Herhaling Wat is maatschappijleer? & Werk
1 / 27
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Hoe zijn we afhankelijk van elkaar?
Slide 6 - Open vraag
Een mening is ...
A
Wat je vindt
B
altijd goed
C
je argument
Slide 7 - Quizvraag
Wat hoort NIET bij de kenmerken van een maatschappelijk probleem?
A
Veel mensen hebben er last van
B
Iedereen denkt er hetzelfde over
C
Er is veel aandacht voor in de media
D
De overheid bemoeit zich ermee
Slide 8 - Quizvraag
'Belang' betekent.....
A
dat wat belangrijk is
B
dat lang zijn beter is
C
het voordeel dat je ergens van hebt
D
dat je je aan de wet moet houden
Slide 9 - Quizvraag
Maatschappelijk probleem
Persoonlijk probleem
Ruzie met je partner
Klimaatverandering
Huiswerk niet af
Lerarentekort
Coronabesmettingen
je moet in quarantaine
Slide 10 - Sleepvraag
"Je moet altijd de waarheid vertellen", dit is een ...
A
Waarde
B
Norm
Slide 11 - Quizvraag
Principes die je belangrijk vindt in het leven noemen we ook wel...
A
waarden
B
normen
C
eisen
D
wetten
Slide 12 - Quizvraag
Je loopt op straat en ziet een oude vrouw die haar boodschappen laat vallen je besluit haar te helpen omdat..
A
dit moet van de wet
B
dit een gedragsregel is
C
je hoopt geld van haar te krijgen
D
je stoer wilt overkomen op je vrienden
Slide 13 - Quizvraag
Samenleven doe je in het klein en in het groot. In het groot leef je samen met.....
A
je gezin
B
je sociale omgeving
C
je vrienden
D
je familie
Slide 14 - Quizvraag
mening
argument
feit
In Nederland moet je betalen voor het openbaar vervoer.
Ik vind dat het openbaar vervoer voor iedereen gratis moet zijn.
Omdat dan minder mensen met de auto zullen reizen. Dat is beter voor het milieu.
Slide 15 - Sleepvraag
Nettoloon is .............
A
het bedrag voor aftrek van premies en verzekeringen
B
het bedrag dat iedereen van de overheid ontvangt
C
het bedrag dat op de bankrekening gestort wordt
D
het bedrag met premies zonder verzekering
Slide 16 - Quizvraag
Wat is een vacature?
A
Een netwerk van vrienden en kennissen.
B
Een open sollicitatie.
C
Een baan die vrij is.
D
Een arbeidsovereenkomst.
Slide 17 - Quizvraag
Het huis stofzuigen bij je oma is
A
Betaald werk
B
Onbetaald werk
Slide 18 - Quizvraag
Wat betekend het begrip?
maatschappelijke ladder
maatschappelijke ladder
A
De indeling van mensen en hun positie in de maatschappij.
B
De indeling van mensen en hun afkomst in de maatschappij.
C
De indeling van mensen en hun opleiding in de maatschappij.
D
De indeling van mensen en hun cultuur in de maatschappij.
Slide 19 - Quizvraag
Het stijgen en dalen op de maatschappelijke ladder is
A
Sociale mobiliteit
B
Sociale ongelijkheid
C
Maatschappelijke verandering
D
Maatschappelijke ongelijkheid
Slide 20 - Quizvraag
wat is geen kenmerk van de maatschappelijke ladder
A
kennis
B
macht
C
inkomsten
D
uitgaven
Slide 21 - Quizvraag
Wat is werk?
A
Werk is iets doen waar je betaald voor krijgt
B
Werk is iets doen wat je leuk vind
C
Werk is iets doen voor een ander
D
Werk is iets doen voor een ander zonder dat je daarvoor betaald krijgt
Slide 22 - Quizvraag
Wat is een nadeel van zwartwerken?
A
Je krijgt een lager nettoloon.
B
Je betaalt veel belasting.
C
Je bent verzekerd.
D
Je hebt geen rechten
Slide 23 - Quizvraag
Wat staat er onder andere in een arbeidsovereenkomst?
A
Het brutoloon en je functie.
B
De loonbelasting en de sociale premies.
C
De straffen op zwartwerken
D
De werktijden en de sollicitatiebrief
Slide 24 - Quizvraag
Welke zin is juist?
Zin 1: Als je wordt ontslagen, krijg je een bijstandsuitkering.
Zin 2: Als je op staande voet wordt ontslagen, krijg je WW.
Zin 1: Als je wordt ontslagen, krijg je een bijstandsuitkering.
Zin 2: Als je op staande voet wordt ontslagen, krijg je WW.
A
Zin 1 is juist
B
Zin 2 is juist
C
Beide zinnen zijn juist
D
Beide zinnen zijn onjuist
Slide 25 - Quizvraag
Je gebruikt je netwerk als je een baan zoekt:
A
in de krant.
B
via bekenden.
C
via het UWV.
D
via een uitzendbureau
