Les 1 Wetgeving en redenen om etiket te raadplegen

Etikettering - les 1
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
EtiketteringMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Etikettering - les 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning

Week 1: Wetgeving en redenen om een etiket te raadplegen
Week 2: Vergelijken producten m.b.v. etiket en Informatie over productieproces en duurzaamheid
Week 3: Bewaarcondities en allergeneninformatie
Week 4 en 5: Maken etiket
Week 6: Valt uit -> inleveren etiket
Week 7: Toetsweek

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen week 1
  1. Jij weet wanneer voedingsmiddelen een etiket moeten bevatten;
  2. Jij weet wanneer het toegestaan is dat een product geen etiket bevat;
  3. Jij weet welke onderdelen er verplicht op een etiket moeten staan;
  4. Jij kent verschillende redenen waarom mensen een etiket lezen;
  5. Jij weet dat het lezen van etiketten effect heeft op jouw gezondheid;
  6. Jij weet op welke manieren etiketten en verpakkingen misleidend kunnen zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies


  • Consument wordt steeds kritischer, wil goed geïnformeerd worden om een weloverwogen keuze te kunnen maken
  • Consumentenvertrouwen vergroten door het geven van correcte en complete informatie


Slide 5 - Tekstslide

Etiketten zijn het onderdeel van de verpakking dat informeert over een levensmiddel. Op het etiket staat bijvoorbeeld wat in een levensmiddel zit. Je weet daardoor beter wat je koopt en je kunt producten onderling vergelijken.
Wat precies op een etiket moet staan is vastgelegd in de Warenwet Informatie Levensmiddelen (WIL) en in de Europese wet Voedselinformatie. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit houdt hier toezicht op.
Wat wel en niet op het etiket staat, hangt af van de manier waarop het product is verpakt. De winkelier doet meestal zelf een zakje om niet-voorverpakte producten, zoals ‘kaas van het mes’. Daar hoeft minder informatie op te staan. De meeste levensmiddelen zijn voorverpakt: de fabrikant verpakt ze, niet de winkelier. Op al die levensmiddelen staat deze verplichte informatie.
Meer informatie
Lees voor meer informatie onze webpagina's met praktische tips over etiketten lezen. Je kunt ook de folder Het etiket helpt je gezonder kiezen inkijken en bestellen in de webshop. Of download de gratis app Kies Ik Gezond?.
Wanneer een etiket? Wat zegt de wet?

Slide 6 - Tekstslide

Wat er precies op het etiket moet staan – en hoe – is vastgelegd in de Europese wet Voedselinformatie en in de Nederlandse Warenwet. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) controleert of fabrikanten zich aan deze wetten houden. Ook producten die je online koopt, moeten voldoen aan deze wetten. Op de bestelsite moet je de etiketinformatie kunnen terugvinden. Alleen als de winkelier zelf een zakje om een niet-verpakt product doet, zoals vers gesneden kaas, hoeft hij er geen informatie op te zetten.
De basis (uit de Europese wetgeving)
Doel van deze wet is om de leesbaarheid van etiketten te verbeteren en consumenten de gelegenheid te geven een goede voedselkeuze te maken.

In Nederland vertaal naar de Wet Voedselinformatie.

Slide 7 - Tekstslide

Wet Voedselinformatie
De Europese wet Voedselinformatie stelt eisen aan welke informatie over voedingsmiddelen aan consumenten verstrekt moet worden. Zo zijn er voorschriften voor wat er precies op het etiket moet staan.
Het doel van deze wet is om de leesbaarheid van het etiket te verbeteren en de consument de gelegenheid te geven om een goede voedselkeuze te maken. Daarbij is er aandacht voor gezondheid, veiligheid, herkomst en milieu.
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit houdt toezicht op de uitvoering van deze wet.
Omschrijving
De wet Voedselinformatie (Europese Verordening 1169/2011) valt onder de Europese wetgeving. Het doel van de wet Voedselinformatie is de leesbaarheid van het etiket te verbeteren en de consument informatie te geven om een goede voedselkeuze te kunnen maken met aandacht voor gezondheid, veiligheid, herkomst en milieu. Ook verkoop via internet valt onder deze wet.
In Nederland is de wet vertaald in het Warenwetbesluit Informatie Levensmiddelen (WIL).
Inhoud Wet Voedselinformatie
Op voorverpakte levensmiddelen 
is deze informatie verplicht:




Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nationale wetgeving: Wat zegt artikel 4 van deze wet?

