In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Burgerschap: Verslaving
Slide 1 - Tekstslide
Doelen
Na deze les:
Weet je wat een verslaving is en wat de effecten zijn.
Weet je wat voor verslavingen er zijn.
Heb je je verdiept in één van de verslavingen en kun je hierover anderen uitleg geven.
Slide 2 - Tekstslide
Wat voor verslavingen zijn er?
Slide 3 - Woordweb
Wat is een verslaving?
Verslaving betekent dat je niet meer zonder een bepaald genotsmiddel kunt. Je weet dat het slecht is, maar toch ga je door met consumeren. Het 'willen' drinken, verandert in 'moeten' drinken. Verslaving is een hersenziekte, waarbij de één gevoeliger is voor genotsmiddelen dan de ander.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Je kunt verslaafd zijn aan Middelen:
Alcohol
Roken
Drugs
Medicijnen
Eten
Suiker
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Welke conclusie trek je na het zien van dit filmpje?
Slide 8 - Open vraag
Verslavingscirkel
Slide 9 - Tekstslide
Invloed van drugs
Drugs kunnen op verschillende manieren invloed hebben:
Stimulerend
Verdovend
Bewustzijns veranderend (trip middelen)
Slide 10 - Tekstslide
Stimulerend
- je hartslag gaat omhoog
- je wordt actiever
- spieren spannen zich aan
- bloeddruk gaat omhoog/ grote pupillen
we noemen dit UPPERS
(cocaïne, amfetamine, XTC, tabak, koffie)
Slide 11 - Tekstslide
Verdovend
Deze middelen werken kalmerend.
Je wordt er rustiger van.
Ademhaling en hartslag gaan omlaag.
we noemen deze drugs DOWNERS
(heroïne, GHB, alcohol, slaapmiddelen, lachgas)
Slide 12 - Tekstslide
Verandering van bewustzijn
Sommige middelen hebben invloed op je bewustzijn.
Het bewustzijn neemt dingen waar.
Deze drugs zorgen ervoor dat je dingen anders waarneemt.
Dit soort drugs noemen we TRIPPERS
(denk aan LSD, Hasj, wiet, MDMA, paddo's)
Slide 13 - Tekstslide
Drie mogelijke gemoedstoestanden
1: High. Dan ben je opgewekt en energiek/fantasierijk
2: Stoned. Dan ben je loom en ontspannen
3: Flippen, of ''bad trip''. Dan ben je ziek of angstig.
Slide 14 - Tekstslide
wat is hallucineren?
A
dingen zien of horen die er niet echt zijn
B
veel praten
C
diep nadenken
D
het kweken van wiet
Slide 15 - Quizvraag
Wat is waar?
A
Drugs zijn altijd illegaal
B
Je kunt drugs overal kopen als je 18 jaar bent
C
In Nederland mag je alle drugs op zak hebben.
D
drugs hebben invloed op de werking van je hersenen.
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
gevolgen van te veel alcohol drinken
-overgewicht -kans op verslaving als je ouder bent