I Voorstelling: Wat is er te zien op een schilderij? Wat geeft een sculptuur weer? Wat is
er te zien op een object? Wat is er te zien en/of te horen in een installatie?
II. Inhoud: Waar gaat het werk over: wat is het onderwerp, het verhaal, het thema, het
idee of concept? Wat is de boodschap of (diepere) betekenis?
III. Vormgeving: Hoe wordt het kunstwerk vormgegeven door middel van beeld? Hoe wordt
het gebouw/object/affiche vormgegeven?
IV. Materiaal/techniek: Waarmee, met welke materialen en technieken, wordt de
voorstelling/het gebouw/object/affiche vormgegeven?