Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Uhrzeit, bezit. vnw, möchten, datum, monate, ein, eine, kein, keine, zahlen bis 1000
Montag den 1. März
Was ist noch schwierig?
Aufgaben bearbeiten
Extra uitleg
1 / 40
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
In deze les zitten
40 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Montag den 1. März
Was ist noch schwierig?
Aufgaben bearbeiten
Extra uitleg
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Het is kwart voor drie (geen punt)
Slide 3 - Open vraag
Vertaal: Het is tien uur (geen punt)
Es ist ....
Slide 4 - Open vraag
Het bezittelijk voornaamwoord
mijn
= mein(e)
jouw
= dein(e)
zijn
= sein(e)
haar
= ihr(e)
ons/onze
= unser(e)
jullie
= euer/eure
hun
= ihr(e)
uw
= Ihr(e)
Slide 5 - Tekstslide
Het bezittelijk voornaamwoord
die-woorden (vrouwelijk en meervoud) krijgen een -e:
der Sohn (m) = ein Sohn = mein Sohn
di
e
Tochter (v) = ein
e
Tochter = dein
e
Tochter
das Baby (o) = ein Baby = sein Baby
di
e
Kinder (mv)= kein
e
Kinder = unser
e
Kinder
Slide 6 - Tekstslide
...............(mijn) Hobby (o) ist Handball.
A
Meine
B
Mein
C
Deine
D
Dein
Slide 7 - Quizvraag
Regelmatige werkwoorden
Vervoegen van het werkwoord door eerst de stam op te schrijven. De stam is het
hele
werkwoord
- en of - n.
Voorbeeld:
wohnen = wohn
kaufen = kauf
reisen = reis
Slide 8 - Tekstslide
Regelmatige werkwoorden: uitgangen
werkwoord: wohnen, stam:wohn
ich wohn
du wohn
er/sie es wohn
wir wohn
ihr wohn
sie wohn
Sie wohn
Veel mensen gebruiken:
'feesttenten'
(fe)
e-st-t-en-t-en
Slide 9 - Tekstslide
Regelmatige werkwoorden: uitgangen
werkwoord: wohnen, stam:wohn
ich wohn
e
du wohn
st
er/sie es wohn
t
wir wohn
en
ihr wohn
t
sie wohn
en
Sie wohn
en
Veel mensen gebruiken:
'feesttenten'
(fe)
e-st-t-en-t-en
Slide 10 - Tekstslide
Regelmatige werkwoorden:
stam met
- d of -t
werkwoord: antworten, stam:antwort-
ich antwort
e
du antwort
e
st
er/sie es antwort
e
t
wir antwort
en
ihr antwort
e
t
sie antwort
en
Sie antwort
en
Slide 11 - Tekstslide
Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Er(retten) das Kind
A
rette
B
rettet
C
rette
D
retten
Slide 12 - Quizvraag
Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Das Kind (melden) sich nicht.
A
meldet
B
melden
C
meldt
D
melde
Slide 13 - Quizvraag
Wir bearbeiten Aufgabe 9 und 10 zusammen
Slide 14 - Tekstslide
Sem und Arjen .................... gerne Deutschunterricht.
A
möchte
B
möchtest
C
möchten
D
möchtet
Slide 15 - Quizvraag
Ihr (möchten) nach Hause.
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Tekstslide
(op 4 maart) feiere ich Geburtstag.
A
im 4. Marz
B
am 4. Marz
C
im 4. März
D
am 4. März
Slide 18 - Quizvraag
(in december) haben wir Ferien
Slide 19 - Open vraag
Wat vind je nog moeilijk en hoe zorg je dat je dit wel snapt?
Slide 20 - Open vraag
Slide 21 - Tekstslide
Dienstag den 16. Februar
- T-Schüler: Am Ende der Woche (aan het einde van de les) sind Lektion 1 bis 3 fertig!
- Wer hat seine Aufgaben nicht eingereicht? Die komt woensdag in de les.
- K-Schüler wiederholen und machen einen Quizlet
- Die Prüfung
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Oefenen!
Der Jungen ist groß. ......... Jungen ist groß.
A
ein
B
eine
Slide 24 - Quizvraag
Die Menschen sind nicht hier.
Hier sind ........ Menschen
A
kein
B
keine
Slide 25 - Quizvraag
Slide 26 - Tekstslide
Schreib auf: 48
Slide 27 - Open vraag
schreib auf: 62
Slide 28 - Open vraag
Het bezittelijk voornaamwoord
mijn
= mein(e)
jouw
= dein(e)
zijn
= sein(e)
haar
= ihr(e)
Slide 29 - Tekstslide
Het bezittelijk voornaamwoord
die-woorden (vrouwelijk en meervoud) krijgen een -e:
der Sohn (m) = ein Sohn = mein Sohn
di
e
Tochter (v) = ein
e
Tochter = dein
e
Tochter
das Baby (o) = ein Baby = sein Baby
di
e
Kinder (mv)= kein
e
Kinder = ihr
e
Kinder
Slide 30 - Tekstslide
...............(mijn) Kind(o) liebt Handball.
A
Meine
B
Mein
C
Deine
D
Dein
Slide 31 - Quizvraag
Das sind..................(onze) Eltern (mv).
A
meine
B
dein
C
unser
D
unsere
Slide 32 - Quizvraag
Slide 33 - Tekstslide
schreib auf: 389
Slide 34 - Open vraag
schreib auf: 930
Slide 35 - Open vraag
schreib auf: 672
Slide 36 - Open vraag
Wat vind je nog moeilijk en hoe zorg je dat je dit wel snapt?
Slide 37 - Open vraag
Slide 38 - Tekstslide
Quizlet!
Wir machen einen Quizlet!
Slide 39 - Tekstslide
Mittwoch den 17. Februar
Wir wiederholen Grammatik!
Wir machen etwas tolles!
Slide 40 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
geschlechte, haben, sein, kloktijden, Uhrzeit, regelmatige werkwoorden, regelmäßige Verben
Januari 2021
- Les met
49 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
geschlechte, haben, sein, kloktijden, Uhrzeit, possessivpronomen, Zahlen bis 1000, datum, monate
Oktober 2021
- Les met
38 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
V2 26-10 (1lesuur)
Oktober 2022
- Les met
40 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Les 18
Maart 2023
- Les met
42 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
K3 Verben haben und sein und Lesenverstehen
Februari 2021
- Les met
16 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
dürfen, können, mögen, voltooid deelwoord, possessivpronomen, möchten
Maart 2021
- Les met
30 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Herhaling haben, sein, idewis und feesttenten incl s en d/t
Mei 2023
- Les met
41 slides
Duits
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
Modalverben & das Aussehen
Januari 2024
- Les met
48 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3