6V Periode 1 (24-25)


SPAANS
6 VWO


Periodo 1
1 / 58
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 58 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les


SPAANS
6 VWO


Periodo 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Introducción
  • Cosas prácticas
  • Juego de dados
  • La prueba de Sócrates
Semana 1
2 sep - 6 sep

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Ga naar google classroom en voeg jezelf toe met onderstaande code:


SLM:
3zpdcli





Slide 3 - Tekstslide

Als docent maak je een classroom aan. Hier kan je dan de code van jouw classroom invullen en dan kunnen leerlingen zichzelf in jouw classroom plaatsen. 
  • Ga naar www.LessonUp.io en log in als leerling, klik op 'gebruik je google'

  • Voeg jezelf toe aan de klas d.m.v de klascode:


SLM:
rixgv

Slide 4 - Tekstslide

Maak in LessonUp klassen aan. Als je dit gedaan hebt per klas, kan je de code per klas opzoeken en hier de code invullen die lln moeten invullen om zichzelf toe te voegen aan hun klas. 
Juego de dados
1) Maak groepjes van 2 tot 4 personen en regel 1 dobbelsteen.

2) Kies samen 15 Spaanse werkwoorden uit en schrijf elk werkwoord op een apart briefje (deze krijg je uitgedeeld). 

3) Persoon 1  kiest een blaadje met een werkwoord. Persoon 2 gooit met de dobbelsteen en moet het gekozen werkwoord in de juiste persoon vervoegen. Heb je het goed? Mag je het werkwoord houden. Fout? Dan gaat het werkwoord terug de pot in. De volgende speler is dan aan de beurt. 

                                                 
                                                       Winnaar: degene die de meeste briefjes verzamelt wint het spel.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Qué hacer en período 1?
Pruebas

  • Schrijfvaardigheid (formele brief) in Toetsweek 1
  • Handelingsdeel voca + grammatica (+bonus)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¡A trabajar!
La prueba de Sócrates

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • ¡Cuéntame de tus vacaciones!
  • PA (Libro 4 C7 escribir) eje 1,2,4
Semana 2
9 sep - 13 sep

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¡Cuéntame de tus vacaciones!

Geef antwoord in hele zinnen en schrijf ze op. Gebruik de indefinido (denk aan de onregelmatige ww!).

  • ¿Adónde fuiste de vacaciones?
  • ¿Cómo fuiste de vacaciones? (en coche, en tren, en avión, en autobús…)
  • ¿Con quién fuiste de vacaciones?
  • Nombra 3 cosas que hiciste durante las vacaciones.
  • Nombra 3 cosas que no hiciste durante las vacaciones.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Herhalen indefinido/imperfecto
  • Stripverhaaltje in verleden tijd
  • PA (Libro 4 C7 escribir) eje 5, 8 y 9
  • Groene boekje: p. 9-16 voorzetsels: Lees de uitleg en maak vervolgens: 2, 3, 4, 6
  • Estudiar: examenidioom P1 + voorzetsels
Semana 3
16 sep - 20 sep

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¡A trabajar!
Daar gaan we weer! Welke werkwoorden kan jij nog correct in de indefinido en/of imperfecto vervoegen? Fris je geheugen op:
   Oefening 1 (indefinido)
   Oefening 2 (imperfecto)
   Oefening 

En weet je nog wanneer je welke van de 2 tijden moet gebruiken?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

por o para

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Por o para
- deel van de dag                                            - deadline
por la mañana                                  los deberes son para lunes
- frequency                                                      -speciale gebeurtenis
dos veces por semana                       un reloj para Navidad
- plaats                                              - bestemming
la casa está por el centro                       salió para Madrid
- reden/ oorzaak                                              - doel/ om te
me fui por el ruido                              estudio para aprender mucho

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorzetsels por, para

POR = door/per/bij dagdelen
  • Viajamos por las montañas = We reizen door de bergen
  • Por las noches saco a pasear al perro = 's Avonds laat ik de hond uit

PARA = voor/ om te (+heel ww)
  • Esta comida es para Paco = Dit eten is voor Paco
  • ¿Para quién es este regalo? = Voor wie is dit cadeau? 
  • Para bailar = om te dansen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ejercicio por/ para
Maak de zinnen compleet met por of para:
1. Quiero comprar un regalo ______________ mi madre.
2. Podemos ir al centro ______________la tarde.
3. En el Corte Inglés hay perfumes ___________sólo 10 euros.
4. _____________las madres un perfume siempre es un buen regalo.
5. ¿Quedamos después _____________tomar un café con Juan?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

respuestas ejercicio por/para
Maak de zinnen compleet met por of para:
1. Quiero comprar un regalo _______para_______ mi madre.
2. Podemos ir al centro _______por_______la tarde.
3. En el Corte Inglés hay perfumes _____por______sólo 10 euros.
4. _______Para_______las madres un perfume siempre es un buen regalo.
5. ¿Quedamos después _____para_____tomar un café con Juan?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Estudiar: examenidioom P1 + voorzetsels + voegwoorden
  • PA (Libro 3 capítulo 5) eje 1-4, 9,10
  • PA (Libro 4 C7 escribir) eje 10
  • Brief uitleg criteria + indeling
  • En clase: PA (Libro 3 capítulo 5) eje 6
Semana 4
23 sep - 27 sep

