1 havo 11022025 1the

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Corriger
  • Au travail
  • Slimp stampen
  • Kahoot
  • Les devoirs
Doel: herhaling werkwoord être

Slide 2 - Tekstslide

Interroger
  1. je suis
  2. tu es
  3. nous sommes
  4. elles sont
  5. vous êtes
  6. À dix heures
  7. parler
  8. Il est neuf heures et demie

Slide 3 - Tekstslide

Être = zijn
  • je suis                ik ben
  • tu es                  jij bent
  • il/elle/on est       hij/zij/men is
  • nous sommes   wij zijn
  • vous êtes          u bent/jullie zijn
  • ils/elles sont      zij zijn

Slide 4 - Tekstslide

Être = zijn 17a
2. F - je suis - ik ben
3. A - nous sommes - wij zijn
4. E - vous êtes - u bent//jullie zijn
5. - D - elle est - zij is
6. ils C - ils sont - zij zijn

Slide 5 - Tekstslide

Être = zijn 17b
  1. suis
  2. est
  3. êtes
  4. c'est
  5. est
  6. est 

Slide 6 - Tekstslide

Être = zijn 17c
  1. Je suis
  2. Clément est
  3. Vous êtes 
  4. nous sommes / on est 
  5. ils sont 
  6. tu es

Slide 7 - Tekstslide

Être = zijn 17d
  1. je suis en cinquième
  2. elle est prof de dessin
  3. elle est sympa
  4. ils sont à la cantine
  5. nous sommes libre dimanche

Slide 8 - Tekstslide

Wat betekent je ?
A
ik
B
jullie
C
wij
D
ons

Slide 9 - Quizvraag

Hoe zeg je " jij " in het Frans?
A
Je
B
Tu
C
Il
D
Elle

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het Franse woord voor hij ?
A
elle
B
tu
C
il
D
ils

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent " ils " ?
A
zij
B
wij
C
jullie
D
hij

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent " Elles " ?
A
jullie
B
jij
C
wij
D
zij

Slide 13 - Quizvraag

Bij deze foto hoort:
A
il
B
elle
C
ils
D
elles

Slide 14 - Quizvraag

Bij deze foto hoort:
A
Il
B
ils
C
elle
D
elles

Slide 15 - Quizvraag

Hoe zeg je ik ben ?
A
Je parle
B
Je veux
C
Je es
D
Je suis

Slide 16 - Quizvraag

Hoe zeg je wij zijn ?
A
Nous sommes
B
Nous êtes
C
Nous parlons
D
Nous allons

Slide 17 - Quizvraag

Hoe zeg je zij zijn ?
A
Ils sommes
B
Vous êtes
C
Vous allez
D
ils sont

Slide 18 - Quizvraag

" Tu es " betekent:
A
Jij bent
B
Jij praat
C
Jij gaat
D
Ik ben

Slide 19 - Quizvraag

suis
sont
es
sommes
êtes
est
Ils / elles
je
vous
nous
tu
il / elle / on

Slide 20 - Sleepvraag

Au travail + Slim stampen
Exercice 18, 19 maken
Slim stampen blokje A,B,E

Slide 21 - Tekstslide

Kahoot
Blokje A,B

Slide 22 - Tekstslide

Regarder
Exercice 20, 21 et 22
Page 118

Fini? Ex 23a, 24abd, 25 et 26

Slide 23 - Tekstslide

Les devoirs
Lundi 17 février

Apprendre: blokje E nf/fn hf 3 (zonder zinnen) + ww être
Faire: ex. 18,19

Slide 24 - Tekstslide