Bedrijfshygiëne

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
HorecaPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

  • Nieuwe lesstof over bedrijfshygiëne 
  • Micro- en macro-organismen

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
  • Je weet waarom bedrijfshygiëne zo belangrijk is
  • je k unt benoemen of iets een micro- of een macro-organisme is

Slide 3 - Tekstslide

Op welke manier ben jij verantwoordelijk voor de voedselveiligheid?
A
voedsel niet in gevaar te brengen bij het kopen
B
voedsel niet in gevaar te brengen bij het bereiden
C
voedsel niet in gevaar te brengen bij het bewaren
D
bij alle drie de manieren

Slide 4 - Quizvraag

Welke instantie controleert levensmiddelenbedrijven op voedselveiligheid?
A
KNJV
B
NVWA
C
KNS
D
ANWB

Slide 5 - Quizvraag

Wat is GEEN voorbeeld van hygiënisch werken?
A
Zorgen voor een schone werkplek
B
De temperatuur van de koeling controleren
C
Vlees snijden op een groen snijplank
D
Je handen wassen

Slide 6 - Quizvraag

Waarom wordt er in de horeca gewerkt volgens de HACCP en Hygiënecode
A
Om er voor te zorgen dat voedsel veilig is.
B
Omdat de baas dat wil
C
Omdat het makkelijker samenwerkt
D
Om het eten er netjes verzorgd uit te laten zien

Slide 7 - Quizvraag

Bedrijfshygiëne 

Bedrijfshygiëne = schoonmaken en schoonhouden van het bedrijf.
Dit doe je door schoon te maken, 
maar ook door ervoor te zorgen dat het bedrijf is ingericht met makkelijk schoon te maken materiaal.

Slide 8 - Tekstslide

Bedrijfshygiëne: hoe dan?

  • Zorg voor goed schoon te maken materialen (bijv: RVS werkplekken)
  • Controleer of er geen spullen kapot zijn
  • Maak de spullen schoon op de juiste manier
  • Zorg dat je af en toe een raam of deur open zet, maar voorkom ongedierte.
  • Denk aan kranen, deurklinken en 
    afvoerputjes bij de schoonmaak
  • Ruim schoonmaakmiddelen  correct op.
Slechte bedrijfshygiëne vergroot de kans op ongedierte.

Slide 9 - Tekstslide

Ongedierte
Macro-organismen:
  • ongedierte die je met het blote oog kunt zien
  • Voorbeelden: muizen, ratten, vliegen, spinnen
  • Muizen en ratten kunnen verpakkingen stuk knagen.
Ongedierte
Macro-organisme
  • Kun je zien met het blote oog
  • Bijv: muizen, ratten, vliegen, spinnen
  • Muizen en ratten kunnen verpakkingen open knagen
Micro-organisme
  • Niet zichtbaar met het blote oog, tenzij er veel samen zijn
  • Bijv: bacteriën, gisten, virussen en schimmels
  • Zorgen vaak voor voedselbederf of ziek worden van mensen
  • Zijn soms nuttig ; Denk aan gist in brood of
    schimmels in
    schimmelkaas

Slide 10 - Tekstslide

Plekken waar je schadelijke micro-organismen zitten
Slecht schoongemaakte of bewaarde producten
Niet goed schoon-gemaakte apparaten
Niet goed schoon-gemaakte ruimtes

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het?
Een rat is een ........
A
micro-organisme
B
macro-organisme

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het?
Schimmel is een ........
A
micro-organisme
B
macro-organisme

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het?
Gist is een ........
A
micro-organisme
B
macro-organisme

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het?
Een vlieg is een ........
A
micro-organisme
B
macro-organisme

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het?
Een muis is een ........
A
micro-organisme
B
macro-organisme

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het?
Een bacterie is een ........
A
micro-organisme
B
macro-organisme

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het?
Een virus is een ........
A
micro-organisme
B
macro-organisme

Slide 18 - Quizvraag

Heb je nieuwe dingen geleerd vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Wat heb je geleerd deze les?
Noem minimaal 1 ding

Slide 20 - Open vraag

Wat is hygiëne?
A
dingen die je doet om te voorkomen dat jij of anderen ziek worden
B
handen wassen

Slide 21 - Quizvraag

In de horeca controleer je groente of fruit op schimmel . Welke foto past bij dit woord schimmel?
A
B
C

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een micro-organisme?
A
een levend ding dat zo klein is dat je het niet of bijna niet kunt zien zonder microscoop, zoals een bacterie.
B
Een levend ding dat zo groot is dat je het kunt zien, zoals een muis.
C
Een vergadering met weinig mensen samen.
D
kruiden om het eten op smaak te brengen.

Slide 23 - Quizvraag

Wat is een macro-organisme?
A
een klein levend ding, dat je niet of bijna niet kunt zien zonder microscoop, zoals een bacterie
B
Een levend ding dat zo groot is dat je het kunt zien, zoals een muis of een vlieg.
C
een vergadering met veel mensen
D
Een keuken in een groot restaurant

Slide 24 - Quizvraag

Morgen komt er een nieuwe stagiaire (Petra) op je stage. Je krijgt de opdracht om haar vooraf alvast de hygiëneregels uit te leggen. Schrijf een mailtje van minstens 10 regels waarin je haar de hygiëneregels vertelt.

Slide 25 - Open vraag

En nu aan de slag!

Slide 26 - Tekstslide