Wist je dat?

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

Het is toegestaan een woordenboek Nederlands mee te nemen naar je CE

1. Waar
2. Niet waar

Het is toegestaan om een woordenboek Nederlands mee te nemen naar al je CE's.

1. Waar
2. Niet waar

Je hoeft geen woorden / uitdrukkingen uit je hoofd te leren voor je CE.

1. Klopt! Je kan toch alles opzoeken.
2. Klopt! Al is het wel slim om veelvoorkomende woorden van tevoren goed door te nemen.
3. Niet waar. Niet alles staat immers in een woordenboek.
4. Niet waar. Er is een vaste woordenlijst die je uit je hoofd moet leren.

De eerste zitting van CE Nederlands is op ___ mei 2021.

Het CE Nederlands duurt

1. 1,5 uur
2. 2 uur
3. 2,5 uur
4. 3 uur

Krijg je ook theoretische vragen?

1. Ja
2. Nee

Wie kijkt je CE Nederlands na?

1. Js
2. Js + tweede corrector (iemand anders van het SGDB)
3. Js + tweede corrector (iemand van een andere school in Nederland)
4. Een andere docent Nederlands van een andere school kijkt je CE na. Js controleert of dit goed gedaan is.

Wat zijn de onderwerpen van de teksten die je zal krijgen op je CE?

1. Maatschappelijke en culturele onderwerpen
2. Actuele onderwerpen
3. Hangt af van je profiel
4. Het kan van alles zijn.

Js heeft de teksten al gezien voordat jullie het CE gaan maken.

1. Waar
2. Niet waar

Mag je ook commentaar leveren op de tekst en op het examen?

1. Nee. Dat is ten strengste verboden
2. Ja. Dat kan na de laatste examenvraag.
3. Ja. Dat kan na het antwoord van de vraag worden weergegeven.
4. Nee. Je kunt een klacht indienen bij het LAKS.

Snelhechter

Hierin stop je, voorlopig, de opdrachten (ik zal ze voorlopig op school bewaren voor jullie)

Vandaag:

• Domeinen CE
• Opdracht: markeer de onderdelen waarbij je aandacht aan wil besteden in de les en stop het document in je snelhechter. 

Na de carnavalsvakantie starten we met debat. 

We zullen eindigen met examentraining (duh).

Onderwerpen: woordbetekenis, hoofdgedachte en -vraag, indeling van de tekst in stukken, tekstsoorten en -doelen, tekstverbanden, fucties, analyse van een betoog, argumentatie(fouten), spelling, interpunctie en formulering.