11 maart

Bienvenue dans la classe
 C3H2-  Le 11  mars 2025 

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2Leerjaar 1,2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bienvenue dans la classe
 C3H2-  Le 11  mars 2025 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Proefwerk
Eindtoets chapitre 3: leesvaardigheid + de phrases-clés  H3, Bron D 

H3: het aanwijzend voornaamwoord & bron H 
H3: de werkwoorden vouloir & pouvoir in de présent

Slide 2 - Tekstslide

Dat was ook huiswerk... 
Au programme
  • Uitleg programma en lesdoelen (5 min)
  • Uitleg en minitoets (20 min)
  • Quiz (20 min)
  • La fin (5 minutes)

Slide 3 - Tekstslide

Dat was ook huiswerk... 
Les buts 

  • Ik kan het aanwijzend voornaamwoord in een zin gebruiken
  • Ik ken woorden en zinnen over kleding en kledingstijl

Slide 4 - Tekstslide

Dat was ook huiswerk... 
Mini-toets

  • Het is stil zoals op de toets
  • je doe het alleen 
  • Op mijn signaal ga je met zijn tweeën werken
timer
15:00

Slide 5 - Tekstslide

Dat was ook huiswerk... 
Emily port...
A
une jupe
B
une robe
C
un chemise
D
un chapeau

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn aanwijzende voornaamwoorden in het Frans?
A
mon/ma/mes
B
le/la/les
C
ce/cet/cette/ces
D
un/une/des

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal
Ik houd erg van dit boek
A
J'aime bien ce livre
B
J'aime bien cette livre
C
J'aime bien ces livre

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef het juiste antwoord
On va en ville ce weekend?
A
Non, il est trop petit
B
Oui, je voudrais acheter un noveau jean

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort er niet bij
recylable- l'environnement - écolo(gique) - le vétérinaire?
A
Non, il est trop petit
B
Oui, je voudrais acheter un noveau jean

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef het juiste antwoord
Ça coûte combien?
A
Non
B
45 euro seulement

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

150 in het frans is
A
cent-cinquante
B
deux-cent
C
cent-quarante
D
cent-trente

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

cent-cinquante + cinquante + vingt
=
A
175
B
210
C
220
D
250

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal de zin
Je veux aller aux toilletes
A
Ik wil naar het toilet
B
Ik kan naar het toilet

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef antwoord op deze vraag
Qu'est-ce que tu aimes?
A
Oui, peut-être
B
Je ne sais pas
C
Ce jean et ce jeu
D
Moi aussi

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal
Ik zal er zijn
A
Je suis là
B
J'ai été
C
j'étais
D
Je serai là

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal
Zij is marokkaans
A
Elle parle marocain
B
Elle est marocaine
C
Elle est marocain

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort er niet bij
La gare - le train - l'avion - le car
A
La gare
B
Le train
C
L'avion
D
Le car

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal de zin
Je veux aller aux toilletes
A
Ik wil naar het toilet
B
Ik kan naar het toilet

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk rijtje is fout
A
je peux, tu peux, nous pouvez
B
Il peut, nous pouvons, ils peuvent
C
je peux, tu peux, on peut

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal de zin
Ça c'est vachement moche
A
Dat is vet lelijk
B
Dat is vet mooi

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal de zin
Welke kleuren zie je
A
Blanc, bleu et gris
B
Blanc, bleu et rouge
C
Blanc, bleu et jaune
D
Blanc, bleu et noir

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal de zin
Le mec a acheté une BD
A
De gast / gozer heeft een stridboek gekocht
B
Het meisje heeft een een boek gekocht
C
De gast/gozer heeft een stripboek verkocht
D
De gast / gozer heeft een stripboek geprobeerd

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal de zin
Certains ados sont accros au shopping
A
Sommige mensen zijn gek van shoppen
B
Sommige teeners zijn gek van shoppen
C
Sommige teeners zijn verslaafd aan shoppen

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke woord hoor bij dit plaatje
A
La blague
B
Désolé
C
possible
D
gentil / gentille

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

C'est quoi?
Wat zie je op het plaatje
A
Une supermarché
B
Un centre commercial
C
Un magasin
D
Un cinema

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Le fin
timer
5:00

Slide 27 - Tekstslide

Dat was ook huiswerk...