Redekundig ontleden

Redekundig ontleden
Werkwoordelijk gezegde
Lijdend voorwerp
Persoonsvorm
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Redekundig ontleden
Werkwoordelijk gezegde
Lijdend voorwerp
Persoonsvorm
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp

Slide 1 - Tekstslide

Werkwoordelijk gezegde
Het werkwoordelijk gezegde zijn alle werkwoorden in de zin.
Je zoekt eerst de PERSOONSVORM (PV).
De PV kun je vinden door er een vraagzin van te maken, de tijd te veranderen of ev/mv te veranderen.

Gisteren ben ik naar de bioscoop geweest.


Slide 2 - Tekstslide

Onderwerp
Als je de PV weet, dan kun je ook het onderwerp vinden.
Dit doe je door de vraag te stellen:
wie/wat + PV?

Ik ga naar de bioscoop.


Slide 3 - Tekstslide

Lijdend voorwerp
Het lijdend voorwerp kun je vinden door:
wie/wat + O + gezegde

Hij heeft een cadeau gekregen.

Slide 4 - Tekstslide

Meewerkend voorwerp
Aan wie/voor wie + onderwerp + gezegde + lijdend voorwerp

Hij heeft mij een cadeau gegeven.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het gezegde in deze zin:

We gaan morgen hardlopen en zwemmen.

Slide 6 - Open vraag


Wat is het gezegde in deze zin:

Deze mevrouw staat al lang op jou te wachten.
A
mevrouw staat
B
staat wachten
C
staat te wachten
D
staat lang te wachten

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het onderwerp in deze zin:
Hun stoute kat is gevlucht naar zijn geheime plek.
A
plek
B
Hun stoute kat

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het onderwerp in deze zin?
Waarom zijn zijn vrienden gisteren naar Amsterdam gegaan?

Slide 9 - Open vraag

Wat is het lijdend voorwerp
Gisteren heeft mijn opa Jan een crossfiets gegeven.

Slide 10 - Open vraag

Wat is het lijdend voorwerp
Heeft Milou aan jou ook een snoepje gegeven?
A
Milou
B
aan jou
C
een snoepje
D
heeft gegeven

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin?
Faya maakte voor Roos een ontbijtje.
A
voor Roos
B
een ontbijtje
C
Faya
D
maakte

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin?

Hij gaf het eerste abonnement aan Shariff.

Slide 13 - Open vraag

Ik kan zelfstandig verder met het redekundig ontleden. Ik had 0 - 1 foutje.
Ja, ik kan alleen verder.
Nee, ik zou het fijn vinden om straks nog samen te oefenen.

Slide 14 - Poll