Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Slotquiz
Alles herhalen
Hoofdstuk 3: bloedsomloop
1 / 54
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Biologie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
In deze les zitten
54 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Alles herhalen
Hoofdstuk 3: bloedsomloop
Slide 1 - Tekstslide
A
Op vakantie
B
Netflixen
C
Schaatsen
D
.....
Slide 2 - Quizvraag
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Het grootste gedeelte van je bloed bestaat uit?
A
bloedplasma
B
rode bloedcellen
C
witte bloedcellen
D
bloedplaatjes
Slide 5 - Quizvraag
Waaruit bestaat etter of pus?
A
Dode witte bloedcellen
B
Dode bacteriën
C
Dode witte bloedcellen en bacteriën
D
per persoon verschillend
Slide 6 - Quizvraag
De functie van de rode bloedcel is...
A
het vervoeren van voedingsstoffen
B
het vervoeren van afvalstoffen
C
het vervoeren van zuurstof
D
het bloed laten stollen
Slide 7 - Quizvraag
Dubbele bloedsomloop
Rood
=
zuurstof
r
ijk
Blauw
=
zuurstof
arm
Slide 8 - Tekstslide
De kleine bloedsomloop gaat naar.....
A
alle organen van het lichaam
B
de longen
Slide 9 - Quizvraag
Welk type bloedcellen kunnen door wanden heen kruipen?
A
Rode bloedcellen
B
Bloedplaatjes
C
Witte bloedcellen
Slide 10 - Quizvraag
Waaruit bestaat bloedplasma voornamelijk?
A
eiwitten
B
water
C
zouten
D
zuurstof
Slide 11 - Quizvraag
Welke bloedcellen hebben een celkern?
A
Alleen witte bloedcellen
B
Alleen rode bloedcellen
C
Alleen bloedplaatjes
D
Witte en rode bloedcellen
Slide 12 - Quizvraag
Kleine bloedsomloop:
Rechterkamer --> longslagader --> longen --> longader --> linkerboezem
Grote bloedsomloop:
Linkerkamer --> aorta --> organen
--> holle ader --> rechterboezem
Slide 13 - Tekstslide
Werking hartkleppen
Werking halvemaanvormige kleppen
Kleppen
Slide 14 - Tekstslide
Een bloedvat heeft overal kleppen.
Welk soort bloedvat is dit?
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvat
Slide 15 - Quizvraag
Welk van deze bloedvaten heeft een stevige elastische wand, de bloeddruk is hoog.
A
ader
B
haarvat
C
Slagader
D
poortader
Slide 16 - Quizvraag
kleine bloedsomloop
grote bloedsomloop
Slide 17 - Sleepvraag
Welke kant van het hart en de bloedsomloop is zuurstofrijk?
A
rechterkant
B
linkerkant
C
allebei de kanten
D
Slide 18 - Quizvraag
Slagaders
dikke elastische wand
bloed stroomt van het hart weg, naar organen toe
bloeddruk is te meten
liggen diep in het lichaam
Slide 19 - Tekstslide
Haarvaten
Van slagader naar organen via steeds kleinere bloedvaten
Kleinste bloedvaten = haarvaten
zitten overal in ons lichaam
hele dunne wand
vochtuitwisseling (zuurstof, voedingsstoffen,CO2, afvalstoffen)
Slide 20 - Tekstslide
Aders
bloed stroomt van organen naar het hart toe
bloeddruk laag
geen hartslag te voelen
op veel plaatsen kleppen
Slide 21 - Tekstslide
Hoe weet je hoe de ader/ slagader heet?
1:
Het bloed stroomt van het hart naar een een orgaan --> het is dus een slagader
2:
Het bloed gaat naar de nier dus is het een nierslagader
1:
Het bloed stroomt van een een orgaan naar het hart --> het is dus een ader
2:
Het bloed komt van de nier dus is het een nierader
Slide 22 - Tekstslide
Aparte namen...
