1 havo 11022025 1hvd

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Qu'est-ce qu'on va faire?

• Werkwoord être
• Lesson-up
• Corriger
• Slim stampen 10 min of woordjes in je schrift schrijven
• Kahoot
• Les devoirs

Doel: herhaling werkwoord être

Interroger

1. je suis
2. tu es
3. nous sommes
4. elles sont
5. vous êtes
6. À dix heures
7. parler
8. Il est neuf heures et demie

Être = zijn

• je suis                ik ben
• tu es                  jij bent
• il/elle/on est       hij/zij/men is
• nous sommes   wij zijn
• vous êtes          u bent/jullie zijn
• ils/elles sont      zij zijn

Attention! Let op!

 Een zin met één naam of ding? -> est

Eric est à la maison une pomme
(il est à la maison)

Le train est en retard
(il est en retard)

Attention!  Let op!

Meervoud... 
Staan er 2 of meer namen of dingen? -> sont

Claire et Francine sont des filles
(Elles sont des filles)
Les trains sont en retard
(Ils sont en retard)

Wat betekent je in het Frans ?

1. ik
2. jullie
3. wij
4. ons

Hoe zeg je " jij " in het Frans?

1. Je
2. Tu
3. Il
4. Elle

Wat is het Franse woord voor hij ?

1. elle
2. tu
3. il
4. ils

Wat betekent " ils " ?

1. zij
2. wij
3. jullie
4. hij

Wat betekent " Elles " ?

1. jullie
2. jij
3. wij
4. zij

Bij deze foto hoort:

1. il
2. elle
3. ils
4. elles

Bij deze foto hoort:

1. Il
2. ils
3. elle
4. elles

Hoe zeg je ik ben ?

1. Je parle
2. Je veux
3. Je es
4. Je suis

Hoe zeg je wij zijn ?

1. Nous sommes
2. Nous êtes
3. Nous parlons
4. Nous allons

Hoe zeg je zij zijn ?

1. Ils sommes
2. Vous êtes
3. Vous allez
4. ils sont

" Tu es " betekent:

1. Jij bent
2. Jij praat
3. Jij gaat
4. Ik ben

suis

sont

es

sommes

êtes

est

Ils / elles

je

vous

nous

tu

il / elle / on

Corriger

Exercice 18, 19

Slim stampen of woordjes in je schrift schrijven

Blokje A,B,E

Kahoot

Blokje A,B

Regarder

Exercice 20, 21 et 22

Page 118

Fini? Ex 23a, 24abd, 25 et 26

Les devoirs

Lundi le 17 février

Apprendre: blokje E nf/fn hf 3 (met zinnen) + ww être