Klas 2: Mentorles: motivatie

Motivatie
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Motivatie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet wat ik later wil worden


Ik weet welke dingen mij energie geven

Ik weet wat ik leuk vind om te doen


Wat weet jij al over jouw motivatie?
Nee
Ja
Nee
Nee
Ja
Ja

Slide 2 - Sleepvraag

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.


Soorten motivatie

Er zijn twee soorten motivatie: 
motivatie van binnenuit 
en van buitenaf.

Slide 3 - Tekstslide

  • Lees de slide voor. 
Extra informatie
De twee soorten motivatie waar we op doelen zijn autonome (willen) en gecontroleerde (moeten) motivatie. Autonome en gecontroleerde motivatie zijn toevoegingen op de 'Self Determination Theory' van Ryan en Deci. Meer informatie over deze theorie vind je in het artikel "Self-Determination Theory and the  Facilitation of Intrinsic Motivation, Social Development, and Well-Being" via deze link. Een overzicht van de verschillende soorten motivatie kun je vinden in het motivatiecontinuüm via deze link.



Motivatie van buitenaf

Bij deze soort motivatie doe je 
iets omdat het van iemand anders
 moet, omdat je een beloning krijgt 
of om een straf te voorkomen.

Slide 4 - Tekstslide

  • Lees de slide voor.
Extra informatie:
Met motivatie van buitenaf bedoelen we gecontroleerde motivatie. Dit valt onder extrinsieke motivatie waar je niet voor kiest (Zie het motivatiecontinuüm in de vorige slide). Je vertoont gedrag enkel voor een beloning, het ontwijken van een straf van buiten of een negatief gevoel zoals schuld of schaamte.


Geef een voorbeeld van
motivatie van buitenaf.

Slide 5 - Open vraag

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden. 
  • Vraag door op één of twee antwoorden.
Extra informatie
Uiteindelijk gaat een groot deel van de leerlingen naar school omdat het moet. Dat is dus motivatie van buitenaf. Hier kun je als leerling eigenaarschap over nemen door zelf na te denken over hoe en waarom je het, ondanks dat het moet, zou willen doen. Bijvoorbeeld door doelen te stellen of het op je eigen manier te doen waardoor het leuker wordt.


Motivatie van binnenuit

Bij deze soort motivatie doe je iets 
omdat je vindt dat het zinvol, 
nuttig of belangrijk is. Of 
gewoon omdat je het leuk vindt!

Slide 6 - Tekstslide

  • Lees de slide voor.
Extra informatie
Met motivatie van binnenuit bedoelen we zowel autonome motivatie (hier kies je voor omdat je het belangrijk of zinvol vindt) als intrinsieke motivatie (dat zijn de dingen waar je 's nacht's voor wakker gemaakt mag worden). 


Geef een voorbeeld van
motivatie van binnenuit.

Slide 7 - Open vraag

  • Laat de leerlingen de vraag maken.
  • Vertel dat ze een voorbeeld kunnen opvragen op hun mobiel.
Intrinsieke Motivatie

komt vanuit jezelf. Je wilt iets zelf, bijvoorbeeld omdat je het heel leuk vindt!
Extrinsieke motivatie

ontstaat vanuit de omgeving. Dingen van buiten jezelf motiveren je iets te doen!

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Intrinsieke motivatie of extrinsieke motivatie?
Intrinsiek
Extrinsiek
Je wilt supergraag profvoetballer worden
Je moet van je ouders hoge cijfers halen!
Je vrienden dragen een bepaald merk waardoor jij deze kleding ook wil!
Je doet extra je best bij Engels, omdat je later een reis door Amerika wilt maken!
Je doet mee aan een sport omdat je prijzen wilt winnen!

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gemotiveerd wat jij vanochtend om je bed uit te komen? Geef een cijfer van 1-10.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gemotiveerd ben je op dit moment voor school?
Geef een cijfer tussen de 1 en de 10.
0100

Slide 11 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ben jij intrinsiek gemotiveerd?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is jouw doel
in het leven?

