Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Veelgemaakte fouten
veelgemaakte fouten
spelling
1 / 21
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
21 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
veelgemaakte fouten
spelling
Slide 1 - Tekstslide
Programma
- Veelgemaakte fouten
- Aan de slag in de methode
Slide 2 - Tekstslide
Me/mij/mijn, je/jou/jouw, u/uw
ons/onze
Wanneer je een bezit aangeeft (en dat bezit direct erachter staat) gebruik je mijn, jouw, uw onze.
Ik ben mijn laptop vergeten
Je bent jouw laptop vergeten
Dat is onze keuze
Slide 3 - Tekstslide
Deze laptop is van mij
Deze laptop is van jou
Deze laptop is van ons
Korte vorm 'mij' en 'jou'
Ik heb
mijn
portemonnee niet bij me
De bakker geeft
je
een gratis broodje
Slide 4 - Tekstslide
Ik heb jou/jouw broertje gisteren gezien.
Slide 5 - Open vraag
Lisa komt niet nog een keer bij jou/jouw langs.
Slide 6 - Open vraag
Hun/hen
Hun hebben morgen een toets --> Fout!
Zij hebben morgen een toets
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Zij is persoonlijk voornaamwoord
Hun is bezittelijk voornaamwoord. Nooit onderwerp van een zin!
Slide 9 - Tekstslide
Zij/hun liepen samen door de winkel.
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
Als of dan
Gebruik 'als' bij vergelijkingen
Mijn scooter is net zo snel
als
die van jou.
Gebruik 'dan' bij een verschil
Seizoen 2 van die serie vind ik slechter
dan
seizoen 1
Ik denk dat ik beter in zingen ben
dan
jij
Slide 12 - Tekstslide
Hans loopt even hard als mij/ik
Hans loopt even hard als
ik loop
Laura heeft een mooiere stem dan ik (heb)
Bij twijfel kun je de zin aanvullen met woorden die in het eerste deel van de zin al werden gebruikt.
Slide 13 - Tekstslide
Gebruik 'dan' bij woorden: 'ander, andere, anders'
De dag liep anders dan ik had verwacht
Slide 14 - Tekstslide
Hij is groter dan/als ik/mij
Slide 15 - Open vraag
Laura fietst even hard als/dan ik/mij
Slide 16 - Open vraag
Na of naar
Slide 17 - Tekstslide
Na
de les ga ik een broodje kopen
Ik ga
naar
huis
Slide 18 - Tekstslide
Je gebruikt 'naar' in alle andere situaties.
Heb je het naar je zin hier?
Naar aanleiding van ons telefoongesprek, stuur ik u deze mail.
Slide 19 - Tekstslide
Na/naar werktijd ga ik altijd na/naar de winkel
Slide 20 - Open vraag
Aan de slag
Teams --> werkblad veelgemaakte fouten
Slide 21 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Veelgemaakte fouten phan2v1a
December 2020
- Les met
24 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Veelgemaakte fouten
Maart 2023
- Les met
33 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
BBL1 - Veelgemaakte fouten
Juni 2023
- Les met
30 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Veelgemaakte fouten
November 2023
- Les met
28 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Taalverzorging
Maart 2023
- Les met
28 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-4
Taalverzorging
Mei 2024
- Les met
37 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Taalverzorging
Oktober 2022
- Les met
32 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Taalverzorging
September 2024
- Les met
30 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-4