Slide 9 - Open vraag

Levensmiddelen mogen alleen in de handel worden gebracht met een vermelding erop die het mogelijk maakt het levensmiddel te identificeren.
Nationale wetgeving: Wie moet deze informatie aanbrengen?

Slide 10 - Open vraag

De producent, fabrikant, verpakker of de eerste in de Europese Unie gevestigde verkoper van het betrokken levensmiddel
Nationale wetgeving: Wat zegt deze wet over consumptieijs?

Slide 11 - Open vraag

De informatie mag bij consumptieijs op de verzamelverpakking vermeld worden en niet op de individuele porties

Nationale wetgeving: Artikel 4 is niet in alle situaties van toepassing. Wanneer niet?

Slide 12 - Open vraag

* Als de houdbaarheid op het product vermeld is (dag-maand);
* Bij landbouwproducten die verhandeld worden aan opslag-, behandelings- of verpakkingsbedrijven;
* Bij landbouwproducten die naar producenten worden overgebracht;
* Bij landbouwproducten die direct worden opgehaald voor bereiding of verwerking;
* Bij levensmiddelen die op plaats van de verkoop niet zijn voorverpakt of op verzoek van de verkoper worden verpakt;
* Op verpakking van levensmiddelen waarvan de grootste zijde een oppervlakte heeft van minder dan 10 cm2.

Nationale wetgeving: In artikel 9 staat iets over glazen flessen die opnieuw worden gebruikt. Wat precies?

Slide 13 - Open vraag

Op glazen flessen die opnieuw worden gebruik voor melk of melkproducten hoeft alleen maar de houdbaarheidsdatum (of uiterste consumptiedatum) en naam en adres van het levensmiddelenbedrijf vermeld te worden.
Aan de slag 1
  1. Maak, op basis van alle wetgeving, een checklist etiketteringsverplichting voeding. Zorg dat je een omschrijving in kunt vullen.
  2. Kies een levensmiddel.
  3. Vul de checklist in voor het door jou gekozen levensmiddel.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag 2
  1. Produceer in een tweetal zelf een levensmiddel. Zorg zelf voor receptuur, werkwijze en grondstoffen;
  2. Maak voor dit product een etiket dat aan alle eisen voldoet;
  3. Lever het etiket, receptuur en werkwijze in voor beoordeling.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mensen die in de supermarkt etiketten lezen, zijn gemiddeld lichter en gezonder.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Waar

Het is waar!!!
Mensen die in de supermarkt etiketten lezen, zijn gemiddeld lichter en gezonder. Bron: www.nu.nl


Etiketlezende vrouwen zijn gemiddeld zo’n 4 kilo lichter, mannen zo’n 400 gram, ontdekten onderzoekers van onder meer de Universidade de Santiago de Compostela in Spanje.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan dat?
Lees het artikel op www.nu.nl  en kom erachter hoe dit kan!

Vervelend: Etiketten worden ervaren als ingewikkeld om te lezen.