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Docenten kunnen mij motiveren.
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Docenten kunnen mij
motiveren door....

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Zijn de volgende situaties intrinsiek of extrinsiek?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"Ze gaat babysitten, want dat levert extra geld op."
A
intrinsiek gemotiveerd
B
extrinsiek gemotiveerd

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

"Hij gaat naar de tekenles, omdat hij graag tekent."
A
intrinsiek gemotiveerd
B
extrinsiek gemotiveerd

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

"Ze leert graag voor wiskunde, omdat ze dan de beste van de klas kan zijn."
A
intrinsiek gemotiveerd
B
extrinsiek gemotiveerd

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

"Hij leest graag in dat boek omdat hij zoveel mogelijk over dieren wil weten."
A
intrinsiek gemotiveerd
B
extrinsiek gemotiveerd

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

"Ik ga graag voetballen omdat ik dan mijn vrienden zie."
A
intrinsiek gemotiveerd
B
extrinsiek gemotiveerd

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Reageer op de volgende stellingen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 1
Ik slaap liever dan dat ik les volg

(Steek je hand op  als je het eens bent) 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 2
 lessen zijn saai.

(Steek je hand op  als je het eens bent)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 3
Ik volg mijn  lessen omdat het moet/ Ik ga naar school omdat het moet

(Steek je hand op  als je het eens bent) 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 4
Als ik niet gemotiveerd ben ligt het aan mezelf

(Steek je hand op  als je het eens bent)

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling 5
Ik ga naar school om mijn diploma te halen

(Steek je hand op  als je het eens bent)

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou jij doen in de volgende situaties?

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Je voelt je na een slechte nacht niet zo lekker, maar je moet eigenlijk naar school. Wat doe je?

A
Je blijft nog een uurtje liggen en je begint later.
B
Je gaat wat langer onder de douche staan om wakker te worden en je gaat gewoon op tijd naar school.
C
Je laat je ziek melden. Je had toch geen belangrijke vakken

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2. Jouw docent zegt dat je te veel op je telefoon zit en vraagt hem weg te leggen. Wat doe je?

A
Je probeert met de docent een oplossing te verzinnen. Bijvoorbeeld wanneer je werk af is mag je op je telefoon.
B
Je praat niet meer met die docent, maar je stopt je telefoon wel weg.
C
Wat een eikel! Je gaat niet meer naar die les.

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3. Je les is saai, en te makkelijk voor je. Wat doe je?

A
Je laat het zo, lekker makkelijk.
B
Je vraagt je docent om verdiepingswerk.
C
Je bespreekt met je docent/mentor hoe je de les minder saai kan maken.

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4. Je krijgt te horen dat je training om 7:00 uur in de ochtend begint. Wat doe je?

A
Dat is veel te vroeg. Je stopt met trainen.
B
Je kiest er voor om dan maar iets eerder naar je bed te gaan, zodat je het toch haalt.
C
Je komt elke dag gewoon een uurtje later, want je gaat niet voor je training eerder naar bed.

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

5. Je hebt twee tussenuren voordat de volgende les begint. Wat doe je?

A
Lekker naar huis! Of de rest van de dag lekker winkelen.
B
Een beetje hangen in de kantine tot de uren voorbij zijn.
C
Je maakt alvast je huiswerk.

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

6. Jij bent netjes op tijd in de les, maar je docent is er na 10 minuten nog niet. Wat doe je?

A
Je loopt naar de teamleider om te vragen waar je docent blijft.
B
Je gaat lekker naar huis. Te laat is te laat!
C
Je blijft wachten.

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

7. Je vrienden stellen voor om naar de stad te gaan, maar je hebt eigenlijk nog een belangrijke les. Wat doe je?


A
Je meldt je ziek op school, en gaat de stad in met je vrienden.
B
Natuurlijk ga je met je vrienden mee. Dat is toch veel leuker!
C
Je spreekt een ander moment af met je vrienden om naar de stad te gaan en volgt de les.

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat vond je van de Mentor les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Poll

Deze slide heeft geen instructies