ASU 30/03
How are you doing today?
đđđđđ
1 / 21
Onderdelen in deze les
How are you doing today?
đđđđđ
Slide 1 - Poll
Op een schaal van 0 tot 10: hoe goed was en ben jij op dit moment voorbereid op de toetsen
Slide 2 - Poll
Bij de gedachte aan de toetsweek word ik nerveus.
Volledig oneens
Een beetje oneens
Neutraal
Een beetje eens
Volledig eens
Slide 3 - Poll
Slide 4 - Tekstslide
Wat is volgens jou motivatie?
Slide 5 - Open vraag
Op een schaal van 1 tot 10: hoe gemotiveerd was jij om vanochtend uit je bed te komen?
Slide 6 - Poll
Op een schaal van 1 tot 10: hoe gemotiveerd ben jij op dit moment voor school
Slide 7 - Poll
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Ben jij intrinsiek gemotiveerd?
A
Ja
B
Nee
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Docenten kunnen mij motiveren.
A
Ja
B
Nee
Slide 12 - Quizvraag
Docenten kunnen mij
motiveren door...
motiveren door...
Slide 13 - Woordweb
Intrinsiek of extrinsiek:
"Ze gaat babysitten, want dat levert extra geld op."
"Ze gaat babysitten, want dat levert extra geld op."
A
Intrinsieke motivatie
B
Extrinsieke motivatie
Slide 14 - Quizvraag
Intrinsiek of extrinsiek:
"Hij gaat naar de tekenles, omdat hij graag tekent."
"Hij gaat naar de tekenles, omdat hij graag tekent."
A
Intrinsieke motivatie
B
Extrinsieke motivatie
Slide 15 - Quizvraag
Intrinsiek of extrinsiek:
"Ze leert graag voor wiskunde, omdat ze dan de beste van de klas kan zijn."
"Ze leert graag voor wiskunde, omdat ze dan de beste van de klas kan zijn."
A
Intrinsieke motivatie
B
Extrinsieke motivatie
Slide 16 - Quizvraag
Intrinsiek of extrinsiek:
"Hij leest graag in dat boek omdat hij zoveel mogelijk over dieren wil weten."
"Hij leest graag in dat boek omdat hij zoveel mogelijk over dieren wil weten."
A
Intrinsieke motivatie
B
Extrinsieke motivatie
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Wat zou jouw motivatie kunnen zijn om te leren voor de toetsweek?
Slide 20 - Open vraag
Heb je nog vragen en/of opmerkingen?
A
Ja
B
Nee
