3.6 en 3.7 Geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting en mutaties

3.6 Geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting   

3.7 Mutaties
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.6 Geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting   

3.7 Mutaties

Slide 1 - Tekstslide

wat gaan we vandaag doen?
leerdoelen vandaag

nieuwe theorie: 3.6 geslachtelijke voortplanting 
nieuwe theorie: 3.7 mutaties

herhalen leerdoelen

Slide 2 - Tekstslide

leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- kan je beschrijven wat geslachtelijke voortplanting is
- kan je beschrijven wat ongeslachtelijke voortplanting is
- kan je voorbeelden noemen van ongeslachtelijke voortplanting
- kan je beschrijven wat kunstmatige selectie en wat veredeling is
- kan je beschrijven wat een mutatie is


Slide 3 - Tekstslide

geslachtelijke voortplanting
= het versmelten van twee willekeurige geslachtscellen met elkaar

er ontstaan organismen (nakomelingen) met telkens andere genotypen


Slide 4 - Tekstslide

Ongeslachtelijke voortplanting
Verschillende methoden
De nakomelingen hebben exact dezelfde genen als de oorspronkelijke plant (of dier??)
klonen (schaap dolly)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

kunstmatige selectie
= van de nakomelingen worden alleen de individuen met de meest gunstige eigenschappen gebruikt voor verdere kruisingen


Vraag 2:
Wat is  kunstmatige selectie

Slide 8 - Tekstslide

Veredeling
Door kruisingen en kunstmatige selectie probeert men een combinatie van gunstige eigenschappen in één nakomeling te krijgen.


Vraag 3:
Kruisingen met de meest gunstige erfelijke eigenschappen noemen we?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

3.7 mutaties
= een plotselinge verandering van het genotype
kan in elke cel plaatsvinden (zowel lichaamscel als geslachtscel)


Vraag 5:
Hoe noemen we een plotselinge verandering?

Slide 11 - Tekstslide

ongeslachtelijke voortplanting
Een deel van een individu groeit uit tot een nieuw individu.
bijvoorbeeld: stekken, knollen en weefselkweek

Groei vindt plaats door gewone celdeling (mitose), dus de dochtercellen hebben hetzelfde genotype als de moedercel.
Vraag 4
Hebben nakomelingen hetzelfde of verschillend erfelijk materiaal?

Slide 12 - Tekstslide

mutaties
De invloed van een mutatie:
1. lichaamscel: enkel het genotype van de lichaamscel verandert; het genotype van de andere lichaamscellen verandert niet, dus deze mutatie heeft weinig invloed.

2. geslachtscel: na bevruchting komt het gemuteerde gen terecht in de eicel. Hieruit ontwikkelt zich een nakomeling dat in elke lichaamscel een gemuteerd gen heeft, dus deze mutatie heeft veel invloed.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

mutaties
Kunnen spontaan plaatsvinden of onder invloed van mutagene invloeden:
- asbeststof
- uv-straling (zon)
- sigarettenrook 
- röntgen- en radioactieve straling




Slide 15 - Tekstslide

Vragen?

Slide 16 - Tekstslide

herhalen leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- kan je beschrijven wat geslachtelijke voortplanting is
- kan je beschrijven wat ongeslachtelijke voortplanting is
- kan je voorbeelden noemen van ongeslachtelijke voortplanting
- kan je beschrijven wat kunstmatige selectie en wat veredeling is
- kan je beschrijven wat een mutatie is


Slide 17 - Tekstslide

Forms invullen
https://forms.office.com/Pages/ResponsePage.aspx?id=Hopk68AFDUq7n8E2W-xu417VoChavWJJpVVqlGM9SOdUOUZCREpZS0YxWDJTOENSS1RITDlXNklISi4u

Slide 18 - Tekstslide

huiswerk
opdracht 46 tot en met 59 maken

Nu aan werken en vanmiddag in de les en huiswerk voor maandag
Vanmiddag wil ik met sommige even een paar vragen doornemen voorzover van toepassing. Eerst iedereen melden en dan geef ik aan met wie ik wil overleggen.

Slide 19 - Tekstslide