Echoscopie = groei en ligging van het embryo worden gecontroleerd, kan vanaf de 6de week
Vlokkentest = weefsel wordt uit de placenta gehaald om te kijken of er afwijkingen in de chromosomen zijn
Vruchtwaterpunctie = via de buikwand en wand van de baarmoeder wordt vruchtwater opgezogen
Abortus = beeindigen van de zwangerschap
Slide 11 - Tekstslide
Biotechnologie
Biotechnologie is de techniek waarbij organismen worden gebruikt om producten te vervaardigen voor de mens.
Genetische modificatie: techniek waarbij het dna van een organisme nieuwe erfelijke informatie wordt aangebracht.
Genetisch gemodificeerd organisme: Transgeen
Klonen
Manier 1: klompje cellen splitst in kleinere klompjes (embryonale splitsing), deze klompjes worden in nieuwe organismen geplaatst en groeien uit tot organisme met gunstig genotype.
Manier 2; Celkerntransplantatie: Superkoe wordt bevrucht door stier met gunstige genotypen --> cellen delen zich tot klompje en kan dan uit de koe gahaald worden.--> wordt in laberatiorium afgesplitst tot afzonderlijke cellen, die worden samengesmolten met cellen van een donorkoe waarbei de kern uit de eicellen zijn gehaald--> groeit uit tot klompje cellen en kan geplaatst worden in een draagkoe
Slide 12 - Tekstslide
Kruisingtabellen
Achterhalen welke erfelijke eigenschappen zijn of worden doorgegeven aan de nakomelingen
Dihybride kruising: gekeken naar twee eigenschappen
Voorbeeld
Slide 13 - Tekstslide
Hoe noem je deze combinatie: bb?
A
Homozygoot dominant
B
Homozygoot recessief
C
Heterozygoot
D
Heterozygoot recessief
Slide 14 - Quizvraag
Bij de mens is het allel B voor bruine oogkleur dominant over b (blauwe oogkleur). Een man met blauwe ogen (genotype bb) krijgt met zijn vriendin die bruine ogen (genotype Bb) heeft, twee kinderen. Welke kleur(en) ogen kunnen hun kinderen hebben en hoe groot is de kans daarvan?
A
100% bruine ogen
B
50% bruine ogen, 50% blauwe ogen
C
25% bruine ogen, 75% blauwe ogen
D
100% blauwe ogen
Slide 15 - Quizvraag
X-chromosomale overerving
23 paar chromosomen, één daarvan bepaald je geslacht
Autosomen: 'overige' 22 paar chromosomen
X-chromosoom ruim 1000 genen meer gelokaliseerd dan en Y-chromosoom
Eigenschappen op X-chromosoom erven anders over dan op autosomen
Voorbeeld
Slide 16 - Tekstslide
Een ouderpaar heeft drie zonen en geen dochters. Hoe groot is de kans dat het eerstvolgende kind een dochter zal zijn?