Kunstgeschiedenis Modernisme-tot 1950

Modernisme tot 1950
Art Nouveau & Art Deco (1880-1940)
Expressionisme
Kubisme
Surrealisme
De Stijl (1917-1930) & Bauhaus (1918-1950)
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Modernisme tot 1950
Art Nouveau & Art Deco (1880-1940)
Expressionisme
Kubisme
Surrealisme
De Stijl (1917-1930) & Bauhaus (1918-1950)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de andere naam voor Art Nouveau?
A
Nieuwe Kunst
B
Slaoliestijl
C
Jugendstil
D
Franse kunst

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke stroming hoort dit werk?

A
Impressionisme
B
Art Nouveau
C
Expressionimse
D
Art Deco

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

EXPRESSIONISME
Schilderkunst met felle kleuren en grove toetsen
Vereenvoudigde vormen in schilder en beeldhouwkunst

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleurfamilie
Primaire kleuren
Grove toets
Licht- en schaduw effecten
Overlapping

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

KUBISME
Stijlkenmerk?
A
Felle kleuren
B
Korte penseelstreken (streepjes)
C
Geometrische vormen
D
Geen schaduw

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Waarom hoort dit schilderij bij het Kubisme?
A
Dat komt door de kleuren
B
Ik zie geen kubus, het is geen kubisme!
C
Er zitten invloeden van Afrikaanse kunst in.
D
Hoekige vormen en er is iets geks met standpunten

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom hoort dit kunstwerk bij het kubisme? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Natuurgetrouw
B
Geabstraheerd
C
Kleurrijk
D
Geometrische vormen

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Surrealisme betekent letterlijk
A
zeer onbewust
B
boven de werkelijkheid
C
boven de fantasie
D
zeer realistisch

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Surrealisme
A
Gaat over dromen
B
Gaat over dingen die niet echt kunnen
C
Gaat over het onbewuste
D
Gaat over dingen die echt zijn

Slide 12 - Quizvraag

Inhetsurrealismewendenkunstenaarshunfantasieaanzonderzichietsvanbestaandewettenenregelsaantetrekken.Zijtoneninhunkunstwereldendienietbinnendesfeervangewoneervaringenliggen.Dromen,hallucinatiesenhetonderbewustezijninspiratie-bronnen.MetnamehetwerkvanSigmundFreudheefthunbelang-stelling.
Welke schilder hield van surrealisme
A
Salvador Dali.
B
Rembrandt van Rijn.
C
Piet Mondriaan.
D
Johannes Vermeer

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is ' De Stijl' ?
A
Een groep Nederlandse kunstenaars
B
Een groep muzikanten
C
Een groep Chinese Kunstenaars

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Stijl
Theo van Doesburg en Mondriaan, begonnen ook in Nederland een kunstenaarsgroep: De stijl . Het had veel overlap met Bauhaus. Het was moderne architectuur en vormgeving. De ontwerpen moesten functioneel zijn. Het schoonheidsideaal was: Less is more. Er werd gebruik gemaakt van geometrische vormen, primaire kleuren. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

bauhaus
postimpressionisme
kubisme
de stijl

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rietveld Schröderhuis, Nederland

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Ondergang van de Jugendstil
  •  na WO1 , een economische crisis
  • Jugenstil/art nouveau zijn elitair en duur
  • Het ambachtelijke smeedwerk, houtwerk, de mozaïek vloeren, het glas in lood.
  • Het werd niet meer geaccepteerd in de cultuur om zo duur en dus elitair te ontwerpen. Er ontstonden nieuwe idealen. Bouwen moest ook democratisch zijn, ook sociaal gericht zijn om ook gewone burgers/ arme mensen een goed leven te bieden

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het Bauhaus
Ook de leden van kunstenaarsgroep Bauhaus hadden idealen om de wereld beter te maken. In 1919 stichtte Walter Gropius in het Duitse Weimar een rijksschool voor architecten, kunstenaars en industrieel ontwerpers, waar moderne, functionele vormgeving werd onderricht. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De ideologie van het Bauhaus
Er werd met nieuwe productieprocessen geëxperimenteerd, studenten kregen de ruimte om een nieuwe, eigentijdse vormtaal te ontwikkelen. In een tijd dat alleen een elitaire bovenlaag zich (jugendstil) ontwerpen kon permitteren, werkte het Bauhaus vanuit het ideaal om mooi en praktisch design voor iedereen bereikbaar te maken.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bauhaus design
Hoogwaardige technische en esthetische producten 
Accent op de functionaliteit
Betaalbare producten door industriele productieprocessen
Integratie van kunst in het dagelijkse leven

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Stijl
Bauhaus

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies