krijgt inzicht in verschillende soorten van verslaving 
- Je weet wat de gevolgen van stimulerende middelen zijn
- Je wordt je bewust van de effecten van verslavingen 

Slide 2 - Tekstslide

Welke soorten van
verslavingen ken jij?

Slide 3 - Woordweb

Je kunt verslaafd zijn aan Middelen: 
  • Alcohol
  • Roken
  • Drugs
  • Medicijnen
  • Eten
  • Suiker

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Welke signalen duiden op verslaving
- Je moet bijvoorbeeld steeds meer alcohol of drug tot je nemen om het juiste effect te bereiken.
- Je lichaam raakt gewent aan het gebruik dat je niet meer zonder kan.
- Je krijgt ontwenningsverschijnselen als je niet gebruikt ( zweten, slacht slapen, maagklachten, onrust, angst 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Verslavingscirkel

Slide 8 - Tekstslide

Wat kun doen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Invloed van drugs
Drugs kunnen op verschillende manieren invloed hebben:

Stimulerend
Verdovend
 Bewustzijns veranderend (trip middelen)

Slide 11 - Tekstslide

Stimulerend
- je hartslag gaat omhoog
- je wordt actiever
- spieren spannen zich aan
- bloeddruk gaat omhoog/ grote pupillen

we noemen dit UPPERS 
(cocaïne, amfetamine, XTC, tabak, koffie)

Slide 12 - Tekstslide

Verdovend
Deze middelen werken kalmerend. 
Je wordt er rustiger van. 
Ademhaling en hartslag gaan omlaag. 

we noemen deze drugs DOWNERS
(heroïne, GHB, alcohol, slaapmiddelen, lachgas)

Slide 13 - Tekstslide

Verandering van bewustzijn
Sommige middelen hebben invloed op je bewustzijn. 
Het bewustzijn neemt dingen waar. 
Deze drugs zorgen ervoor dat je dingen anders waarneemt. 

Dit soort drugs noemen we TRIPPERS
(denk aan LSD, Hasj, wiet, MDMA, paddo's)

Slide 14 - Tekstslide

Drie mogelijke gemoedstoestanden

1: High. Dan ben je opgewekt en energiek/fantasierijk
2: Stoned. Dan ben je loom en ontspannen
3: Flippen, of ''bad trip''. Dan ben je ziek of angstig.

Slide 15 - Tekstslide

wat is hallucineren?
A
dingen zien of horen die er niet echt zijn
B
veel praten
C
diep nadenken
D
het kweken van wiet

Slide 16 - Quizvraag

Wat is waar?
A
Drugs zijn altijd illegaal
B
Je kunt drugs overal kopen als je 18 jaar bent
C
In Nederland mag je alle drugs op zak hebben.
D
drugs hebben invloed op de werking van je hersenen.

Slide 17 - Quizvraag

0

Slide 18 - Video

Bij welke verslavingen neem je niets in maar kun je er wel verslaafd aan zijn?

Slide 19 - Tekstslide

Wat voor gevolgen
hebben deze verslavingen?

Slide 20 - Woordweb

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Aan de slag!
Blz  282 t/m 292

Slide 23 - Tekstslide