Les 8-12 juni BS 5

Biologie
met Mevr. Platenburg
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Biologie
met Mevr. Platenburg

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

Slide 2 - Tekstslide

Deze les
  • Herhalen Osmose & oefenen
  • Zijn er vragen over de gemaakte opdrachten?
  • Basisstof 5: Osmose in planten en dieren cellen
  • Weektaak




Slide 3 - Tekstslide

Ik kan uitleggen hoe osmose werkt
A
Geheel behaald
B
Gedeeltelijk behaald
C
Niet behaald

Slide 4 - Quizvraag

Zijn er vragen over de gemaakte opdrachten of stof?

Slide 5 - Open vraag

Verplaatsing van zout van een hoge concentratie naar een lage concentratie is een vorm van
A
Diffusie
B
Osmose
C
Actief transport

Slide 6 - Quizvraag

Diffusie
  • Verplaatsing van stof van een plaats met hoge concentratie naar een plaats met lage concentratie van die stof

Slide 7 - Tekstslide

Bij osmose gaat het water transport in de richting van de ... concentratie zoutdeeltjes

A
Hoogste
B
Laagste

Slide 8 - Quizvraag

Osmose 
  • Het proces van diffusie van water door een semi-permeabel membraan


Slide 9 - Tekstslide

Doel van vandaag:
- Deze week leer je dat membranen semipermeabel zijn, osmose stevigheid geeft en wat passief en actief transport betekent.

Slide 10 - Tekstslide

Waar bestaan membranen uit?

Slide 11 - Open vraag

(Cel)Membraan
- Dubbellaag van fosfolipiden
- Semi-permeabel
- Zuurstof  & koolstofdioxide
   kunnen celmembraan passeren
- Aquaporines: Kanaal voor water

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Waar gaat het water heen
A
Uit de cel
B
In de cel
C
Het is in osmostisch evenwicht dus blijft zo

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Hypertoon
Osmotische waarde buiten
de cel is hoger dan in het
cytoplasma
--> water gaat uit de cel
de cel krimpt

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Waar gaat het water heen?
A
Uit de cel
B
In de cel
C
Geen idee

Slide 19 - Quizvraag

Hypotoon
Osmotische waarde buiten
de cel is lager dan in het
cytoplasma
--> water gaat in de cel
de cel zwelt op

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

0

Slide 22 - Video

Slide 23 - Tekstslide

Hypotone
oplossing

Isotone
oplossing

Hypertone
oplossing

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Een druppel menselijk bloed wordt verdund met eenzelfde hoeveelheid gedestilleerd water.
Wat gebeurt er dan met de rode bloedcellen?
A
Ze veranderen niet
B
Ze krijgen een grotere turgor
C
Ze verschrompelen
D
Ze zwellen op

Slide 26 - Quizvraag

Wat is turgor?
A
druk van de cel tegen de celwand
B
druk van de celwand tegen de cel
C
druk van de celmembraan tegen de celwand
D
druk van de celwand tegen de vacuole

Slide 27 - Quizvraag

Weektaak havo
Deze week leer je wat osmotische druk, membranen zijn semipermeabel, osmose dierlijke en planten cellen.
- Kijk je gemaakte werk van vorige week na 

- Lees de tekst BS 5(blz. 36, 37, 38, 39) 
- Maak opdr 39, 41, 42, 43, 44, 45

Slide 28 - Tekstslide

Zijn er vragen?
Stel ze via de microfoon, of anoniem via hier)

Slide 29 - Open vraag

Wat vind je van de lengte van de lessen?
A
Te kort
B
Wel goed
C
Te lang
D
Anders.. (licht toe)

Slide 30 - Quizvraag

37 a

Slide 31 - Tekstslide