Je hebt je spullen op orde. Je hebt bij je: Kern (Nederlands lesboek), een schrift, een leesboek, een agenda en een etui met pennen.
Spullen en huiswerk (ook als het huiswerk niet volledig is) niet op orde: BV/HV op Magister.
Twee keer waarschuwen moet voldoende zijn! Zo niet, na de les bij de docent melden en dan maken we een afspraak hoe het in het vervolg beter kan in de les.
Je legt uit in stapjes hoe iemand iets moet aanpakken.
Voorbeelden: recept, mobiele telefoon, device
Slide 9 - Tekstslide
Weektaak
Schrijf in je agenda!
Lees bladzijde 24 in Kern
Maak opdracht 1 t/m 5 op bladzijde 24
Klaar? Pak je leesboek!!!
Slide 10 - Tekstslide
Huiswerk
Lees bladzijde 22 in Kern
Maak opdracht Lees bladzijde 22 in Kern
Maak opdracht 7 t/m 10 op bladzijde 22
Slide 11 - Tekstslide
Leerdoelen
Deze week:
Je leert hoe je met een goede zinsbouw duidelijke zinnen schrijft.
Je leert hoe je met duidelijke woorden helder schrijft.
Slide 12 - Tekstslide
Herhaling vorige week
Slide 13 - Tekstslide
Controleer je huiswerk. De antwoorden staan aan het eind van de les!
Slide 14 - Tekstslide
Uitleg theorie
Op de volgende dia's wordt de lesstof van deze week behandeld.
Slide 15 - Tekstslide
9. Duidelijke zinnen schrijven
Slide 16 - Tekstslide
9. Duidelijke zinnen schrijven
Slide 17 - Tekstslide
9. Duidelijke zinnen schrijven
Slide 18 - Tekstslide
9. Duidelijke zinnen schrijven
Slide 19 - Tekstslide
9. Duidelijke zinnen schrijven
Slide 20 - Tekstslide
9. Duidelijke zinnen schrijven
Slide 21 - Tekstslide
9. Duidelijke zinnen schrijven
Slide 22 - Tekstslide
9. Duidelijke zinnen schrijven
Opdracht
Maak twee zinnen en zorg ervoor dat je een onderwerp, een gezegde, een lijdend voorwerp, een meewerkend voorwerp en een bijwoordelijke bepaling gebruikt.
Slide 23 - Tekstslide
10. Duidelijke zinnen schrijven
Slide 24 - Tekstslide
10. Duidelijke zinnen schrijven
Slide 25 - Tekstslide
10. Duidelijke zinnen schrijven
Slide 26 - Tekstslide
10. Duidelijke zinnen schrijven
Slide 27 - Tekstslide
10. Duidelijke zinnen schrijven
Slide 28 - Tekstslide
10. Duidelijke zinnen schrijven
Slide 29 - Tekstslide
10. Duidelijke zinnen schrijven
Slide 30 - Tekstslide
Evaluatie
Wat was het lesdoel en heb je voor jezelf het gevoel dat je lesdoel is behaald?
Je leert hoe je met een goede zinsbouw duidelijke zinnen schrijft.
Je leert hoe je met duidelijke woorden helder schrijft.
Slide 31 - Tekstslide
OK!
Als je hier bent aangekomen, dan heb je je weektaak Nederlands afgemaakt!!!