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werken we met de boeken 'Paso Adelante'?
  • Werkboek
  • Tekstboek
  • Bronnen
  • Extra Boekje + schrift
Brief beoordeling
- briefconventies (datum, aanheft etc.)
- taalgebruik (grammatica)
- punten verwerkt in de brief (inhoud)
- communicatieve effectiviteit (hoe komt de brief op de lezer over)

 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Briefconventies
Eigen adres 
x
Adres geadresseerde
x
plaats, datum
Uithoorn, 15 de marzo de 2013
x
onderwerp
Asunto: 
x
aanhef:
Estimado señor García:
Distinguidos Señores: (let bij afsluiting op ‘Les agradezco de antemano..’)
x
afsluiting:
Atentamente,
Saludos cordiales,
Un cordial saludo,


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Briefopbouw
Je brief bestaat uit minimaal  3 alineas:

Alinea 1:
- Schrijf wie je bent + vertel waarom je schrijft 
vb. Als eerste zou ik mezelf graag voor willen stellen. Ik heet ......... Ik schrijf u omdat ik graag wil solliciteren op de functie..... zoals gelezen in de Telegraaf van 10 september 2018.

Alinea 2:
- Alles wat je wilt zeggen/vragen/ mededelen in het middenstuk schrijven. Orden dit wel op een logische manier (voor een mooie volgorde/zinsopbouw kun je punten verdienen). Je kan er voor kiezen als het een lang middenstuk is, om hier nog een extra alinea toe te voegen. 

Alinea 3:
- Schrijf hier wat je verwacht van de lezer (wil je dat hij/zij een antwoord stuurt/ jou opbelt/ een mail stuurt/ antwoord geeft op... etc.)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Estudiar: examenidioom P1 + voorzetsels + voegwoorden
  • PA (Libro 4 C7 escribir) eje 11,12,13,14
  • Groene boekje: p. 17-22 gustar/doler/parecer + pers.vnw
  • Start schrijven oefenbrief 1: libro 4 C7 eje 15
  • Doornemen woordenboek N-S
Semana 5
30 sep - 4 oct

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(C7 eje 10)
Zeg dat je een kamer voor vier personen wilt reserveren

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
Me gustaría reservar una habitación en su hotel. Somos un grupo de cuatro personas de Holanda. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zeg dat je een kamer met een eigen badkamer wilt

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
Me gustaría tener una habitación tranquila con baño y cuatro camas separadas.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag of het ontbijt inbegrepen is

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
Quisiera saber si el desayuno está incluido.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zeg dat je een rustige kamer wilt met uitzicht op de binnenplaats

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
¿Podemos tener una habitación con vistas al patio? 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zeg dat de kamer goedkoop moet zijn, in ieder geval niet duurder dan €80,-

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
Quiero una habitación barata que no cueste más de 80 euros. Espero que tenga una habitación para nosotros. 

Gracias de antemano.

Saludos cordiales, 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Oefenbrief 1 inleveren (Classroom)
  • Estudiar: examenidioom P1 + voorzetsels + voegwoorden
  • Groene boekje: p.23-31 indefinido/imperfecto
  • PA (Libro 4 escribir) eje 16-17
Semana 6
7 oct - 11 oct

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • HD 1/3 voca + grammatica 
  • PA (Libro 3 capítulo 5) eje 12-13 y 15-16
  • PA (Libro 4 C7) eje 18
  • Oefenbrief 1 versie 2 inleveren
  • Oefenbrief 2 schrijven (libro 4 C7 escribir eje 19)
Semana 7
14 oct - 18 oct

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HD 1/3: voca + grammatica

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Oefenbrief 2 inleveren (Classroom)
  • Brieven op volgorde leggen
Semana 8
21 oct - 25 oct

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¡Felices vacaciones de otoño!

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Oefenbrief 2 versie 2 inleveren (Classroom)
  • Optie tot inleveren oefenbrief 3 (zie Classroom)
Semana 9
 4 nov- 8 nov

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toetsweek 1: EDT schrijfvaardigheid (formele brief)
Denk aan het meenemen van je woordenboek(en).



Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¡A trabajar!
Paso Adelante (PA) Boek

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Carta formal (concordantie)
~ In het Spaans past het bijvoeglijk naamwoord (guapo, nuevo, azul)/ bezittelijk voornaamwoord (mi, su, nuestro) en het lidwoord (un, una, el, la) zich aan het geslacht (m/v) en getal (enkelvoud/meervoud) van het zelfstandig naamwoord.

