Etiketten lezen

Etiketten lezen


1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EtiketteringMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Etiketten lezen


Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Jij kent verschillende redenen waarom mensen een etiket lezen.
  2. Jij weet dat het lezen van etiketten effect heeft op jouw gezondheid.
  3. Jij weet op welke manieren etiketten en verpakkingen misleidend kunnen zijn

Slide 2 - Tekstslide

Mensen die in de supermarkt etiketten lezen, zijn gemiddeld lichter en gezonder.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Het is waar!!!
Mensen die in de supermarkt etiketten lezen, zijn gemiddeld lichter en gezonder. Bron: www.nu.nl


Etiketlezende vrouwen zijn gemiddeld zo’n 4 kilo lichter, mannen zo’n 400 gram, ontdekten onderzoekers van onder meer de Universidade de Santiago de Compostela in Spanje.

Slide 4 - Tekstslide

Weet jij hoe je een etiket moet lezen?
Kom er hier achter of jij weet hoe je een etiket moet lezen!

Slide 5 - Tekstslide

Waarom lezen mensen een etiket?
  • Om producten te kunnen vergelijken;
  • Om te weten wat er allemaal in het product zit;
  • Om er achter te komen hoe een product gemaakt is;
  • Om te weten waar het product vandaan komt;
  • Als je wilt weten of het product duurzaam is;
  • Als je wilt weten hoe je het product moet bewaren;
  • Als je wilt weten hoe je het product moet bereiden;
  • Als je een voedselallergie hebt.

Slide 6 - Tekstslide

Pas op voor loze kreten
  • Bijvoorbeeld "bron van vezels" of "goed voor de weerstand"
  • Dit noemen we claims
  • Soms klopt dit maar vaak niet
  • Vaak gaat het om "lege" begrippen die mooi klinken maar niks betekenen
  • In de wet staat wat wel en niet mag bij voedings- en gezondheidsclaims (VERORDENING (EG) Nr. 1924/2006)

Slide 7 - Tekstslide

Welke van onderstaande begrippen is WEL een echte claim?
A
Ambachtelijk
B
Suikerarm
C
Vers
D
Natuurlijk

Slide 8 - Quizvraag

Pas op voor "light"
  • De term "light" klinkt alsof je een verstandige keuze maakt;
  • Dit zegt NIETS over het aantal kcal in het product;
  • Kijk ook bij "light" producten goed naar het aantal kcal in het product

Slide 9 - Tekstslide

Pas op voor mooie plaatjes
  • Een prachtig plaatje van grote aardbeien?
  • Dan denk je dat het product vol zit met aardbeien, toch?
  • Toch kan er maar 1 aardbei inzitten
  • Ff het etiket lezen dus :) 

Slide 10 - Tekstslide

Pas op voor portiegrootte
  • De voedingswaarde wordt per portie aangegeven
  • Maar.....hoe groot is een portie?
  • Meestal 30 gram maar soms 45 gram
  • Of.....het aantal kcal dat vermeld wordt is voor 1 koek terwijl de portieverpakking 2 koeken bevat. Misleidend dus!!!

Slide 11 - Tekstslide

Wat kan je het beste doen om kcal per portie te vergelijken?
A
Jouw eigen portiegrootte aanhouden
B
Aantal kcal per producteenheid aanhouden
C
Aantal kcal per 100 gram aanhouden
D
Aantal kcal dat per portie op de verpakking aangegeven wordt aanhouden

Slide 12 - Quizvraag

Pas op voor referentie-inname
  • Hoeveel een volwassene per dag nodig heeft OF
  • Wat maximaal binnen een gezond voedingspatroon past
  • Dit noemen we allebei referentie-inname (RI)
  • Verwarrend dus!

Slide 13 - Tekstslide

Pas op voor natuurlijke naam i.p.v. E-nummer
  • Op het etiket staat soms een E-nummer maar soms ook de natuurlijke naam bv. citroenzuur i.p.v. E330
  • Wil je weten om welke hulpstof het nu precies gaat?
  • Check de E-nummerzoeker

Slide 14 - Tekstslide

Wat verstaan we onder referentie-inname?
A
Hoeveel een volwassene per dag nodig heeft
B
Wat maximaal binnen een gezond voedingspatroon past
C
Wat minimaal binnen een gezond voedingspatroon past
D
Hoeveel de consument per dag nodig heeft

Slide 15 - Quizvraag

Aan de slag 
Ga in huis op zoek naar etiketten (mogen er meerdere zijn) en zorg dat je als eerste de volgende 3 ingrediënten op 1 foto zet:

Slide 16 - Tekstslide

Zet de volgende 3 ingrediënten (leesbaar) op 1 foto:

1. Olie (bv. palm, zonnebloem, koolzaad)
2. Emulgator
3. Antioxidant

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide