Herhaling V4 + Inleiding Regeling

Herhaling belangrijkste onderdelen vwo 4
Herhaling belangrijkste onderdelen vwo 4
Leerdoel: terughalen kennis over....
  1. organisatieniveau's in de biologie
  2. celorganellen
  3. diffussie en osmose
  4. passief en actief transport
  5. mitose en meiose
  6. genetica
  7. evolutie
  8. ecologie

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhaling belangrijkste onderdelen vwo 4
Herhaling belangrijkste onderdelen vwo 4
Leerdoel: terughalen kennis over....
  1. organisatieniveau's in de biologie
  2. celorganellen
  3. diffussie en osmose
  4. passief en actief transport
  5. mitose en meiose
  6. genetica
  7. evolutie
  8. ecologie

Slide 1 - Tekstslide

Sleep de organisatieniveaus in de juiste volgorde
(van klein naar groot)
organel
molecuul
populatie
orgaan
organisme
cel
weefsel

Slide 2 - Sleepvraag

voorbeelden van organisatieniveaus
Sleepvraag


Organisme
Orgaan
Weefsel
Cel
Organel

Slide 3 - Sleepvraag

Zet de organisatieniveaus in de juiste volgorde van klein naar groot.
1
3
4
5
6
Individu
Populatie
Levensgemeenschap
Biosfeer
Ecosysteem

Slide 4 - Sleepvraag

Slide 5 - Tekstslide

Sleep functie naar het juiste organel
Celkern
Cytoplasma
Celmembraan
Vacuole
Mitochondrium
Stroperige vloeistof waarin celorganellen liggen
Bepaalt welke stoffen de cel in en uit mogen
Regelt wat er in de cel gebeurt
Met vocht gevuld blaasje dat stevigheid geeft aan de cel
Zorgt voor energie

Slide 6 - Sleepvraag

Wat is het verschil tussen een eukaryoot en een prokaryoot?

Slide 7 - Open vraag

Prokaryoot vs Eukaryoot

Slide 8 - Tekstslide

Waar
Niet waar
Transport door blaasjes kunnen zowel van binnen de cel naar buiten de cel
worden gebracht en andersom
transporteiwitten kunnen alleen voor actief transport gebruikt worden
osmose vindt plaats als sommige moleculen de semipermeabele wand wel kunnen passeren en andere niet, hierdoor onstaat er een waterverschil
Passief transport vindt plaats door diffusie, osmose en transporteiwitten
Diffusie vindt alleen plaats door een semipermeabele wand

Slide 9 - Sleepvraag

actief/passief transport

Slide 10 - Tekstslide

Sleep de begrippen naar het juiste vak.
actief transport
passief transport
Kost geen energie
Kost energie
Endocytose
Exocytose
Diffusie
Osmose

Slide 11 - Sleepvraag

Endocytose en exocytose

Slide 12 - Tekstslide

Cellen kunnen zich op 2 manieren delen: via mitose of meiose. Welke celdeling hoort bij welke cellen?
MITOSE
MEIOSE
HUIDCELLEN
ZAADCELLEN
BLOEDCELLEN
SPIERCELLEN
EICELLEN
BOTCELLEN

Slide 13 - Sleepvraag

MITOSE
MEIOSE I 
MEIOSE II
2n --> 2n + 2n 
2n --> n + n 
n --> n + n 

Slide 14 - Sleepvraag

Juist 
Onjuist
Mitose en meiose
Hieronder staan 4 beweringen. Bepaal of de bewering juist of onjuist is en sleep naar het bijbehorende vak:

door mitose worden de geslachtscellen gevormd
meiose bestaat uit twee delingen
tijdens de S fase wordt de hoeveel DNA in de cel verdubbeld
de mitose is onderdeel van de celcyclus 

Slide 15 - Sleepvraag

Wetenschappers bestuderen het proces hoe alle ......................... zijn ontstaan uit eenvoudige ........................., waarbij ook veel soorten zijn ......................... , Dit heet ...........................

De evolutietheorie gaat ervan uit dat:
1. Door mutatie steeds nieuwe ......................... ontstaan. 
2. Als een organisme zich kan aanpassen aan zijn omgeving heeft hij een grotere ............................. Dit verschijnsel noemen we .........................
3. Dat door ......................... een zelfde soort steeds meer kan verschillen van elkaar, omdat ze in een andere omgeving leven. Hierdoor kunnen er uiteindelijk nieuwe ......................... ontstaan. Deze verschillende soorten kunnen zich uiteindelijk niet meer .......................... samen.

organismen
levensvormen
uitgestorven
evolutie
soorten
overlevingskans
natuurlijke selectie
isolatie
genotypen
voortplanten

Slide 16 - Sleepvraag

Celorganellen zijn  aanwezig
Een celkern ontstaan
Mitochondriën en cyanobacteriën worden in de cel opgenomen
Instulpingen van het membraan
Wat gebeurde er als 1e?
Wat gebeurde er als 2e?
Wat gebeurde er als 3e?
Wat gebeurde er als 4e?

Slide 17 - Sleepvraag

Endocytose en exocytose

Slide 18 - Tekstslide


Waarom is het aantal lynxen altijd lager dan het aantal hazen?
A
Eén lynx kan nooit alle hazen opeten
B
Elk trofisch niveau gaat er biomassa verloren
C
Hazen planten zich sneller voort dan lynxen
D
Eén lynx eet meerdere hazen per jaar.

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Dieren met een kleine oppervlakte maar een grote inhoud koelen                              af. 
Dieren met een groot oppervlakte en een kleine inhoud koelen                        af. 

Op de Noordpool zijn dieren                               dan in de Sahara woestijn. 
Baby's koelen sneller af dan volwassenen omdat hun lichaam                            is. 
 
sneller
langzamer
groter
kleiner

Slide 21 - Sleepvraag

(naar) binnen =
(naar) buiten =
gelijk blijven =
afgeven =
toestand = 
temperatuur =
andere = 
homo(ios)
endo
crien
exo
stasis
therm
hetero

Slide 22 - Sleepvraag

negatieve terugkoppeling
positieve terugkoppeling
Wanneer een toename van het resultaat van een  proces, het proces versterkt
Wanneer een toename van het resultaat van een  proces, het proces remt

Slide 23 - Sleepvraag

X
Y
Zet + en/of - op de goede plek (begin bij X -> Y).
En sleep het tekstvak naar de juiste grafiek.
+
+
-
-
Negatieve terugkoppeling 

Slide 24 - Sleepvraag

X
Y
Zet + en/of - op de goede plek (begin bij X -> Y).
En sleep het tekstvak naar de juiste grafiek.
+
+
-
-
Positieve terugkoppeling 

Slide 25 - Sleepvraag