Aorta
--> grootste slagader -->
van het hart naar alle organen toe
Holle ader
--> van de organen
naar het hart terug
Bovenste holle ader --> armen en hoofd
Onderste holle ader --> romp en benen
Slide 23 - Tekstslide
Aparte namen...
Halsslagader
--> vervoert bloed naar het hoofd
Halsader
-> vervoert bloed van het hoofd
naar het hart
Let op!!!
Longslagader
--> naar de longen toe
Longader
--> van de longen af
(weer naar het hart toe)
Slide 24 - Tekstslide
De poortader
= bloed dat van de dunne darm naar de lever stroomt. (met veel voedingsstoffen)
Leverslagader = brengt zuurstof naar de lever
Leverader = voert afvalstoffen af
Slide 25 - Tekstslide
Slagaders
dikke elastische wand
bloed stroomt van het hart weg
bloeddruk is te meten
liggen diep in het lichaam
meestal zuurstofrijk bloed (behalve longslagader!)
Slide 26 - Tekstslide
Aders
bloed stroomt van organen naar het hart toe
bloeddruk laag
geen hartslag te voelen
op veel plaatsen kleppen
meestal zuurstofarm (behalve longader!)
Werkboek blz. 160, opdr. 24
Slide 27 - Tekstslide
Haarvaten
dunste wand
vochtwisseling (zuurstof, voedingsstoffen en CO2,afvalstoffen)
zitten overal in ons lichaam
Slide 28 - Tekstslide
Cholesterol, waar zit dat in?
A
Fruit en groenten
B
Chips en friet
C
Water
D
Frisdranken en snoep
Slide 29 - Quizvraag
Als je een hartinfarct krijgt wat gebeurt er dan?
A
Je kransslagader is verstopt. Stukje van je hart sterft af, door verstopping
B
Je kransslagader is verstopt en je krijgt nieuwe cellen
C
Er komen nieuwe cellen bij door verstopping
D
Je hart stopt helemaal met kloppen.
Slide 30 - Quizvraag
Hersenbloeding, wat gebeurt er dan?
A
Een deel van de hersenen kan afsterven
B
Er ontstaan nieuwe cellen in je hersenen
C
Je krijgt last van je hart
D
Je bloed stroomt de verkeerde kant op
Slide 31 - Quizvraag
noem 3 adviezen voor een gezonde leefwijze
A
wel roken, veel alcohol, eet ongezond en altijd hetzelfde
B
niet roken, weinig alcohol, eet gezond en gevarieerd, beweeg weinig
C
niet roken, weinig alcohol, eet gezond en gevarieerd
D
niet roken, weinig bewegen, weinig alcohol
Slide 32 - Quizvraag
Je ziet een bloedvat op het plaatje hiernaast. Wat voor bloedvat is het?
A
Ader
B
Slagader
C
Haarvat
D
Dat is niet te zeggen
Slide 33 - Quizvraag
Hoe noemen we de grootste lichaamsslagader?
A
longslagader
B
aorta
C
holle ader
D
longader
Slide 34 - Quizvraag
Welk bloedvat voorziet het hoofd van zuurstof?
A
Hoofdslagader
B
hoofdader
C
halsslagader
D
halsader
Slide 35 - Quizvraag
Wat moet je niet doen voor de goede werking van je hart?
A
heel veel bewegen
B
veel vet eten
C
weinig bewegen
D
weinig bewegen en vet eten
Slide 36 - Quizvraag
Verstopt
Een bloedvat kan verstopt raken door:
- Trombose (plaatje)
- Cholesterol
Slide 37 - Tekstslide
Cholesterol
= een vettige stof die aan de binnenkant van je bloedvaten blijft plakken.
-Na een tijdje wordt het bloedvat nauwer.
-Daarna raakt het helemaal verstopt (slagaderverkalking)
Zit in verzadigd vet, eieren.
