BS 1, 2 en 3: Inwendig milieu, De lever en De nieren

Thema 7 BS 1, 2 en 3
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 135 min

Onderdelen in deze les

Thema 7 BS 1, 2 en 3

Slide 1 - Tekstslide

Thema 7 
Opslag, uitscheiding en bescherming

BS 1: Constant inwendig milieu
BS 2: De lever 
BS 3: De nieren 

Slide 2 - Tekstslide

BS 1: Constant inwendig milieu

Slide 3 - Tekstslide

Doelen:

*Je kunt de beschrijven hoe bij de mens een vrij constant inwendig milieu wordt gehandhaafd. 

*Je weet welke organen betrokken zijn bij de opslag, opname en uitscheiding van stoffen.
 

Slide 4 - Tekstslide

Het inwendig en uitwendig milieu
Onder het inwendig milieu verstaan we alle wat in het bloedplasma of de weefselvloeistof zit.

De inhoud van de darmen, en de longen en de stoffen die tijdelijk zijn opgeslagen (in o.a. de huid, de lever, de spieren of de botten) behoren tot het uitwendig milieu!!!

Slide 5 - Tekstslide

Constant houden
Het inwendig milieu wordt op 
3 manieren constant gehouden:
1. Door opname (longen, darmen)

2. Door opslag (beenmerg, spieren, 
     lever en onderhuids bindweefsel)

3. Door uitscheiding (lever, nieren en 
     longen)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

BS 2: De lever

Slide 8 - Tekstslide

Doelen

* Je kunt de verschillende functies van de lever kunnen 
   noemen. 

* Je kunt omschrijven wat hepatitis is.

Slide 9 - Tekstslide

Ligging en bloedvaten
* De lever ligt rechtsboven in de buikholte.
* Hij ontvangt zuurstofrijk bloed van de leverslagader.
* Via de poortader zijn de darmen verbonden met de lever. De 
   poortader kan (na een maaltijd) veel glucose bevatten.
* Via de leverader stroomt het zuurstofarme bloed weer van de 
   lever weg.

Slide 10 - Tekstslide

Functies van 
de lever:
* Zet te veel aan glucose in het bloed 
   om in glycogeen en slaat dit op.
* De lever maakt fibrinogeen (plasma-eiwit 
   voor de bloedstolling)
* Produceert gal.
* Breekt afvalstoffen af 
   (o.a. dode rode bloedcellen)
* Breekt overtollige eiwitten af. 
    Hierbij ontstaat de giftige stof 
    UREUM.
* Haalt gifstoffen uit het bloed.

Slide 11 - Tekstslide

Hepatitis
  • Ontsteking van de lever door hepatitisvirus
  • Een besmet persoon heeft  den de ziekte Hepatitis 
Hepatitis B
- Via bloed, sperma, vaginaal vocht
- Eerst milde verschijnselen
- Later leverkanker of levercirrose

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

BS 3: De nieren

Slide 14 - Tekstslide

Doelen:

* Je kunt de delen van de nieren en van de urinewegen noemen 

*Je kent de functies van de verschillende delen

Slide 15 - Tekstslide

De ligging en de bloedvaten
* De nieren liggen in de buikholte achter de lever en de maag. 

* Via de nierslagaders stroomt zuurstofrijk bloed naar de nieren.
   Dit bloed bevat veel veel overtollige stoffen  en afvalstoffen. 
   De nieren verwijderen deze stoffen uit het bloed.

* Via de nieraders stroomt het gezuiverde bloed weer weg uit de nieren

Slide 16 - Tekstslide

Bouw van de nieren

Slide 17 - Tekstslide

Nierschors en niermerg
* Een nier bestaat uit nierschors, 
   niermerg en nierbekken. 
Nierschors en niermerg       
   verwijderen niet alleen afvalstoffen 
   uit het bloed, maar ook overtollig 
   water, zouten en schadelijke 
   stoffen. De verwijderde stoffen 
   samen heten 'urine'
* In het nierbekken wordt de urine 
   verzamelt

Slide 18 - Tekstslide

Samenstelling van urine
Urine bevat water, zouten en afvalstoffen (o.a Ureum)
De samenstelling van urine in niet altijd gelijk.
Als je veel drinkt, bevat de urine veel water en is de urine lichtgeel. Drink je te weinig dan is de urine donkerder van kleur. Ook kunnen er kleurstoffen in de urine zitten.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video