Persoonlijk voornaamwoord corrigé

Persoonlijk voornaamwoord nakijken
1 Vous avez vendu votre voiture au garagiste? Oui, 
a) je lui ai vendu ma voiture
b) nous lui avons vendu notre voiture
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Persoonlijk voornaamwoord nakijken
1 Vous avez vendu votre voiture au garagiste? Oui, 
a) je lui ai vendu ma voiture
b) nous lui avons vendu notre voiture

Slide 1 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord nakijken
2 Votre cousin habite bien à Paris? Oui

il y habite bien. 

Slide 2 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord nakijken
3 Tu as encore de la viande? Oui,

j'en ai encore

Slide 3 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord nakijken
4 Voulez-vous un kilo de fromage? Oui

a) j'en veux un kilo
b) nous en voulons un kilo

Slide 4 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord nakijken
5 Veut-il aller à Amsterdam demain? Non, 

il ne veut pas y aller

Slide 5 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord nakijken
6 Tu envoies cette lettre à Pierre? Oui, 

je lui envoie cette lettre

Slide 6 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord nakijken
7 Vous allez vérifier les travaux? Non,

a) je ne vais pas les vérifier
b) nous n'allons pas les vérifier

Slide 7 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord nakijken
8 Tu as répondu aux professeurs? Non,

je ne leur ai pas répondu

Slide 8 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord nakijken
9 Vous organisez cette fête? Oui,

a) je l'organise
b) nous l'organisons

Slide 9 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord nakijken
10 Tu es content de mes devoirs? Oui,

j'en suis content

Slide 10 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord nakijken
11 Tu vas montrer l'invitation à Jeanne? Non,

je ne vais pas lui montrer l'invitation

Slide 11 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord nakijken
12 Tu penses à tes vacances? Non,

je n'y pense pas

Slide 12 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord nakijken
13 Tous tes amis ont accepté le cadeau? Oui,

ils l'ont accepté

Slide 13 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord nakijken
14 Elle a écouté cet album? Non,

elle ne l'a pas écouté

Slide 14 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord nakijken
15 Il a donné un cadeau à ses parents? Oui, 

il leur a donné un cadeau

Slide 15 - Tekstslide