Slide 18 - Tekstslide

Mensen die in de supermarkt etiketten lezen, zijn gemiddeld lichter en gezonder. Val je echt af wanneer je etiketten op voedselverpakkingen leest?
Weet jij hoe je een etiket moet lezen? Doe deze test van Quest
Mensen die in de supermarkt etiketten lezen, zijn slanker dan mensen die helemaal geen aandacht besteden aan de tekst op de verpakking. Dat geldt vooral voor vrouwen. Etiketlezende vrouwen zijn gemiddeld zo’n 4 kilo lichter, mannen zo’n 400 gram, ontdekten onderzoekers van onder meer de Universidade de Santiago de Compostela in Spanje.
Ze denken dat dit komt doordat etiketlezers zien hoeveel vet en suiker er bijvoorbeeld in een product zit. Ook andere studies laten zien dat mensen die etiketten lezen er een gezonder dieet op nahouden dan mensen die ze niet bekijken.
Etiket ingewikkeld te begrijpen
Maar er is een groot probleem met etiketten. Ze zijn ingewikkeld om te begrijpen. En in de supermarkt beslis je in een paar seconden of je iets wel of niet koopt. Volgens het Voedingscentrum leest meer dan een derde van de Nederlanders nooit of bijna nooit wat er op het etiket staat. Als ze het wel doen, kijken de meeste mensen alleen naar de houdbaarheidsdatum, hoeveel erin zit en hoelang het duurt om iets klaar te maken.
Nog minder aandacht krijgt de voedingswaardetabel. Hierin zie je bijvoorbeeld hoeveel verzadigd vet, suiker of zout een product bevat. "Er is best veel voedingskennis nodig om die informatie te begrijpen en toe te passen in je eigen eetpatroon", verklaart Ellen van Kleef, universitair hoofddocent consumentengedrag en voeding aan Wageningen UR.
Meesten beoordelen product op één criterium
Om de voedingswaardetabel iets begrijpelijker te maken, staat bij elke voedingsstof de zogeheten referentie-inname aangegeven. Hoeveel procent van het vet of zout dat je dagelijks maximaal mag eten, bevat één koekje of een handje nootjes? De referentie-inname gaat altijd per portie.
Maar als je twee soorten nootjes vergelijkt, moet je toch weer naar de hoeveelheid per 100 gram kijken. Want de ene fabrikant vindt dat een portie noten 30 gram is, de andere 40.
Het wordt helemaal ingewikkeld om te kijken naar meerdere voedingsstoffen in bijvoorbeeld verschillende soorten cruesli. Is cruesli met iets meer vet maar minder suiker dan verstandig? Of toch die met meer suiker maar minder vet? Welk product is minder ongezond? Dat is lastig te begrijpen.
De meeste mensen beoordelen een product dan ook op basis van één criterium. Meestal is dat de hoeveelheid vet, of het aantal kilocalorieën. Meer is te moeilijk. Van Kleef: "Eigenlijk moet al die voedingsinformatie voor consumenten veel simpeler worden samengevat."
Vinkje werkt verwarrend
De belangrijkste Nederlandse poging om voedingsinformatie op een etiket samen te vatten, was het vinkje. Producten met dat logo waren de ‘gezondere keuze’ in een bepaalde categorie. Er was bijvoorbeeld mayonaise te koop met zo’n vinkje. Die was minder ongezond dan andere soorten mayonaise, maar nog steeds allesbehalve superfood. Nogal verwarrend voor consumenten. In oktober 2018 is het vinkje afgeschaft
In andere landen, zoals Engeland en Frankrijk, staat er een 'verkeerslicht' op verpakkingen. De hoeveelheid calorieën, vet, suiker en zout krijgen een groene, oranje of rode kleur. De University of Surrey in Engeland analyseerde eerdere studies naar versimpelde voedingsinformatie op verpakkingen. Hoe meer stoplichten en andere hulpmiddelen erop stonden, hoe beter ze producten konden rangschikken van gezond naar ongezond.
Begrijpen betekent niet direct ernaar handelen
In theorie helpt die versimpelde informatie dus. Maar begrijpen welk van de producten gezonder is, wil nog niet zeggen dat je daarnaar handelt. Van Kleef: "Er is heel weinig bewijs dat zo’n etiket echt zorgt dat mensen gezondere dingen inslaan en gezonder gaan eten. Als je in de winkel staat, heb je vaak heel andere redenen om een voedingsmiddel te kopen. Het moet vooral lekker zijn en vaak ook makkelijk." En zelfs als je heel goed weet wat gezond is: je moet de verleiding van al dat ongezonds nog wel kunnen weerstaan.
Waarom etikettenlezers dan toch gezonder? De verklaring die het meest voor de hand ligt, is simpel. Mensen die etiketten lezen, zijn toch al meer geïnteresseerd in voeding. Daarom eten ze verstandiger en hebben ze een gezonder gewicht. Van Kleef: "Je kunt van een etiket geen wonderen verwachten."
Weet jij hoe je een etiket moet lezen?
Kom er hier achter of jij weet hoe je een etiket moet lezen!