Slide 38 - Tekstslide
Het hart
Kransslagaders:
zorgen ervoor dat het hart zuurstof en voedingsstoffen krijgen.
Kransaders:
zorgen ervoor dat afvalstoffen van het hart afgevoerd worden via de holle ader.
Slide 39 - Tekstslide
Hartinfarct
Soms raakt een kransslagader verstopt. Dit deel krijgt dan geen zuurstof meer en kan doodgaan.
Een ander woord voor hartinfarct is
hartaanval
Slide 40 - Tekstslide
Herseninfarct
Ook een bloedvat in de hersenen kan verstopt raken.
Dit heet een
herseninfarct.
Een ander woord voor herseninfarct is
beroerte.
Een deel van de hersenen kan afsterven en daardoor kan je
verlamd
raken
Slide 41 - Tekstslide
Wat kun je zelf doen?
- Zorgen dat je niet te zwaar wordt.
- Begin niet met roken.
- Begin niet met alcohol drinken.
- Eet gezond.
-Beweeg genoeg.
Slide 42 - Tekstslide
Welke bloedcellen hebben een celkern?
A
Alleen witte bloedcellen
B
Alleen rode bloedcellen
C
Alleen bloedplaatjes
D
Witte en rode bloedcellen
Slide 43 - Quizvraag
Waaruit bestaat etter of pus?
A
Dode witte bloedcellen
B
Dode bacteriën
C
Dode witte bloedcellen en bacteriën
D
per persoon verschillend
Slide 44 - Quizvraag
Welke bloedcellen bestaan niet uit hele cellen?
A
rode bloedcellen
B
witte bloedcellen
C
bloedplaatjes
Slide 45 - Quizvraag
Bloedplasma
Rode bloedcellen
Witte bloedcellen
Bloedplaatjes
Slide 46 - Sleepvraag
Rode bloedcellen
Witte bloedcellen
Bloedplasma
Bloedplaatjes
Slide 47 - Sleepvraag
Welk van deze bloedvaten heeft een stevige elastische wand, de bloeddruk is hoog.
A
ader
B
haarvat
C
Slagader
D
poortader
Slide 48 - Quizvraag
Een bloedvat heeft overal kleppen.
Welk soort bloedvat is dit?
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvat
Slide 49 - Quizvraag
Sleep de namen naar de juiste bloedvaten
Nierslagader
Longader
Leverader
Poortader
Aorta
Longslagader
Slide 50 - Sleepvraag
Een bloedvat stroomt naar de hals toe...dat bloedvat heet
A
Halsslagader
B
Halsader
C
Halshaarvat
Slide 51 - Quizvraag
Hoe noemen we de grootste lichaamsslagader?
A
longslagader
B
aorta
C
holle ader
D
longader
Slide 52 - Quizvraag
Slagader
Ader
Slide 53 - Sleepvraag
Sleep de witte vakken op de
juiste plekken betreft de slagaders, aders en haarvaten.
Slagaders
Aders
Haartvaten
Vervoert bloed van het hart naar de organen.
Vervoert bloed van de organen naar het hart.
Vormt een netwerk in en om organen en weefsels
Hele dunne wanden.
Stevige elastische wand
slappe wand, lage bloeddruk.
Slide 54 - Sleepvraag
Meer lessen zoals deze
D2BTh4 B4 Bloedvaten - lln
April 2019
- Les met
50 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
Herhaling bloed
3 days ago
- Les met
29 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Bloedsomloop
January 2019
- Les met
36 slides
Biologie
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
D2BTh4 B4 Bloedvaten - oefenen
April 2019
- Les met
25 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
5H 11.2 Transportvaten
September 2023
- Les met
18 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
KM2A oefenen online so
January 2021
- Les met
25 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
5H 11.3 Bloeddruk en stroomsnelheid klassikaal
September 2023
- Les met
34 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
6.8 Hart en bloedsomloop
26 days ago
- Les met
38 slides
Biologie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2