           *Tengo dos faldas nuevas.
           *Nuestros compañeros son simpáticos.
           *Tengo una semana ocupada.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Carta formal (vaste formules)
~Het werkwoord IR wordt (bijna) altijd gevolgd door ‘a’ (naar).
               *Vamos a la fiesta.
               *Voy al colegio. (a + el = al)
 
~Vervoersmiddelen gaan met ‘en’. Behalve ‘te voet gaan’.
               *Voy en tren Vamos en avión a Barcelona.
               *¿Vas en bicicleta? Voy al colegio a pie.

~Leeftijd gaat met ‘hebben’= TENER
                *Ik ben 17 jaar. Tengo 17 años.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Carta formal (vaste formules)
~Kloktijden en dagdelen
    *Om 3 uur heb ik aardrijkskunde: A las 3 tengo geografía.
    *Om 3 uur ‘s middags heb ik aardrijkskunde A las 3 de la tarde tengo            geografía.
    *’s Middags heb ik aardrijkskunde. Por la tarde tengo geografía.

~Tijden
   *Ik ben beschikbaar van ..... tot..... : Estoy disponible desde el 13 de julio hasta el 13 de septiembre.
   *Ik ben beschikbaar van ..... tot..... : Estoy disponible del 13 de julio al 13 de septiembre.

~Poder = kunnen (komt het je uit)
   *¿Puede usted esta tarde a las cuatro? / *Podría darme información sobre……

~Saber = weten of kunnen (een vaardigheid)
   *¿Sabes hablar inglés? ¿Sabes nadar?/Sé hablar español con fluidez. (Yo sé)

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zeg ik...?
1. Ik wil een klacht indienen over …
Quiero presentar una reclamación / una queja sobre…

2. Ik wil graag solliciteren naar de functie van …  
Querría solicitar al puesto de ....

3. Ik beschik over een goede kennis van het Engels en het Spaans. 
Dispongo de un buen conocimiento del inglés y el español.

4. Ik wil mijn Spaans verbeteren.    
Quiero mejorar mi español.

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zeg ik...?
5. Ik ben niet tevreden over…     
No estoy satisfecho/-a sobre…
 
6. Wat zijn de kosten van de cursus en waar verblijf ik tijdens deze 2 weken? 
¿Cuánto cuesta el curso y dónde seré alojado durante estas dos semanas? 

7.  Ik kan goed met jonge mensen opschieten.  
Me llevo bien con gente joven. 

8. Heeft men veel ervaring nodig voor deze functie? 
¿Se necesita mucha experiencia para este empleo?

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zeg ik...?
9. De kamer voldeed niet aan mijn verwachtingen. 
La habitación no cumplió con mis expectativas.

10. Ik ben bereid om u nadere informatie te geven 
Estoy dispuesto/-a a darle más información.

11. VWO = enseñanza secundaria preuniversitaria

12. In El País van 12 februari heb ik een advertentie gelezen waarin...
En El País del 12 de febrero he leído un anuncio en el cual...

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zeg ik...?
13. Uiteraard ben ik bereid om nadere informatie te verschaffen.
Obviamente estoy a su disposición de otorgarle(s) información adicional.

14. Ik voeg mijn Curriculum Vitae bij deze brief. 
Le añado a esta carta mi curriculum vitae. 

15. Ik kijk uit naar uw antwoord / Ik verblijf in afwachting van uw antwoord.
Quedo a la espera de su respuesta.


Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op:
1) Opletten bij vertaling (lees NL uitdrukkingen):
Bijvoorbeeld:
 
  • Zingen spreekt mij aan
  • Ik zit op de computer
  • 'Vraag om welke periode het gaat'


2) Aan wie schrijf je de brief?!?!?
Permítame presentarme.....


Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beantwoord de onderstaande 2 vragen:


1. Hoe vind ik het lijdend voorwerp in de zin? 


2. Hoe vind ik het meewerkend voorwerp in de zin?
Lijdend + meewerkend vwp als pers.vnw

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beantwoord de onderstaande 2 vragen:


1. Hoe vind ik het lijdend voorwerp in de zin? 
Het lijdend voorwerp = wie / wat + onderwerp + gezegde.

2. Hoe vind ik het meewerkend voorwerp in de zin?
Zet 'Aan wie' of 'Voor wie' voor het onderwerp, het gezegde en het eventuele lijdend voorwerp.
Lijdend + meewerkend vwp

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

me
te
lo/la
nos
os 
los/las

Lijd.vw als pers.vnw           Meew.vw als pers.vnw
me
te
le (se)
nos
os 
les (se)

BELANGRIJK:
1. Plek = VÓÓR het 1e vervoegde ww
2. Eerst meew.vw (als die er is), daarna lijd.vw
3. Een dubbele 'l' kan niet (bijv: le+lo), dan gebruik je 'se'.