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom lezen mensen een etiket?
  • Om producten te kunnen vergelijken;
  • Om te weten wat er allemaal in het product zit;
  • Om er achter te komen hoe een product gemaakt is;
  • Om te weten waar het product vandaan komt;
  • Als je wilt weten of het product duurzaam is;
  • Als je wilt weten hoe je het product moet bewaren;
  • Als je wilt weten hoe je het product moet bereiden;
  • Als je een voedselallergie hebt.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pas op voor loze kreten
  • Bijvoorbeeld "bron van vezels" of "goed voor de weerstand"
  • Dit noemen we claims
  • Soms klopt dit maar vaak niet
  • Vaak gaat het om "lege" begrippen die mooi klinken maar niks betekenen
  • In de wet staat wat wel en niet mag bij voedings- en gezondheidsclaims (VERORDENING (EG) Nr. 1924/2006)

Slide 21 - Tekstslide

Wapen jezelf tegen verkooptrucjes
Als je weet waar je op moet letten, kennen voedingsmiddelen geen geheimen meer. Je weet dan wat er inzit en wat waar is van de kreten die op de verpakking staan. Fris uitziende verpakkingen en mooie praatjes maken een product aantrekkelijk, waardoor het beter verkoopt. Maar ze kunnen je wel op het verkeerde been zetten. Laat je niet foppen en wapen je jezelf tegen trucjes op de verpakking. 

Laat je niet foppen door de verpakking
Mooie kreten, fris uitziende verpakkingen en mooie praatjes verkopen beter. Fabrikanten zetten deze middelen dan ook graag in. Maar ze kunnen jou als consument wel op het verkeerde been zetten. Wat je ziet en leest op de verpakking, hoeft niet altijd te kloppen. Door de verkooptrucs te herkennen, wapen je jezelf beter.

1. Loze kreten op de verpakking
Op de voorkant van de verpakking vind je vaak kreten als ‘bron van vezels’ of ‘goed voor de weerstand’. Die kreten noemen we claims. Soms klopt zo’n claim inderdaad. Maar meestal zijn het loze kreten om jou te verleiden het product te kopen. Als er ‘ambachtelijk’, ‘vers’ of ‘natuurlijk’ op de verpakking staat, dan klinkt dat mooi. Maar het zegt niets. Zo kan een ‘ambachtelijk’ brood net zo goed in de fabriek zijn gemaakt.

Welke van onderstaande begrippen is WEL een echte claim?
A
Ambachtelijk
B
Suikerarm
C
Vers
D
Natuurlijk

Slide 22 - Quizvraag

Het suikergehalte van het product bedraagt maximaal 0,5 g/100 g of 0,5 g/100 ml. 
Pas op voor "light"
  • De term "light" klinkt alsof je een verstandige keuze maakt;
  • Dit zegt NIETS over het aantal kcal in het product;
  • Kijk ook bij "light" producten goed naar het aantal kcal in het product;
  • Lees hier wanneer de claim "light" op een product vermeld mag worden.

Slide 23 - Tekstslide

2. Light wil niet zeggen calorie-arm
Light-producten bevatten niet altijd minder calorieën dan de gewone varianten. Zo kan light-chips net zoveel calorieën bevatten als gewone chips. En in light-pindakaas zit soms 30% minder vet, maar wel meer suiker dan de gewone variant.
Pas op voor mooie plaatjes
  • Een prachtig plaatje van grote aardbeien?
  • Dan denk je dat het product vol zit met aardbeien, toch?
  • Toch kan er maar 1 aardbei inzitten
  • Ff het etiket lezen dus :) 

Slide 24 - Tekstslide

3. Verleidelijke plaatjes
Op verpakkingen staan de mooiste foto’s, bijvoorbeeld van groente, fruit of noten. Je verwacht dan dat het product er vol mee zit. Maar dat is lang niet altijd het geval. Op een pak vruchtendrank staan soms de prachtigste aardbeien, terwijl er maar 1% echte aardbei inzit.
aardbeien
Pas op voor portiegrootte
  • De voedingswaarde wordt per portie aangegeven
  • Maar.....hoe groot is een portie?
  • Meestal 30 gram maar soms 45 gram
  • Of.....het aantal kcal dat vermeld wordt is voor 1 koek terwijl de portieverpakking 2 koeken bevat. Misleidend dus!!!

