Invulzinnen:
vertaal de woorden en zet ze in de juiste vorm
Stap 1: Zoek eerst een voorzetsel. Geen voorzetsel? -->
Stap 2: Zoek sein, werden of bleiben. Geen werkwoord? -->
Stap 3: Ontleed de zin en bepaal de naamval.
Stap 4: Persoonlijk voornaamwoord --> schema 3. Geen pers. vnw.? -->
Stap 5a: Is het zelfstandig naamwoord m/v/o/mv?
Stap 5b: Staat er een woord uit de der- of ein-groep voor?