Leerjaar 2 VOA Dienstverlening en zorg H4 les 2 Werken in een sportcentrum

• VOA
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

 VOA Dienstverlening en zorg H4 les 2

Werken in een sportcentrum

Terugblik

-Je weet dat een sportcentrum ook wel sporthal wordt genoemd

-Je weet dat je daar b.v. de entree netjes moet houden en de afvalbakken moet controleren

-Je weet dat er meestal een tribune en een kantine is

Doel: 

-Aan het einde van de les weet je welke werkzaamheden je kunt doen in een sportcentrum

b.v. sportmaterialen opruimen, de entree netjes houden en de afvalbakken controleren.

De entree van een sporthal

De entree

-De ingang van een sporthal heet de entree

-Dat is de voordeur en de gang, maar ook de stoep buiten de voordeur

-Het is belangrijk dat de entree er netjes uitziet

-Bezoekers komen dan graag naar het sportcentrum

-Er mag geen rommel liggen of zand of bladeren

-In de winter mag het niet glad zijn omdat mensen niet uit mogen glijden

Afvalbakken

-Er zijn veel afvalbakken in het sportcentrum om het overal netjes te houden

-Je controleert de afvalbakken iedere dag

-In iedere bak moet een vuilniszak, die mag niet te vol zijn

-Je haalt de volle zak eruit en maakt hem goed dicht

-Je doet er een nieuwe in en gooit de oude in de container

Weet je:

-Vuilniszakken worden gemaakt van gerecycled plastic

-Dat is plastic dat is gemaakt van oud plastic

-Het plastic wordt opnieuw gebruikt, dat is goed voor het milieu

De volgende woorden kun je gebruiken bij de vragen:

1. ijs

2. netjes   3. bladeren  4. rommel  

5. afvalbak   6. sneeuwschep

7. strooizout  8. bezem  9.glad   10.veeg

De entree van het sportcentrum moet altijd ...............zijn. (1p)

Als het mooi weer is, ligt er vaak ...........buiten (1p)

Die verzamel je en gooi je in de........................(1p)

In de herfst liggen er veel................(1p)

Die.............je bij elkaar met een .................(2p)

's Winters is het erg belangrijk dat de entree niet ................. is (1p)

Sneeuw haal je weg met de ..........(1p)

Als het hard vriest, kan er ................liggen. (1p)

Dan ga je op de stoep bij de entree...................strooien. (1p)