Na één a, i, o, u of y schrijf je 's in het meervoud
Ook na een afkorting schrijf je 's in het meervoud:
één wc - twee wc's, één tv - twee tv's
Na e, -el, -em, -en, er, -ie is het meervoud met -s
één jongen - twee jongens, één letter - twee letters
Na twee of meer klinkers schrijf je geen 's, maar s:
één cadeau - twee cadeaus