Slide 25 - Tekstslide

4. Niet alle porties zijn even groot
Op veel etiketten staat ook de voedingswaarde per portie, bijvoorbeeld per glas of koekje. Maar dat kan verwarrend zijn. Fabrikanten bepalen namelijk zelf hoe groot zo’n portie is. Zo rekent de ene fabrikant 30 gram voor 1 portie en de andere 45 gram. En nog een andere valkuil: soms zitten er 2 koeken in een meeneemverpakking en wordt het aantal calorieën gemeld van 1 koek. Dat lijkt namelijk gezonder!
Wat kan je het beste doen om kcal per portie te vergelijken?
A
Jouw eigen portiegrootte aanhouden
B
Aantal kcal per producteenheid aanhouden
C
Aantal kcal per 100 gram aanhouden
D
Aantal kcal dat per portie op de verpakking aangegeven wordt aanhouden

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pas op voor referentie-inname
  • Hoeveel een volwassene per dag nodig heeft OF
  • Wat maximaal binnen een gezond voedingspatroon past
  • Dit noemen we allebei referentie-inname (RI)
  • Verwarrend dus!

Slide 27 - Tekstslide

5. Verwarring door referentie-inname
Op veel verpakkingen staat een referentie-inname (RI). Deze RI geeft aan hoeveel een gemiddelde volwassene per dag nodig heeft óf wat maximaal binnen een gezond voedingspatroon past. Dat kan verwarrend zijn. Voor vitamines is het prima als je de 100% haalt. Maar voor zout en verzadigd vet geldt juist: hoe minder, hoe beter. Referentie-inname
Pas op voor natuurlijke naam i.p.v. E-nummer
  • Op het etiket staat soms een E-nummer maar soms ook de natuurlijke naam bv. citroenzuur i.p.v. E330
  • Wil je weten om welke hulpstof het nu precies gaat?
  • Check de E-nummerzoeker

Slide 28 - Tekstslide

6. Natuurlijke naam in plaats van E-nummer
Fabrikanten zetten soms de uitgeschreven naam van een stof op het etiket in plaats van een E-nummer. Dit klinkt natuurlijker. Er staat dan ‘citroenzuur’ in plaats van E330, terwijl het hetzelfde stofje is (een conserveermiddel). Wil je weten of een stof in de ingrediëntenlijst een E-nummer heeft? Zoek het op in de E-nummerzoeker.
Wat verstaan we onder referentie-inname?
A
Hoeveel een volwassene per dag nodig heeft
B
Wat maximaal binnen een gezond voedingspatroon past
C
Wat minimaal binnen een gezond voedingspatroon past
D
Hoeveel de consument per dag nodig heeft

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag 
1. Laat iemand drie voedingsmiddelen uitzoeken in de supermarkt.
2. Bestudeer het etiket en de verpakking van de producten.
3. Beargumenteer in hoeverre de gegeven informatie misleidend is.
4. Verwerk dit in een overzichtelijke tabel.
5. Lever in bij de docent, inclusief producten.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen les 1 behaald?
  1. Jij weet wanneer voedingsmiddelen een etiket moeten bevatten;
  2. Jij weet wanneer het toegestaan is dat een product geen etiket bevat;
  3. Jij weet welke onderdelen er verplicht op een etiket moeten staan;
  4. Jij kent verschillende redenen waarom mensen een etiket lezen;
  5. Jij weet dat het lezen van etiketten effect heeft op jouw gezondheid;
  6. Jij weet op welke manieren etiketten en verpakkingen misleidend kunnen zijn.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies