4VM, BTW, BRUTOWINSTMARGE

Brutowinstmarge? BTW?
Wat is het en hoe reken je daarmee? Dat leer je deze les. Oefenen is belangrijk... gewoon doen.

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Brutowinstmarge? BTW?
Wat is het en hoe reken je daarmee? Dat leer je deze les. Oefenen is belangrijk... gewoon doen.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn de 4 productie factoren?

Slide 3 - Open vraag

Huur is een voorbeeld van variabele kosten
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

De brutowinstmarge is een percentage van de...
A
inkoopprijs
B
bedrijfskosten
C
verkoopprijs
D
consumentenprijs

Slide 7 - Quizvraag

De inkoopprijs van een laptop is € 100 en de brutowinstmarge is 20%. Hoeveel € is mijn verkoopprijs?
A
€ 20
B
€ 200 euro
C
€ 100
D
€ 120

Slide 8 - Quizvraag

De brutowinstmarge van de I-wallet is 30% en de inkoopprijs is € 12. Hoeveel € bedraagt de brutowinst?
A
€ 12
B
€ 3,60 euro
C
€ 15,60
D
€ 4

Slide 9 - Quizvraag

De brutowinstmarge van de S-gloves is 200% en de verkoopprijs € 9. Hoeveel € bedraagt de inkoopprijs?
A
€ 3
B
€ 6
C
€ 9
D
€ 12

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Ik wil gebruik een brutowinstmarge van 70%.
Mijn inkoop is € 85.

Wat is mijn verkoopprijs?
A
€ 121, 42
B
€ 59,50
C
€ 144,50
D
€155

Slide 12 - Quizvraag

De verkoopprijs voor een auto is € 19.834,71.
Het btw-tarief is 21%.
Wat is de consumentenprijs?
A
€ 23.999,99
B
€ 16.392,32
C
€ 24.000,00
D
€ 21.619,83

Slide 13 - Quizvraag

De verkoopprijs van een fiets is € 495.
Het hoge btw-tarief geldt.
Hoeveel € is de consumentenprijs?
A
€ 409,10
B
€ 598,95

Slide 14 - Quizvraag

De consumentenprijs voor een knipbeurt bij de kapper is € 18,50.
Het btw-tarief is 9%.
Wat is de verkoopprijs?
A
€ 16,97
B
€ 20,17
C
€ 15,29
D
€ 16,84

Slide 15 - Quizvraag

De verkoopprijs van een iPhone is € 332,75.
De btw is 21%.
Hoeveel € is de consumentenprijs?
A
€ 402,63
B
€ 288,-
C
€ 399,30
D
€ 275,-

Slide 16 - Quizvraag

De verkoopprijs van een scooter is € 1150,-.
Het btw-tarief is 21%.
Wat is de consumentenprijs?
A
€ 1291,50
B
€ 1391,50
C
€ 1412,85
D
€ 1450,95

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de consumentenprijs?
A
verkoopprijs zonder btw
B
verkoopprijs
C
verkoopprijs met btw
D
inkoopprijs

Slide 18 - Quizvraag

De consumentenprijs voor een computer is
€ 2.149,-.
Het btw-tarief is 21%.
Wat is de verkoopprijs?
A
€ 1.467,-
B
€ 1.675,47
C
€ 1.775,07
D
€ 1.776,03

Slide 19 - Quizvraag

De verkoopprijs van een brood is € 1,80. Het btw-tarief is 9%. Wat is de consumentenprijs?
A
De consumentenprijs is € 1,65
B
De consumentenprijs is € 1,96
C
De consumentenprijs is € 1,99
D
De consumentenprijs is € 2,10

Slide 20 - Quizvraag

De verkoopprijs is € 96.
Bereken de consumentenprijs met 21% btw.
A
€ 116,16
B
€ 20,16
C
€ 119,95
D
€ 115,95

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Een taxichauffeur koopt een nieuwe taxi voor € 50.000.
De levensduur is 4 jaar en restwaarde is € 7500.
Wat is de jaarlijkse afschrijving?
A
€ 12.500
B
€ 1.875
C
€ 10.625
D
€ 5.000

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide