Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Kapitel 3 Keuzevoorzetsels H4
1 / 26
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Met welke naamvallen kunnen keuzevoorzetsels staan?
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Tekstslide
Stap 1 -Welke vragen moet je je in de eerste plaats stellen om te bepalen of de vz 3e of 4e naamval hebben?
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Bepaal de juiste naamval, vertaal en verbuig:
Er stetzt sich (tussen) ________ (wij)
A
zwischen wir
B
zwischen uns
C
neben unseren
D
zwischen unserem
Slide 9 - Quizvraag
Bepaal de juiste naamval, vertaal en verbuig:
Ich habe das (op) ____ (de) ___Fernsehen gesehen
A
auf dem
B
auf den
C
in den
D
in dem
Slide 10 - Quizvraag
Bepaal de juiste naamval, vertaal en verbuig:
Wir standen (voor) ______ (de)__ Kirche
A
für die
B
vor der
C
vor die
D
für der
Slide 11 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen 'für'en 'vor'?
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Gebruik je 'zu'enkel voor personen of ook voor zaken?
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Tekstslide
Wanneer gebruik je 'nach' zoal?
Slide 17 - Open vraag
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Vertaal het voorzetsel correct en verbuig in de juiste naamval:
Hier (in Nederland)__ gehe ich gerne (naar het restaurant)__
A
In die Niederlande- auf Restaurant
B
In den Niederlanden- aufs Restaurant
C
In den Niederlanden- ins Restaurant
D
In die Niederlande- im Restaurant
Slide 20 - Quizvraag
Vertaal het voorzetsel correct en verbuig in de juiste naamval:
(bij)__(mijn)__Eltern fühle ich mich __ ____ (thuis)
A
zu meinen - zu Hause
B
zu meinen - nach Hause
C
bei meinen - nach Hause
D
bei meinen - zu Hause
Slide 21 - Quizvraag
Vertaal het voorzetsel correct en verbuig in de juiste naamval:
Ich erfuhr (door)__ (een)__ Brief, dass er (naar)___ Berlin umgezogen war
A
von einem Brief -in
B
durch einen Brief- nach
C
durch einen Brief- ins
D
durch einen Brief- zu
Slide 22 - Quizvraag
Vertaal het voorzetsel correct en verbuig in de juiste naamval:
Um (in)___ (de) ___ Kino zu kommen, musst du hier (naar) ___ links abbiegen
A
zu dem - nach
B
in dem - über
C
in das - in
D
in das - nach
Slide 23 - Quizvraag
Vertaal de zin correct:
"Wij wachten op het resultaat"
A
Wir warten auf dem Ergebnis
B
Wir warten auf das Ergebnis
C
Wir warten über dem Ergebnis
D
Wir warten über das Ergebnis
Slide 24 - Quizvraag
Vertaal de zin correct:
"Wij verheugen ons op het feest"
A
Wir freuen uns auf das Fest
B
Wir freuen uns auf dem Fest
C
Wir freuen uns in das Fest
D
Wir freuen uns unter das Fest
Slide 25 - Quizvraag
Vertaal de zin correct:
"Hij staat voor de kerk"
A
Er steht für die Kirche
B
Er steht vor die Kirche
C
Er steht vor der Kirche
D
Er steht vor dem Kirche
Slide 26 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Wiederholung Kapitel 3 V4
April 2022
- Les met
48 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3,5
Wiederholung Kapitel 3 V4
Maart 2021
- Les met
52 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3,5
Naamvallen stap voor stap uitgelegd 1e 3e 4e
November 2023
- Les met
38 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3,4
Keuzevoorzetsels in het Duits
April 2023
- Les met
21 slides
4H voorzetsels
Maart 2022
- Les met
38 slides
Duits
Middelbare school
Hoofdstuk 4 / vwo 3
Mei 2024
- Les met
24 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
TeamX3 B: naamvallen stap voor stap uitleg
Mei 2022
- Les met
41 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
4T K2 der- en ein-Gruppe in 3e en 4e naamval
December 2018
- Les met
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4