Leerjaar 2 GL, 6.2 gelijkvormige driehoeken vergroten en verkleinen

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
  • Berekenen vergrotingsfactor binnen gelijkzijdige driehoeken.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Welke hoek is
gelijk aan hoek B?
A
Hoek Q
B
Hoek P
C
Hoek R
D
Hoek A

Slide 7 - Quizvraag

Welke hoek is
gelijk aan hoek C?
A
Hoek Q
B
Hoek P
C
Hoek R
D
Hoek A

Slide 8 - Quizvraag

Welke zijde is een
vergroting van zijde BC?
A
ZIJDE PR
B
ZIJDE PQ
C
ZIJDE QR
D
ZIJDE AB

Slide 9 - Quizvraag

Driehoek KLM is gelijkvormig aan driehoek RPQ, verbind de hoeken die even groot zijn.
K
L
M
P
Q
R

Slide 10 - Sleepvraag

Driehoek KLM is gelijkvormig aan driehoek RPQ, verbind de zijden die een vergroting van elkaar zijn
KL
LM
KM
PR
QR
PQ

Slide 11 - Sleepvraag

Maak de tabel.
Wat is de vergrotingsfactor?
(afgerond op 2 decimalen)
A
0,75
B
1,48
C
1,33
D
3,08

Slide 12 - Quizvraag

Maak de tabel.
Hoe groot is DE?
(afgerond op hele cm)
A
17
B
25
C
30
D
36

Slide 13 - Quizvraag

Wat heb je deze les geleerd?
Het gebruiken van de vergrotingsfactor bij gelijkvormige driehoeken. 

Slide 14 - Tekstslide

Wat? hoofdstuk 6.2
Waar? dit moet in het schrift.
Wanneer? Deze les. Alles wat niet af is, is huiswerk voor de volgende les.

Klaar? Ga aan de slag met 6.3/volgende paragraaf (in het schrift).


Niet overleggen, geen vragen             -->
Niet overleggen, wel vragen                -->
Overleg én vragen wel toegestaan    -->

Slide 15 - Tekstslide