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lijd.vw
me
te
lo/la
nos
os 
los/las

Meew.vw
me
te
le (se)
nos
os 
les (se)

Wederkerende ww
me llamo
te   llamas
se   llama
nos llamamos
os   llamáis
se   llaman

Gustar
me
te
le      +gusta(n)
nos
os 
les

Hoe weet je nu of je te maken hebt met een wederk.ww of een lijdvw/meew.vw?
Persoonlijke vnw

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 1:  Zoek het lijd.vw (én/of het meew.vw). 
 
Stap 2:  Vervang het lijd.vw (én/of het meew.vw) door het persoonlijke vnm.

Stap 3:  Zet het persoonlijke vnw nu vóór het 1e vervoegde werkwoord 
             (of vastplakken achter een heel werkwoord/gebiedende wijs/gerundio).
Stappenplan

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lijd.vw (ejercicio)
Vervang het lijd.vw door het persoonlijk voornaamwoord
  1. ¿Tienes los papeles?                       ……………………………….
  2. ¿Recomienda usted la paella?        ………………………………
  3. ¿Compras el vestido rojo?              ………………………………..
  4. ¿Lees las novelas de Montalbán?    ………………………………

Vervang het lijd.vw door het pers.vnw en zet dit op de juiste plaats
  1. Nunca veo a usted por aquí.            ……………………………………. 
  2. Miriam está arreglando el coche.        …………………………………….
  3. ¡Busca las llaves ahora!                        …………………………………….
  4. Vamos a comprar esa nevera grande. …………………………………….

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lijd.vw (respuestas)
Vervang het lijd.vw door het persoonlijk voornaamwoord
  1. ¿Tienes los papeles?                      ¿Los tienes?
  2. ¿Recomienda usted la paella?       ¿La recomienda?
  3. ¿Compras el vestido rojo?             ¿Lo compras?
  4. ¿Lees las novelas de Montalbán?  ¿Las lees?

Vervang het lijd.vw door het pers.vnw en zet dit op de juiste plaats
  1. Nunca veo a usted por aquí.             Nunca lo/la veo.
  2. Miriam está arreglando el coche.      Miriam lo está arreglando. /Miriam está arreglandolo
  3. ¡Busca las llaves ahora!                       ¡Las busca ahora! / ¡Buscalas ahora!
  4. Vamos a comprar esa nevera grande. La vamos a comprar. /  Vamos a comprarla.

Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lijd.vw+Meew.vw (ejercicio)
Vervang het meew.vw door het persoonlijk voornaamwoord
  1. ¿Has comprado los zapatos a los niños?                    Sí,…………………………………..
  2. ¿Has devuelto el coche a tu abuelo?                          Sí,…………………………………..
  3. ¿Anna ha dicho a tí la verdad?                                   Sí,…………………………………..
  4. ¿Habéis pedido la dirección a la compañera nueva? Sí,…………………………………..

Vervang nu het meew.vw én het lijd.vw. door de juiste pers.vnw
  1. ¿Has comprado los zapatos a los niños?                   Sí,…………………………………..
  2. ¿Has devuelto el coche a tu abuelo?                          Sí,…………………………………..
  3. ¿Anna ha dicho a tí la verdad?                                   Sí,…………………………………..
  4. ¿Habéis pedido la dirección a la compañera nueva? Sí,…………………………………..



Slide 55 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lijd.vw (ejercicio)
Vervang het lijd.vw door het persoonlijk voornaamwoord en geef op een juiste manier antwoord op de vraag:

  1. ¿Tienes los papeles?                      Sí, ……………………………….
  2. ¿Recomienda usted la paella?       No, ………………………………
  3. ¿Compras el vestido rojo?             Sí, ………………………………..
  4. ¿Lees las novelas de Montalbán?  No, ………………………………

Slide 56 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lijd.vw (respuestas)
Vervang het lijd.vw door het persoonlijk voornaamwoord en geef op een juiste manier antwoord op de vraag:

  1. ¿Tienes los papeles?                      Sí, los tengo.
  2. ¿Recomienda usted la paella?       No, no la recomiendo.
  3. ¿Compras el vestido rojo?             Sí, lo compro.
  4. ¿Lees las novelas de Montalbán?  No, no las leo.


Slide 57 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • 2 delen (voca & gram), beiden moeten voldoende zijn
  • Na afloop zie je direct je resultaat??
  • De docent past alleen dingen aan als er kans is op voldoende met aanpassingen

KLAAR: 
  1. Brief afmaken + inleveren
  2. Foute zinnen verbeteren (classroom)
Handelingsdeel

Slide 58 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies